aanbevelingen voor studieontwijkend gedrag #11

29/03/2016
🖋: 

Ook de paasvakantie is een blokperiode. Het maakt ons studenten weer de meest productieve wezens ter wereld! Als we niet zwetend boven de boeken hangen, breken we records op bestofte spelletjes, beginnen we verwoed op te ruimen of hangen we nostalgisch voor de buis wanneer er jeugdseries uitgezonden worden. Eén april mag echter niet onopgemerkt voorbij gaan en als geleerde studenten plakken we geen knipsels meer op elkaars rug. Tijd voor het echte werk: aprilvissen vouwen.

Stap 1

Eenieder die al uren heeft verdreven met origamikunst, kent de startdrill. Een maagdelijk wit papiertje of een volgeschreven cursusblad, het maakt niet uit. Zolang je er maar een vierkant uit kunt scheuren, kan je aan de slag.

De eerste stap op weg naar een heuse aprilvis is zelfs voor groentjes een makkie: plooi je vierkant in de helft door twee overstaande hoeken naar elkaar toe te brengen. De stippellijn hiernaast kan de meetkundeleken misschien een straaltje licht in de duisternis bezorgen. Heb je een mooi driehoekje? Knap, jij kunt vouwen als de beste! Op naar die volgende stap.

 

Stap 2

Voordat je je sneeuwwit (of origineel beklad) driehoekje verpest door het (nog meer) te bekladden met onderbroken lijntjes: stop. Het figuurtje hiernaast maakt het moeilijker dan het in werkelijkheid is. Ook je redacteur heeft een studiemoe hoofd, we gaan hier geen onmogelijke zotte stoten uithalen.

Juist. De inzichtelijke geesten hebben het al gesnopen. Je hoeft alleen maar de twee bovenste hoekjes van je driepoot naar de onderste hoek te begeleiden. Nu zou je weer een vierkant in je handen moeten hebben liggen. Om je kopzorgen te besparen, fluisteren we je nog graag even in dat de omhoog springende beentjes naar beneden gericht moeten zijn.

 

Stap 3

Die onderste puntjes mag je nu ineens naar boven plooien. Ook hier lijkt de afbeelding weer moeilijker dan de vouwwerk is: neem gewoon die onderste puntjes beet en breng ze naar de bovenste puntjes. In het midden even aandrukken en je krijgt een gek figuurtje.

(Als je een jarige vriend hebt: teken hier twee oogjes en een mond en je krijgt met wat verbeelding een ietwat vreemd uitziend feestvarken, inclusief kroon!)

 

Stap 4

In de origamihandleiding waar dwars haar inspiratie haalt, staat: 'Fold both tips on the diagonal.' Uiteraard baseren wij ons op hoogstaande literatuur en willen we een prachtfiguurtje bekomen. Toch is het allesbehalve noodzakelijk om hier op zoek te gaan naar die beschreven diagonaal.

Je bespaart jezelf heel wat energie en gevloek als je gewoon de bovenste hoekjes neemt en naar eigen goeddunken – en begeleid door je buikgevoel, uiteraard – de puntjes opzij klapt en aandrukt. De vinnetjes van je visje zullen iets minder de diagonale perfectie benaderen, but who cares. Ze plakken straks toch op de rug van je kotgenoot.

 

Stap 5

Nu je de hoekjes naar boven en opzij hebt gevouwen, hou je onderaan nog een dunner driehoekje over dat uit twee laagjes bestaat. Neem het bovenste papiertje en vouw ook dit naar boven. Let op, je hoeft het voor een keer niet te verenigen met het bovenste puntje. Halverwege het bovenste gedeelte mag je al ophouden.

Het eindresultaat hiernaast helpt je misschien op weg.

 

Stap 6

Om het visje er wat spectaculairder uit te laten zien, vouwen we het net gevouwen opstaande driehoekje nog een keertje. Enkel de onderste rand is voldoende. Je hoeft dus enkel het boortje om te slaan, zodat je vierkant verdeeld is in een bombastische boven- en een erg bescheiden onderkant.

We zijn al over de helft van ons vouwwerk!

 

Stap 7

Het bescheiden driehoekje mag je eventjes doen schuilen achter de pracht en praal van de bovenste helft. Eventjes omvouwen naar de achterkant is hiervoor voldoende.

Druk het geheel goed aan en vouw vervolgens het flapje weer terug naar zijn oorspronkelijke plaats.

 

 

Stap 8

De prutsers onder ons zullen het al ontdekt hebben, maar je kan je tot hiertoe bekomen vouwsel ook als fleurig vingerhoedje gebruiken.

 

 

 

Stap 9

Met je vinger nog steeds bedekt door je gevouwen kapje, breng je de rechterhelft op de linkerhelft. Met wat zoeken en verschuiven van je vouwsel zou je op het hiernaast afgebeeld figuurtje moeten uitkomen.

 

 

 

Stap 10

Vaak komt het niet voor bij origami, maar voor deze stap mag je de schaar eens bovenhalen. Teken met potlood een fijn lijntje van de onderste punt van de oorspronkelijke bombastische bovenkant en laat het loodrecht eindigen op de lange schuine zijde. Met de schaar mag je 2/3de van het lijntje doorknippen.

Was je te enthousiast en heb je het volledige lijntje doorgesneden? Dan heb je nu een staartloos aprilvisje en moet je weer naar start. Je passeert niet langs de bank. Wel langs de papierhandelaar voor een nieuw velletje.

 

Stap 11

Ons geleerd origamihandboekje laat ons weten dat we an outside reverse fold moeten maken. Het is een chique naam voor een niet erg moeilijke handeling, eenmaal je ze onder de knie hebt weliswaar. Geen nood, na wat gevloek zal je versteld staan van je eigen kunnen.

