de dwarsligger
22/03/2015
🖋: 

De homo sapiens studentus, of dwarsligger in de volksmond, is een bijzondere soort. Naast de kenmerkende activiteit van studeren, staan de exemplaren van dit ras vooral bekend als genieters van het (nacht)leven. Hebben zij ook andere geheimen prijs te geven? dwars zoekt het uit in hun natuurlijke habitat: het kot. Ward Bauwens is het slachtoffer van de maand. Als een patiĂ«nt op een koude metalen operatietafel opereerde dwars deze enthousiaste student geneeskunde. Dit zijn de resultaten van de biopsie


infectie

Groen en braaf kwam Ward in Antwerpen aan als competitief zwemmer en (quasi) geheelonthouder. Hij was een gemotiveerd atleet, stond ingeschreven als topsporter en zwom als een vis. Soms trainde hij zelfs drie keer per dag. Die gezonde levensstijl bleek weinig compatibel met het ritme van de discipelen van Hippocrates. Ward zag zich genoopt zijn studie serieuzer te nemen. Hij liet het zwemmen vallen en leerde zichzelf drie tot vier keer per week perte totale te zuipen. Eeuwig trouw aan zijn aquatische aard, dronk hij al die jaren als een vis.

 

Minder eten, meer drinken. Dat zeg ik al jaren en zag mijn wenkbrauwen dan ook achter mijn kruin verdwijnen toen Ward de weg naar dit inzicht zelf gevonden had! Studenten hebben het niet breed en drank is duur. Besparen kan door net géén fond te leggen voor het drinken. Wijze woorden, Ward!

 

epidemiYOLOgie

Ongeveer drie jaar geleden bezocht Ward de stad van de Scousers, Liverpool. Daar raakte hij aan de praat met de plaatselijke fauna. Zij waren onthutst dat Ward spontaan een gesprek kon aanknopen met vreemden. Zij vonden dat YOLO. Ward bracht deze term met zich mee en was één van de eersten die deze blijde Boodschap in onze contreien predikte. Laat de naam van onze eerste evangelist, Ward “B-Bosch” Bauwens daarom vereeuwigd worden in de annalen van dwars.

 

mutatie

Ondertussen wordt Ward steeds serieuzer. Zijn studies, evenals zijn katers, wegen jaarlijks zwaarder door. Daarbij komt nog dat uitgaan in Wilrijk sinds de sluiting van de Konijnenpijp (KP) en de Spoed aanzienlijk minder ongeremd is geworden. Zij die ingewijd zijn weten waar Ward het over heeft.

 

Daar wordt aan de deur gebeld, wie zou dat zijn?

 

Na een korte onderbreking van het interview komt Ward glunderend weer boven. In zijn handen heeft hij een plastic doosje. Rijst met kip. Van de Thaise buurvrouw. Ward zet trots zijn culinair cadeau op tafel. Eerlijk duurt het langst, vriendelijk komt het verst.

 

quarantaine

Een dwarsligger zonder seks is als een brood zonder gist. Ward toont me een boek dat hij van zijn vriendje kreeg voor Nieuwjaar. Het is een prentenboek met een rond gat in het midden, zoals een donut. Penis Pokey, uren leesplezier voor twee. Een aanrader voor elke boekenwurm.



stuver over de pijnpunten bij Ontwerpwetenschappen
22/03/2015
🖋: 
Auteur

In onze vorige editie publiceerden we een artikel over de problemen van de Faculteit Ontwerpwetenschappen, waar veel reactie op kwam. Daarom besloten we met een studentenvertegenwoordiger (of Stuver) te spreken om wat meer duidelijkheid te scheppen over zaken waar een vicedecaan niet kan of wil uitweiden. dwars sprak met Arno Beunen, Stuver in de Algemene Vergadering van de Studentenraad en in de Faculteitsraad van Ontwerpwetenschappen.

organisatorische rompslomp

Sinds het vertrek van decaan Kristiaan Borret wordt de Faculteit Ontwerpwetenschappen geleid door een uitgebreid dagelijks bestuur. Dit is een overgangsmaatregel, tot er een nieuwe decaan wordt aangesteld. In dat bestuur zetelen vicedecaan Sigrid Pauwels, de voorzitters van de Onderwijscommissies en faculteitsdirecteur Felix Hicguet. "De betutteling van de universiteit kan ik enerzijds wel begrijpen, omdat er in het verleden en ook nu nog inspanningen geleverd moeten worden om de inkanteling rond te krijgen," zegt Arno. "De samenwerking binnen de faculteit komt wel op gang, maar moet zeker nog uitgebreid worden. Een voorbeeld daarvan is dat studenten van Conservatie-Restauratie pas heel recent keuzevakken kunnen volgen bij Monumenten- en Landschapszorg. De samenwerking kan nog verbeterd worden op vlak van materiaal, infrastructuur, docenten, enzovoort. De opleidingen zitten nog te veel op hun eigen eilandje. Er is bijvoorbeeld veel vraag naar overkoepelende keuzevakken. Meer samenwerking kan alleen maar tot boeiende synergieĂ«n leiden. Al onze opleidingen draaien tenslotte rond ontwerpen."

 

   

 

Op financieel en praktisch vlak is er nu erg veel controle en minder vanzelfsprekendheid. “Op de hogeschool konden wij gewoon een pot verf kopen, de rekening binnenbrengen en dan kregen wij het geld terug. Nu is het een rompslomp met papieren en financiĂ«le diensten en dan nog krijgen we soms zelfs helemaal geen geld. Een studente heeft 160 euro moeten betalen voor materiaal dat normaal door de opleiding betaald wordt, maar hoewel dat al gemeld is aan de docenten, stroomt dat geld niet door tot bij haar.” EĂ©n van de positievere resultaten van de inkanteling was het oprichten van volwaardige organen voor studentenvertegenwoordiging. “Op de hogeschool was er geen gelaagde structuur van studentenvertegenwoordigers zoals dat nu op de universiteit het geval is. Vroeger was er wel een studentenraad die adviezen kon formuleren, maar echt inspraak was er niet. Dat is nu wel sterk verbeterd en de faculteit moedigt het Stuverschap nu ook aan.”

 

losliggende tegels

Een ander groot pijnpunt binnen de faculteit zijn de gebouwen van de campus Mutsaard. “Het belangrijkste probleem is dat de universiteit en de hogeschool nog altijd niet overeenkomen. De gebouwen worden gedeeld en in principe betaalt iedereen de helft, maar er is constant ruzie over wie welke rekening moet betalen. Er heerst een ‘voor wat, hoort wat’-mentaliteit die een logisch gebruik van middelen en lokalen in de weg staat. De communicatie verloopt zeer kinderachtig en de studenten zijn daar de dupe van. Door de academisering zijn er nu meer lessen in grotere groepen, terwijl we nog steeds maar één grote en drie kleinere aula’s hebben, waardoor studenten vaak in te kleine lokalen les krijgen.” Ook het onderhoud van de gebouwen laat te wensen over. “Gaten in de muur waar je een vinger kan doorsteken, trappen met losliggende tegels, ramen die met kozijn en al uit de muur vallen. Het duurde ook bijna een jaar om de glazen daken van de schilderslokalen, vernietigd door de hagelstorm vorig jaar, te repareren. Het onderhoud van de campus is een oud probleem, maar het raakt niet opgelost."

 

   

 

De elektronische leeromgevingen van de universiteit zijn ondertussen wel al goed ingeburgerd. “Op de hogeschool werkten we al met Blackboard, maar onze vakken werden via een aparte module binnen Blackboard geregeld. Oudere studenten hadden wat moeite met de omschakeling naar SisA, maar de nieuwe studenten zijn daar snel mee weg. Wel vervelend is dat er nu drie aparte systemen zijn: SisA, Blackboard en de externe webmail. We hebben nu ook binnen de faculteit administratief personeel dat zich specifiek bezighoudt met die systemen. Wat wel handig is aan SisA, is dat je het lessenrooster kan linken aan je agenda op je smartphone en op Apple Calendar.”

 

De gedrevenheid waarmee Arno spreekt, maakt duidelijk dat hij erg betrokken is bij de problemen van de faculteit. "Als Stuvers proberen we natuurlijk ons best te doen om ervoor te zorgen dat de studenten zo min mogelijk last hebben van al die problemen. Met de inkanteling hebben we vaak onze plan moeten trekken, maar na twee jaar word je dat wel een beetje beu. Hoewel het niet altijd even vlot loopt, is er toch al veel vooruitgang geboekt." De Stuvercultuur vindt echter maar langzaam ingang op de faculteit. "Studenten zijn vaak geneigd om proffen aan te spreken met praktische problemen, maar dat zijn juist zaken waar Stuvers voor bestaan.”



microscoop op wetenschap
22/03/2015
🖋: 

Sinds begin 2013 heeft Antwerpen een stevig drugsbeleid. Het controleren van het drugsgebruik van de hele populatie is een groot struikelblok, maar sinds kort is er een nieuwe onderzoeksmethode die hier verandering in kan brengen. Professor doctor Alexander van Nuijs van het departement Farmaceutische Wetenschappen en doctor Janelle van Wel van het departement Epidemiologie en Sociale Geneeskunde van Universiteit Antwerpen staan dwars te woord.