Neem het onderste rechtse puntje vast, haal de twee velletjes lichtjes uit elkaar en vouw eerst naar boven, dan weer naar onder. Het resultaat zou moeten lijken op het rechtse figuurtje.

 

Stap 12

We zijn er bijna! Nog één vouwtje en je kunt grapjesdag gaan aankleden met aprilvisjes. Het enige dat je nog te wachten staat, is een vouw naar de andere kant. Even aandrukken en je vis pronkt met een (naargelang je handigheid) prachtige staartvin.

 

Blub!

 

 

 



de dwarsdoorsnede
23/03/2016
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer een film waar de pers vol van staat: Belgica, de nieuwe film van Felix van Groeningen, wordt uitgeroepen tot de beste Belgische film ooit! Aanstootgevend! Geweldig!

Bij zo'n lovende woorden wordt de criticus in mij altijd even wakker die dat allemaal met haar eigen ogen wilt zien. En dus repte ik me, met een gratis ticket uit De Standaard in de hand, naar de cinema met hele hoge verwachtingen. 

 

Nu kan ik u dit zeggen: Belgica is een film met peper in zijn gat. Felix van Groeningen heeft een film gemaakt over het nachtleven met het enthousiasme van een veertiger in midlifecrisis. Goed geprobeerd, maar toch net niet overtuigend genoeg.
De film steunt op een duidelijk verhaal. Twee broers breiden samen café Belgica uit tot het centrum van het uitgaansleven en wat daarbij komt kijken zijn drank, drugs, geweld en drama. De ene sigaret na de andere wordt opgerookt, bergen coke opgesnoven en liters bier achterovergeslagen. Extreem entertainend maar vaak niet geloofwaardig genoeg om de kijker compleet mee te krijgen. Ergens is het ook wat deprimerend. Het was het beste feestje ooit, maar jij was er niet bij. De revue aan bekende gezichten – denk aan Bent van Looy, Lander Gyselinck, Sylvie Kreusch van Soldier's Heart, Kenji Minogue en dergelijke – maakt dat de film een beetje aanvoelt als een vriendenprojectje. Laten we gewoon al onze vrienden uitnodigen en er een groot feest van maken. Zeer leuk om naar te kijken, maar niet altijd even interessant.

 

De film is opzwepend en emotioneel, met goede acteerprestaties van Stef Aerts, die zich zomaar een totaal nieuw accent moest aanmeten, en Tom Vermeir. Je ziet dat er met hart en ziel gespeeld wordt en het is dan ook de sterke cast die de hele film overeind houdt. De muziek van de gebroeders Dewaele aka Soulwax is zeer passend, catchy en telkens een welkom intermezzo, maar krijgt niet de aandacht die ze verdient. De broers hebben verschillende fictieve bands verzonnen en bekende artiesten samengebracht: The Shitz (bestaande uit leden van Hong Kong Dong en The Germans), Erasmus (Kenji Minogue), … Het is een geweldig concept, de pers is er wild van, maar uiteindelijk krijgt het maar een magere plaats.

 

Ik zou graag zeggen dat Belgica de beste Belgische film ooit is, maar zal het moeten houden op de beste Belgische film van het jaar. Een goed verhaal, goede acteurs en een goed concept, maar niet altijd even meeslepend en overtuigend. Wel nog steeds de moeite om te zien. Bouw een feestje in de zaal en ga er daarna zeker eentje drinken.

 

 



Dagen zonder Vlees – week 5
23/03/2016
🖋: 

Van 10 februari tot 26 maart loopt de Dagen Zonder Vlees-campagne. Die is bedoeld om het besef over de impact van onze voedingsgewoontes op het milieu te vergroten en onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Dwarse redactrice en omnomnomnivoor Jutta doet er nog een schepje bovenop en gaat helemaal de geitenwollensokkentoer op als veganist. Ware het niet dat de geitenwollensokken in de kast moeten blijven want veganisme betekent afstand doen van alle dierlijke producten. Bye bye honing, geen cappuccino tussendoor en dag lederen handtassen en dito schoenen. Een mens moet wel gek zijn.

Misschien was het jullie nog niet opgevallen, maar een veganistische levensstijl draait om eten en wie eten zegt, zegt koken. Dat maakt het hele gebeuren een beetje lastig voor mij, want net als veel van mijn medestudenten heb ik a) weinig tijd, b) weinig goesting om kostbare uren in de keuken door te brengen en c) weinig inspiratie. Als ik recepten googelde koos ik steevast iets uit Dagelijkse Kost, maar Jeroen Meus’ ‘klontje boter’ is sowieso wat overdreven en voor mij nu helemaal uit den boze. Gelukkig is er een hele goede uitvinding die deze problemen oplost: het restaurant. Niemand verplicht je namelijk om zélf te koken.

 

Naar aanleiding van DZV verscheen er in de Standaard een serie waarin voor elke stad een aantal leuke vegetarische restaurants werden opgelijst, zo ook voor Antwerpen. Vegetarisch betekent nog niet volledig plantaardig, maar vaak zijn dit ook de plekken waar een veganist terecht kan om zonder ellenlange uitleg en lastige vragen iets lekkers op zijn bord te krijgen. Opvallende afwezige in het lijstje van de Standaard is De Broers van Julienne, al drieëntwintig jaar een vaste vegetarische (en biologische) waarde in ’t Stad. Zes jaar geleden kregen ze een kleine zus: Juliette. In dit kleine, maar gezellige zaakje op de Ijzerenwaag liggen de zoete en hartige heerlijkheden al vanuit de etalage naar je lonken. Ik sprak af met uitbaatster Nina, die aanvankelijk niet van plan was om in het familiebedrijf te stappen, maar er na het behalen van twee masters aan UAntwerpen, toch inrolde. Klaar voor een formeel interview stapte ik Juliette binnen. Uiteindelijk zat ik gewoon gezellig een uurtje met Nina te kletsen bij een sojamelk cappuccino.