Het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) verklaarde in 2008 dat er geen methode bestond die drugsgebruik makkelijk en snel in kaart kon brengen. Het centrum sprong met deze uitspraak de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) bij, die een jaar eerder een soortgelijke vaststelling deed. Met steun van deze twee organisaties is toen een grootschalig project van start gegaan: Sewage-based epidemiology. Dit onderzoek had als doel om het drugsgebruik precies in kaart te brengen en om gegevens internationaal te vergelijken.

 

onderzoeksmethoden

Ten tijde van de uitspraken van het EMCDDA en de UNODC waren er geen objectieve gegevens voor handen. Om zicht te krijgen op het drugsgebruik, moest men het hebben van peilingen en enquĂȘtes. Deze onderzoeksmethoden hebben echter een aantal bezwaren.

 

Ten eerste kunnen er geen vaste en objectieve resultaten gehaald worden uit de enquĂȘtes. Deze peilen immers wel naar druggebruik, maar het komt zeer vaak voor dat de gebruiker geen idee heeft van de hoeveelheid. Niet alle lijntjes coke zijn even lang en het inschatten van de gebruikte hoeveelheid is dus geen evidentie. Bovendien word je als deelnemer ook nog eens verondersteld om je gebruik over een langere periode bij te houden. Weet jij nog wat je als lunch had vier weken geleden? Juist, hier wringt het schoentje al. Je kan er dus niet van uit gaan dat de deelnemers eerlijk en waarheidsgetrouw hun formulier invullen. Onvermijdelijk geeft dit een over- of onderrapportage van het drugsgebruik weer.

Onderschattingen kunnen ook het gevolg zijn van de onwetendheid van de opstellers. De enquĂȘtes bevragen de gekende verslavende middelen; zoals speed, coke en cannabis. Wanneer er echter een nieuw product op de markt komt of een nieuwe naam wordt gebruikt, wordt deze niet mee opgenomen in de enquĂȘtes en verkrijg je dus geen gegevens over dit gebruik.

Het grootste struikelblok is dat er ongeveer twee jaar vertraging zit op de verkregen gegevens. De tijd die kruipt in het opstellen, het afnemen, het analyseren en interpreteren maakt dat je met een drugsbeleid nooit kort op de bal kan spelen.

 

Toen bedacht een aantal slimme koppen plots dat je rioolwater kan beschouwen als een verdund urinestaal van de bevolking. Wat als we een collectieve urinetest uitvoeren op basis van rioolwater en zoeken naar excretieproducten van drugs? Sewage-based epidemiology kan komaf maken met de eerder genoemde bezwaren. Niet alleen staat dit onderzoek toe om uiterst objectieve gegevens te verzamelen, het doet dit ook nog eens in real time. Je moet immers niet meer twee jaar op de gegevens wachten; de cijfers liggen twee weken later al op je bureau.

 

meer dan afvalwater verzamelen

Het basisconcept van sewage-based epidemiology-tests is het bepalen van enorm lage concentraties (nanogram per liter) excretieproducten van drugs in afvalwater. Stel je voor dat je vijtig kilogram suiker oplost in het water van Loch Ness en dat je dan de suikerconcentratie in dat water moet bepalen. Dat is de opdracht waar de zestien Europese onderzoeksgroepen per staalname voor staan.

 

De staalname is ook meer dan gewoon een fles onderdompelen in het riool. Om betrouwbare informatie te verzamelen, moeten er representatieve stalen verzameld worden. Dit gebeurt met behulp van van speciale infrastructuur aan de instroom van een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Deze neemt gedurende 24 uur in tijdsintervallen een staal. Hierbij wordt er ook nog eens rekening gehouden met het weer want als het regent is er meer water in de omloop en moet je dus ook meer water verzamelen. Anders meet je onterecht een kleinere concentratie drugsresten.