 

minderen voor meer mensen

Hoewel zelf eerder flexitariërs, hebben Nina en haar familie steeds het vegetarisme omarmd, ook toen dat nog een sterk geitenwollensokken-imago had. De voornaamste drijfveer bij het oprichten van een vegetarisch restaurant was de milieuproblematiek en de wens om de bewustwording bij het brede publiek op een positieve manier aan te wakkeren, via lekker eten dus. Resultaat is een keuken die groenten in het middelpunt van de belangstelling zet – groenten die overigens vanaf dit voorjaar gekweekt worden in hun grote binnentuin in de Kasteelpleinstraat. Hier en daar zit er vis in de gerechten en in het grote aanbod quiches zijn uiteraard ook melkproducten en eieren verwerkt. Dat maakt de basis niet veganistisch, maar er is heel wat keuze voor de herbivoren onder ons. Vlees zal je er in ieder geval nooit terugvinden. Mensen moeten zicht bewust worden van de grote druk die vlees op het milieu heeft, haalt Nina aan, en dus zeker niet elke dag vlees eten; aan die bewustwording wil het familiebedrijf bijdragen. Dat vlees vaak erg goedkoop is, vindt ze complete waanzin, zelfs al is ze zelf geen vegetariër. Wanneer ze dan wel kiest voor een stukje vlees is dat overigens altijd biologisch. Kwaliteit mag best boven kwantiteit gaan.

 

 

 

Wanneer rasechte veganisten dit lezen, verslikken ze zich waarschijnlijk in hun milieuverantwoorde biologische wortel. Een van de voornaamste pijlers van het veganisme is immers het bestrijden van dierenleed, en een biologische koe wordt ook vermoord voor haar vlees. Toch sluit dit erg goed aan bij de filosofie van Dagen Zonder Vlees, die draait om ‘minder’ in plaats van ‘geen’. Minder vlees, minder afval en meer seizoensgroenten zijn echt wel een goed begin en maken duurzaamheid toegankelijk voor iedereen.

 

 

 

 

hipsterveganisten

Wanneer plots 90.000 Vlamingen veertig dagen lang vlees minderen, moet dat toch opvallen? Niet echt, zegt Nina; na vijf jaar is het nieuwe er wel af. Bovendien komen vegetariërs sowieso al bij hen eten, logisch. Toch blijft het een relevant initiatief, het draagt bij aan de verdere inburgering van de vegetarische keuken. Tien jaar geleden was dit nog ondenkbaar, nu valt het haar vooral op dat zelfs de meeste verstokte vleeseters hun flauwe mopjes over konijnenvoer achterwege laten wanneer ze aan tafel schuiven bij Juliette of Julienne.

 

Het vegetarisme is ondertussen al wat gewoontjes geworden, veganisme is dat echter nog lang niet. Dat maakt het soms echt moeilijk om op restaurant te gaan: veel ‘gewone’ koks zijn wel bereid een vegetarische lasagne op de kaart te zetten, maar zo gauw ook zuivel wegvalt – de kaassaus in die lasagne dus – botsen ze op de grenzen van hun creativiteit. Als je niet met een droog bordje sla wil eindigen, kan je als veganist beter grondig nadenken over het restaurant. Bij De Broers van Julienne en Juliette zijn we in ieder geval meer dan welkom, en dat is altijd zo geweest. Lange tijd waren zij ook een van de weinige pleisterplaatsen voor mensen met voedselallergieën, maar nu steeds meer mensen een al dan niet ingebeelde gluten- of lactose-intolerantie hebben, neemt het aanbod in nieuwe en bestaande zaken toe. Het lijkt wel bon ton om toch minstens glutenintolerant te zijn en ja, er zijn ook heel wat hipsterveganisten die een veganistische levensstijl slechts adopteren als deel van hun imago. Het gaat soms te ver, zegt Nina. Als je enkel veganist bent omdat dat hip is, ben je niet goed bezig.

 

Is de populariteit van het veganisme dan slechts van voorbijgaande aard? Het valt Nina op dat deze ‘trend’ wereldwijd aan een sterke opmars bezig is en dat er ook steeds meer zaken bijkomen die enkel plantaardige voeding serveren. In tegenstelling tot de idee dat brood ongezond is, denkt ze dat het veganisme zich echt kan verankeren in de samenleving, net zoals dat met het vegetarisme is gebeurd. Zelfs met twee vegetarische restaurants en bijbehorende traiteurszaak houdt Nina geen pleidooi om collectief vegetariër of veganist te worden, wel om bewuster met voedsel om te springen. Geen verspilling, zelden vlees, heel veel groenten en werken met zo puur mogelijke producten. Nina’s eigen stelregel: als de ingrediënten op een verpakking niet herkenbaar zijn, kan je de inhoud ervan beter niet opeten.

 

Mijn cappuccino is op en de klanten beginnen binnen te lopen voor de lunch. Ik koop nog gauw wat (veganistisch verantwoorde) chocolade en plan in gedachten al een etentje om al het andere uitgestalde lekkers te komen proberen.

 



de dwarsdoorsnede
23/03/2016
🖋: 

Voor wie funk kent, is Maceo Parker een van de meest klinkende namen binnen het genre. Voor wie funk niet kent, is hij waarschijnlijk totaal onbekend. De Amerikaanse funk en soul saxofonist maakte begin jaren zestig naam door op te treden als de muzikale linkerhelft van James Brown. Die kent u wel, nietwaar?

Met verdere vermeldingen bij Funkadelic, Parliament, Ray Charles, Prince en de Red Hot Chili Peppers is het palmares van Parker een om trots op te zijn. Maar zoals dat wel vaker gaat met genres die niet binnen het pop/rock-spectrum vallen, is deze funkateer globaal bij de mensen niet zo bekend. Jammer voor die mensen, goed voor ons. Door de geringere bekendheid passeert hij grotere zalen zoals Vorst of Lotto Arena waardoor hij terecht komt in hoogstwaarschijnlijk de mooiste zaal ter wereld om funky en groovy tijden te herbeleven: de Roma.

 

Heerlijke plek de Roma, het volk is net dat tikkeltje alternatiever – al zijn ze even onvriendelijk bij het gedrum om je jas weg te hangen – en de sfeer is net dat tikkeltje uitbundiger. Mensen schamen zich hier minder om eens gek te doen of om een meer gewaagde dansmove uit hun mouw te schudden dan de alombekende ritmisch knikkende knie. Veel weet ik niet van jazz, soul of funk, maar ik ben grote fan van James Brown’s stijl en vuur.

 

Ook de gitaren in groepen als Funkadelic spraken altijd aan. Een concert waar alles omheen de saxofoon wordt gebouwd is daarentegen nieuw voor mij. Tijd om eens een stap in het onbekende te zetten. To get my funk on! En of de funk aan stond! Dat het anders ging worden dan een pop- of rockconcert was te voorzien, maar ik had me niet verwacht aan wat Maceo Parker en vrienden kwamen doen. Ik was niet bekend met de groep, dus ik ging al mooi de mist in toen de zangeres de trombonespeler aankondigde, een zwarte man in een uitzonderlijk strak pak. Ik begon als een gek te juichen tot ik doorhad dat ik een muzikant te vroeg uit mijn dak was gegaan. Wanneer Parker daadwerkelijk aantrad, ontving hij een gejuich en applaus dat in relatief volume – gezien er in de Roma misschien vierhonderd man zit – duizend keer luider was dan het onthaal van sterren als Muse of Tame Impala uit het rockgenre.

 

De man was waanzinnig populair en na een goede vijf minuten wist ik ook meteen waarom. Deze funkateer had geen greintje interesse in het feit dat hij al 73 jaar was en ging tekeer als iemand van mijn leeftijd die onder een goede portie stimulerende middelen zit. Al die jaren gespeeld en nog geen moment verval in het enthousiasme en dat werkte ontzettend aanstekelijk.

 

Er waren geregeld pauzes waarin duchtig gepraat werd met het publiek en ook mopjes getapt werden. Mopjes die vrees ik voorkennis vereisten, want ik snapte er niks van. Netto werd misschien anderhalf uur gespeeld, maar het publiek en ikzelf in het bijzonder zullen zelden in die mate onze heupspieren aan het werk gezet hebben. Ik denk dat ik meer met mijn poep geschud heb dan het gemiddelde schurende tienermeisje op een scoutsfuif. Funk is wereldmuziek, maar het gevoel dat het opwekt, het inwendige vuur, dat is buitenaards.



de dwarsdoorsnede
23/03/2016

Mocht u het gemist hebben, vorige week gaf de Britse rockband Muse niet één, maar vier concerten in een uitverkocht Paleis 12 in Brussel. Redacteurs en trouwe fans Jonathan en Yannick waren erbij. Was het de stress van de jacht op tickets waard? Of is Muse de magie misschien kwijt aan het raken?

Yannick

Ik hoorde deze zomer dat Muse in België ging spelen en ik wilde, nee ik moést, tickets hebben. Op de dag van de verkoop was ik dus extra vroeg opgestaan en zat al om half negen de pagina te refreshen. Ik had zelfs voorzorgsmaatregelen genomen: mijn broer en ik hadden na een druk overlegd staakt het vuren een alliantie gesloten: vanaf een van ons twee binnen geraakte, zouden voor elkaar tickets bestellen, want Muse gaat boven alles. Groot was dan ook onze teleurstelling wanneer we vernamen dat de tickets voor Muse allemaal uitverkocht waren. Mijn broer stelde voor om ons nog op de wachtlijst te zetten, maar ik geloofde er niet in. Tot het ondenkbare gebeurde: de band kondigde aan dat ze nog drie concerten in Brussel zouden spelen en dat de mensen op de wachtlijst eerst plaatsen kregen! YES! Wij zaten dan toch bij de 64.000 die vorige week naar Paleis 12 afzakten!

 

 

Jonathan

Wie Muse zegt, zegt waanzinnig goede stadionrock en expliciet uitgesproken meningen over het gevaar van onze maatschappij, massahysterie en indoctrinatie van bovenaf. Muse zingt al sinds 1994 over het brainwashen van gehele volkeren en de negatieve evolutie van de menselijke individuele gedachten. Ironisch dat wanneer Livenation aankondigde dat Muse op 12 maart zou komen optreden, de fanbase van de groep zo massaal om tickets vocht dat uiteindelijk besloten is om van één concert vier concerten te maken. 64.000 mensen zouden afzakken om ’s werelds meest hallucinante rockband te kunnen aanschouwen. Beat that Adele.

 

 

Yannick

Muse is al van zolang ik het mij kan herinneren mijn favoriete band. Ik weet nog hoe ik de CD Black Holes and Revelations zo vaak opzette dat mijn ouders er gek van werden. Je kan dus ook de Hysteria begrijpen die ik voelde wanneer ik dinsdag Paleis 12 binnenging. In 2012 had ik Muse al eens live gezien in het Sportpaleis en dat was geweldig. De omgekeerde piramide, de lichgevende schermen, het was àf. Zouden ze dat nu verleerd zijn? Ik had speciaal zo weinig mogelijk reviews gelezen, omdat ik verbaasd wilde zijn zoals die eerste keer. Toen het concert begon zag ik dat ze de Megalomania alvast niet vergeten waren. Op een ronddraaiend podium en te midden van hun fans speelden Matt en zijn kompanen ook de derde concertavond de zaal plat. Drones zweefden door de zaal, we zagen zelfs Reapers! Op grote videoschermen werd niet alleen artwork geprojecteerd, maar ook de teksten van de nummers die luid werden meegeschreeuwd. Mercy!

 

 

Jonathan

Dat de avond een succes ging zijn, wist ik eigenlijk al voor het concert. Ik had namelijk een parkeerplaats gevonden, iets wat in Brussel geen sinecure is. Daar Brussel die avond nog steeds in terreurniveau drie vertoefde, had ik ook meteen militaire privébewaking van de auto. Datzelfde leger ging vandaag dik op de korrel genomen worden door het dynamische rocktrio. Matthew Bellamy, frontman en gitarist van wereldklasse, toont zich al twee decennia als dé revolutionair binnen de muziekwereld. Sinds debuutplaat Showbiz, waar de teksten nog algemenere thema's beschreven, is Muse geëvolueerd naar songteksten en clips die het gevaar van het hedendaagse aankaarten. Internetpesten, drone-oorlogen, brainwashen, alles passeert op de nieuwste plaat Drones de revue. Aliens ook wel pittig vaak, daar niet van.

 

Van het voorprogramma kan ik alleen zeggen dat de wachtrijen aan de bar en het toilet aangenaam kort waren. Van Muse kan ik zeggen dat het waanzinnig was. Waanzinnig goed. Velen onder jullie hebben Muse mogelijk op Werchter zien passeren, waar net dat megalomane ontbrak waar het publiek op zoek naar was. Hier hadden ze veel meer ter hunner beschikking dan enkel hun bombastische muziek. Drones, zowel in ballonvorm en als replica's van die van het Amerikaanse leger, vlogen over het publiek. Het podium was in totaal dertig meter lang, centraal kon het platform met drummer Howard 360 graden roteren. Aan beide zijden liepen twee uitlopers, waardoor iedereen Bellamy of bassist Wolstenholme wel eens heel dichtbij kon zien passeren. Niet dat ik het altijd doorhad dat Bellamy praktisch naast me stond, aangezien ik regelmatig, zoals een koe naar een voorbijrijdende trein, naar de projectieschermen stond te staren. De artwork was wederom fantastisch. Vanaf intro song Drones, wat als een rockgospel het publiek in zweet en kippenvel drenkte, tot en met Mercy, het laatste nummer van de reguliere set. Iedereen was gevangen in de sfeer die Muse creëert. Een gevoel van verzet, van la resistance, met hoogtepunten tijdens Uprising, en nog meer bij afsluiter Knights of Cydonia, ingeluid door The man with the harmonica, van recent Oscarwinnaar Morricone voor de film Once upon a time in the West. Het heerlijk agressief meescandeerbare refrein: “No one’s going to take us alive, time has come to make things right, you and I must fight for our rights, you and I must fight to survive, yihaa!”, plus hoogstwaarschijnlijk de lekkerste riff uit het oeuvre van Muse vormden nog een laatste wall of sound. Muse blijft fantastisch, de stemkracht van Bellamy, het muzikaal geniale triumviraat in combinatie met het bombastische deed iedereen boven zichzelf uitstijgen.

 

Yannick

Met lichte Space Dementia reed ik door het Starlight terug naar huis. Wat een avond. De band liet niet alleen nieuw materiaal horen, ook nostalgische fans (zoals ik) konden bij dit concert hun hart ophalen. Het kan dan wel een formule zijn die Muse keer op keer herhaalt, van de grote bombastische concerten zijn zij toch nog altijd de meesters. En nee. Ze zijn het nog niet verleerd.



de dwarsdoorsnede

16/03/2016
🖋: 
Auteur

​dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze week: de (ver)nieuwe(nde) superheldenfilm Deadpool.

Afgelopen maandag kreeg ik op weer zo een druilerige doordeweekse avond telefoon van enkele voetbalvrienden. Of ik niet mee naar de cinema ging. Ik had effectief niets te doen en een avondje cinema was toch al weer meer dan een jaar geleden, aangezien ik enkel teveel geld wil uitgeven aan films die ik echt wil zien. Toen ze vertelden dat ze Deadpool wilden zien, de nieuwe Marvel film, wilde ik afhaken. Superheldenfilms zijn namelijk echt niets voor mij. Maar omdat een mens al eens zijn gewoontes moet doorbreken, ging ik last minute toch nog mee. “Weer zo een superheldenfilm …”

 

Het personage Deadpool was al eerder op het grote scherm te zien in X-Men Origins: Wolverine, een film die door velen slecht werd ontvangen. Daar werd de rol van Deadpool eveneens gespeeld door acteur Ryan Reynolds. Toch zijn de twee acteerprestaties dag en nacht verschil. Mede door de betere special effects, een beter kostuum maar zeker ook door de vrijere rol die Reynolds kreeg. In verschillende interviews gaf hij te kennen dat de mopjes over zichzelf en soms donkere humor toevoegingen van zijnentwege waren.

 

Een van de opvallende dingen aan de film is dat Deadpool weet dat hij een comic book personage is. Hierdoor doorbreekt hij op regelmatige basis de vierde wand en spreekt hij de kijker zelf toe. Ook de vele referenties naar andere acteurs, films, X-Men-personages en eerdere acteerprestaties van Ryan Reynolds zorgen voor hilarische momenten. De humor is vrij hard en donker op sommige momenten en de vechtscènes zeer expliciet. De liefde die ook in zowat elke superheldenfilm een belangrijke rol speelt, wordt hier helemaal anders ingevuld. Liefdesscènes worden niet ontweken, maar de vriendin van Deadpool is meer een gelijkaardige wederhelft in plaats van de zachtaardige, weerloze vrouwen van de andere superhelden. In mijn ogen ook een enorme vooruitgang op vorige films.

 

Er kunnen naar mijn mening boeken vol geschreven worden over deze film. Over de verwijzingen, vernieuwingen, Easter eggs ... Ik wil echter niets uit de film verklappen aangezien dit echt een film is die volgens mij iedereen wel weet te appreciëren. Mocht je een dood moment hebben: rep je zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde cinemazaal en kies voor Deadpool. Not your typical superhero movie.

 

 

 

 



de dwarsdoorsnede

14/03/2016
Bron/externe fotograaf

Stef Stessel

🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat ermee langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. De tijd van pratende diertjes ligt ver achter ons, maar dat weerhoudt De Roovers niet om een sprookje op te voeren en een teddybeer een stem geven.

 

"Er was eens ..." is achterhaald. Op zaterdagavond 12 maart maken we kennis met het sprookje van de toekomst. Houdt De Roovers ons met de grote spot aan het begin van de voorstelling een glazen bol voor? Het einde van België. Verdronken landschappen. Sirenes van kerncentrales. Melkboeren met zure melk. Implosies als nieuwe vorm van crematie. Pratende teddyberen. Een zelfmoordenares. Onze zestienplussers krijgen de kans om op te groeien met "Er zal ooit eens zijn ..." Het herschrijven van sprookjes moet nu gebeuren, voor we aanbelanden in de tijd waarin kinderen uiterst zeldzaam zijn en de verhaaltjes samen met België uitsterven.

 

 

Het mag wel duidelijk wezen. Dit is geen opgekuiste versie van een zedenlesje. Zonder pardon worden we geconfronteerd met onze angsten. Vergeet het licht gehuppel met mandjes in het bos. In HETPALEIS ligt het woud er drassig bij. Met hun laarzen wegzakkend in de aarde gaan de kolonel (Robby Cleiren) en de melkboer (Nico Sturm) – de laatste Belgen – op zoek naar Kareltje en de moordenaar van de zelfmoordenares. In de stijl van Sherlock ploeteren ze zich door de bomen. Door de verhalen. De leugens. De waanbeelden. Het afschuwelijk gekrijs van een moeder die haar kind verloor. (Wat een performance van Sofie Sente!)

 

 

De tekst van Frank Adam laat gelukkig de zon af en toe eens piepen doorheen de dikke bladerlaag. De dialogen zijn misschien (soms iets te) stroef en vaak absurd, ze toveren ondanks de duisternis van de achterliggende betekenis een glimlach om je lippen. Stef Stessel is het genie achter de (ook letterlijk) laaghangende wolken. Hoe goed de vertolkingen van de avond ook zijn, hij is dé tovenaar van de avond. De setting doet de avond donderen en de rillingen over je lijf lopen. Sprookjes voor kinderen? Wij denken van niet. Net wanneer je "en ze leefden nog lang en gelukkig" wil zuchten, grijpt deze zevenkoppige topcast je naar de keel. Het lesje van de avond: wees niet te optimistisch. Zet die roze bril af. Het woud is donker.

 

 

België, een sprookje speelt in de grote zaal van HETPALEIS van 12 maart tem 1 april 2016. Laat je nog eens een sprookje vertellen. Het is de moeite.

 

 



editoriaal
12/03/2016

Ah, maart, de lente is in het land! Dit redactieweekend liet de zon zich eindelijk nog eens zien, maar in de Ardennen lag er sneeuw en waren de skipistes open. Of hoe ons mooie Belgenland niet alleen op politiek vlak vol tegenstellingen zit. Minder groot zijn de verschillen tussen onze rectorkandidaten. De verkiezing wordt (nog) spannend(er): geen van beide professoren is magna cum laude geslaagd. Wij hadden nochtans graag geklonken op de uitslag met ons huisbier, maar nu heeft de Cum Laude nog een hele week de tijd om te acclimatiseren in onze koelkast (pagina 14).

Wie de nieuwe rector ook wordt, het is sowieso een ‘hij’, aldus de oude. De toekomstige rector emeritus zal alvast zijn kantoor niet missen, te weinig kasten, zo merkten ook wij op. Zijn verhuisfirma zal dus niet veel werk hebben, prof. dr. Alain Verschoren waarschijnlijk nog wel. En anders is hij vast nog welkom bij zijn favoriete studentenvereniging (pagina 22).

 

Calamartes toonde overigens nog eens de culturele kant van die verenigingen (pagina 18). Ook uw favoriete blad ontbrak niet op het festival. Onder de auspiciën van dwars debatteerden vier kleppers over de mediatisering van seks in de Spiegeltent. Wij overdrijven daarin niet, vrije tepels op de cover lieten we alvast achterwege. Annebeth Bels zal ons dat wel vergeven (pagina 10).

 

Seks is misschien steeds gemakkelijker te vinden, de juiste weg door ons geliefd Antwerpen vinden is de laatste tijd alleen maar ingewikkelder geworden (pagina 35). Vele straten werden versierd met gele strepen, wellicht ter compensatie voor het verlies van hun loof. Door het gebrek aan bomen zien wij Het Bos niet meer. Een gebrekkig oriëntatievermogen is nu helemaal gevaarlijk: spookrijden bijvoorbeeld, behoort tot de mogelijkheden. Daarom plaatsten we op onze cover een echte schim: wij strikten een heuse vrijmetselaar en als een echt spook liet hij zich niet fotograferen (pagina 4). Kan hij misschien ons pad verlichten



Alain Verschoren
11/03/2016
🖋: 

De rubriek ‘proffenprofiel’ toont professoren zoals je ze nog nooit zag: als mensen. dwars stelt de vragen die bij menig student al jaren door het hoofd spoken; wat zijn/ haar docent zoal op zijn brood smeert bijvoorbeeld. Deze maand doen we uitzonderlijk een rectorprofiel: Alain Verschoren zal nog één maal in deze hoedanigheid het woord tot ons richten.

Professor, wat denkt u van de uitslag die net bekend gemaakt is? Het is duidelijk een nek-aan-nek race geworden.

Ja inderdaad, maar dat is voor mij geen verassing. De trein is gestart in een bepaalde richting, dus die is moeilijk van zijn koers af te brengen. Elke kandidaat heeft wel zijn eigen accenten, maar hun programma gelijkt sterk op elkaar. Voor de studenten verandert er eigenlijk niet veel. Daarom is het verschil in de stemming maar één procent, als vijf mensen anders gestemd hadden, dan was het resultaat anders. De tweede ronde zal uitwijzen hoe het verder zal lopen, maar ik heb geen echte voorkeur en dat mag ook niet (lacht).

 

Wat was uw mooiste moment als rector?

Natuurlijk waren er veel mooie momenten, maar één van de recentste was een artikel waarin het ging over studentenaantallen. Men schreef dat de grote universiteiten status quo waren gebleven. Antwerpen rekenden ze onder die grote universiteiten! Dat zou toen ik begon als rector zeker niet het geval geweest zijn.

Daarnaast vind ik Calamartes ook elk jaar een hoogtepunt. Daar heerst een echt familiegevoel. Zo zie je dat studenten meer zijn dan alleen maar zuiplappen, en ook cultureel en sociaal geëngageerd zijn.

 

Waarvan gaat u het meest genieten als uw termijn afloopt?

Ik weet niet of ik veel zal genieten, ik vind rector zijn super plezant. Ze betalen mij voor mijn hobby. Natuurlijk raak je verwikkeld in de administratie of het ‘beleid’ zoals dat heet, maar ik heb een goed team. Als rector moet je niet alleen goed je dossiers kennen, maar ook communicatie is zeer belangrijk. Als enkeling maak je niet het verschil. Met de nieuwe rector wil ik overleggen wat mijn functie zal zijn na mijn termijn. Ik heb heel graag lesgegeven en dat wil ik blijven doen, maar ik denk dat de universiteit meer aan mij heeft in een andere functie dan docent. Ik zou bijvoorbeeld de nieuwe rector kunnen bijstaan. Ik wil me niet met het beleid bemoeien, maar eerder helpen op de achtergrond.

 

Heeft u al enkele tips voor uw opvolger?

Ja en nee, maar dat is natuurlijk een vreemd antwoord. Ik wil niets dicteren! Volgens mij moet een rector vanuit zijn eigen persoonlijkheid werken. Ervaring is cruciaal, maar ook EQ is belangrijk! Praten met mensen is geen tijdverlies. En dan bedoel ik met iedereen. Een rector moet zijn mening durven zeggen, maar hij mag geen rector magnificus zijn, eerder een primus inter pares. Mijn deur staat normaal gezien open. Je moet wel een afspraak maken, want ik kan geen 22.000 studenten ontvangen (lacht).

 

Gaat u uw kantoor missen?

Nee hoor, zie jij hier bijvoorbeeld kasten staan? Ik leid de universiteit met mijn Ipad en Iphone. Die twee toestellen heb ik altijd bij. Samen met mijn vrouw zijn dit de vaste reisgezellen op mijn jaarlijkse maandlange reis naar Andalusië. Men vindt het soms vreemd dat ik mijn werk meeneem op vakantie, maar als je een halfuurtje per dag je mails bekijkt dan is je werk ook gedaan. Dan kan je het je permitteren om een maand weg te gaan.

Ik probeer ook zoveel mogelijk papierloos te werken, dat zijn dan weer wat bomen gespaard.

 

Wat is uw guilty pleasure?

Ik heb er veel een paar daarvan mag je niet weten (lacht). Ik heb bijvoorbeeld lang getwijfeld tussen talen of wiskunde en uiteindelijk voor wiskunde gekozen. Maar ik ben nu ook heel veel bezig met taal. Ik heb bijvoorbeeld thuis nog hoge stapels boeken liggen, die dringend eens gelezen moeten worden.

Ik heb ook een echte competitiedrang. Ik wilde voor ik met pensioen ging alle West- Europese talen kennen en ik spreek de meeste daarvan al vlot. Nu ben ik Arabisch aan het lezen, want dat is ook een West-Europese taal nu.

 

Wat is uw favoriete gerecht?

Dat is moeilijk. Ik ben een bon vivant, ik kan niet zeggen dat ik dingen niet graag heb. Het enige dat ik echt niet lust, is ossentong. Dat is precies iets dat al in je mond gehad hebt! Ik kook ook zelf graag. Ik experimenteer, nu maak ik bijvoorbeeld vooral Arabische gerechten, dat past goed bij de taal. Ik heb ook eens paella gemaakt in Granada op een houtvuur. Je zou dus kunnen zeggen dat ik een Bourgondiër ben, maar ik hou niet van vreten. Als rector moet je ook heel vaak tafelen met andere mensen en dat heeft voor- en nadelen. Ik kan bijvoorbeeld achteraf thuis niet meer zeggen wat ik gegeten heb tijdens meetings. Die gaan meer over business dan iets anders. Dat vind ik jammer.

 

Wat is uw favoriete studentenvereniging?

WINAK natuurlijk! In hart en ziel! Ik ben laatst nog eens gaan cantussen, dat is daar een zotte bende en dat mag. Natuurlijk zijn er regels waaraan je je moet houden, maar amuseer u! Met alleen kennis geraak je niet ver!

 

Wat is uw favoriete wiskundige formule?

 Er zijn er veel natuurlijk. Maar er is er een die ik wel tof vind: eiπ = -1. Dit is de identiteit van Euler, een formule die alle domeinen van de wiskunde verenigt. Natuurlijk ben je als wiskundige ook misvormd: de nummerplaat van mijn vrouw bijvoorbeeld onthoud ik als een wiskundige formule.

 

Van welke uitspraak over de universiteit, ten slotte, wordt een rector wild?

Die waarmee ik begonnen ben: dat Universiteit Antwerpen tot de drie grote  universiteiten wordt gerekend. Eén van mijn programmapunten toen ik nog rector van RUCA was, was mezelf afschaffen en dat is gelukt: daarna zijn we door de fusie naar 22.000 studenten gegaan. Nu staan we in de top honderd van de beste universiteiten, dat had ik nooit durven denken.



de dwarsligger
10/03/2016
🖋: 

De homo sapiens studentus, of dwarsligger in de volksmond, is een bijzondere soort. Naast de kenmerkende activiteit van studeren, staan de exemplaren van dit ras vooral bekend als genieters van het (nacht)leven. Hebben zij ook andere geheimen prijs te geven? dwars zoekt het uit in hun natuurlijke habitat: het ouderlijke huis.

Je leest het goed. We presenteren je geen kotstudent in deze editie. De dwarsligger deze maand is (de wervel van) Julie Colpaert. Vier weken zonder onze hoofdredactrice in het redactielokaal, dat weegt. Tijd om een ziekenbezoekje te brengen en haar weer in dwars te krijgen, me dunkt. Ik klop aan zonder tros druiven en gewapend met een dictafoon.

 

Vele koffiedates hebben we al op onze teller, maar het is de eerste keer dat ik haar in bed aantref. Wat doen vier weken stilliggen met onze spring-in-het-veld? Ze grijnst: “Die vraag stel je alleen omdat je mij te goed kent!” Ik was mijn handen in onschuld. “Ja, mijn oma zei altijd al dat ik geen ‘zittend gat’ heb. Ze heeft geen ongelijk vrees ik. En ik herinner mij dat mijn ouders mij vroeger met een kookschort aan de stoel bonden zodat ik niet ging lopen tot iedereen van tafel mocht. Al kan dat misschien ook aan de voorgeschotelde kookkunsten liggen … Ik heb er alleszins een voorliefde voor lang en uitgebreid tafelen aan overgehouden. Maar jij alludeert uiteraard op mijn ongeval.” Haar stem klinkt even weer serieus. “Ik besef heel goed hoeveel geluk ik heb gehad. De aanrijding heeft mijn hele leven in tien seconden compleet overhoop gehaald. Maar ik mag niet klagen. En ik word ongelooflijk goed in de watten gelegd: post, bloemen, bezoek, taartjes en pralines … Ik word er alleszins niet magerder op.” Daar is onze moppentapster weer.

 

We krijgen gezelschap van Cécile. “Ze beschouwt mijn schoot als een upgrade van haar mandje”, verklaart Julie. Wanneer ik beken dat ik toch meer een hondenmens ben, veert Julie bijna overeind. “Katten hebben bij mij toch een streepje voor. Ik hou van hun onafhankelijkheid. Ze hebben iets majestueus over zich. Al blijft mijn favoriete dier bij uitstek toch wel de koningspinguïn.” Of ze zichzelf misschien spiegelt aan hun onhandige manier van lopen? “Lach maar! Ik zou mezelf heel graag even elegant zien voortbewegen als Cécile, maar helaas heb ik twee linkervoeten.” Ze haalt haar schouders op. “Laat het ons erop houden dat ik motorisch gestoord ben dankzij mijn kleine voeten: een schoenmaat 38 ten opzichte van mijn 1 meter 78? Logisch dat ik snel omval!” De voorbeelden van Julie haar onhandigheid zijn ondertussen legio en legendarisch. Onze variaronde tijdens vergaderingen kunnen onmogelijk saai genoemd worden dankzij haar verhalen over knallen tegen glazen deuren en kommen soep die in handtassen belanden. “De frase ‘schaamrood op de kaken’ is mij inderdaad niet vreemd”, lacht ze.

 

We halen nog andere variaverhalen op. Dat zijn er wel wat. Je verzamelt een hoop anekdotes op drie jaar tijd. “Drie jaar dwars”, zucht ze. We mijmeren even. “Wat een ongelooflijk schone tijd toch. Dat fantastische team, kunnen schrijven over wat jou interesseert: ik kan het iedereen aanraden!” Moest ik niet al in dit team zitten, ik zou me stante pede opgeven dankzij haar vurig enthousiasme. “Volgend jaar geef ik de fakkel door, maar dat ik het ga missen; amai mijne frak!” En dat wij haar gaan missen. Gelukkig fungeert ze in de tussentijd als bewaarengel. Vanuit haar bed, die hemel mag nog tientallen jaren wachten. Onze Julie krijgen ze niet klein!