 

Wanneer het staal gezuiverd is, is het klaar voor de analyse. Hiervoor gebruikt men vloeistofchromatografie gekoppeld aan massaspectrometrie. Als resultaat verkrijg je dan een grafiek (zie verder) met op de x-as de tijdcoĂ«fficiĂ«nt en op de y-as de hoeveelheid metabolieten, in dit geval de hoeveelheid drugsrestanten. Elke stof heeft een specifieke tijd om door het apparaat te gaan en op deze manier is het mogelijk om de verschillende metabolieten van elkaar te scheiden. Uiteindelijk worden de concentraties ook nog terug omgezet naar de hoeveelheid gebruikte drugs; uitgedrukt in eenheden milligram per dag per duizend inwoners. In deze berekeningen wordt ook een correctiefactor gebruikt, want niet elke soort drugs wordt op dezelfde manier uit het lichaam geĂ«xcreteerd.

 

Uiteraard weet je met deze gegevens niet of veel mensen weinig drugs hebben gebruikt, of een kleine groep een enorme drugsvoorraad heeft weggewerkt. Maar je krijgt wel een algemeen beeld van een gemiddeld gebruik per dag in een bepaald gebied. Zo kan je veranderingen, zowel geografisch als temporeel, zien optreden in het drugsgebruik. De eerder besproken enquĂȘtes kunnen wel een hulpmiddel zijn om de resultaten van rioolwateranalyses verder te onderzoeken. Wanneer deze twee onderzoeksmethoden gecombineerd worden, krijgt men een unieke kijk op het drugsgebruik. Een dergelijk onderzoek werd laatst uitgevoerd in Lier, maar het is nog even wachten op de resultaten.

 

 

de ene drug is de andere niet

De sewage-based epidemiology kent verschillende toepassingen. Niet enkel de illegale drugs, maar ook nicotine, cafeĂŻne en zelfs dieetwaarden kan men via afvalwaterstalen achterhalen.

Voor het drugsonderzoek is het echter boeiend om te weten of de stoffen die gevonden worden ook daadwerkelijk zijn gebruikt. De kans bestaat immers ook dat een hele voorraad drugs in uiterste nood gewoon is doorgespoeld. Dat maakt de analyse een pak lastiger en daarbij is de moeilijkheidsgraad productafhankelijk.

 

Verschillen per product ontstaan immers doordat ons lichaam elke stof op een andere manier uitscheidt. CocaĂŻne wordt bijvoorbeeld door ons lichaam in een totaal andere stof omgezet: als je deze nieuwe stof meet, weet je dus zeker dat de cocaĂŻne gebruikt is. Andere stoffen zoals XTC worden onveranderd teruggevonden in de urine. Dan kan er dus heel moeilijk achterhaald worden of wat we meten gebruikt of gedumpt is. Er zijn wel al een aantal casereports uitgevoerd waar er gigantische concentraties XTC werden geregistreerd. Na omrekenen moest er besloten worden dat het niet allemaal om ingenomen drugs kon gaan. Anders had een hele populatie overvloedig drugs moeten nemen. Met zulke zaken wordt er dus wel degelijk rekening gehouden, cijfers worden niet klakkeloos aangenomen.

 

Europese vergelijkingen

Met zestien Europese onderzoeksgroepen die elk op dezelfde manier stalen verzamelen en analyseren, is het kinderspel geworden om het drugsgebruik van verschillende grootsteden met elkaar te vergelijken. In 2010 is er een Europees consortium opgezet en sindsdien wordt er elk jaar in maart een grootschalige staalnamecampagne op poten gezet in de 45 deelnemende grootsteden. De vorige jaren stelde men op deze manier vast dat het cocaĂŻnegebruik relatief gezien hoger ligt in het westen van Europa. Nederland, BelgiĂ«, het westen van Duitsland en Zwitserland zijn koplopers in het cocaĂŻnegebruik. Methamfetamine geeft een totaal ander beeld; hier staan de Oost- en Noord-Europese landen op kop.

 

Ook BelgiĂ« doet een vergelijkend onderzoek op kleinere schaal in eigen land. Zo worden verschillende steden met elkaar vergeleken en worden ook topmomenten voor drugsgebruik ontdekt. Oudejaarsavond blijkt een topdag te zijn voor het cocaĂŻne- en XTC gebruik, maar ook Pasen scoort hoog. Een weekend in de stad blijkt ook aantrekkelijker om te gebruiken dan een weekdag op het platteland.

 

de toekomst van het rioolwater

Omdat het onderzoek nog niet erg lang loopt, is het nog te vroeg om veranderingen in het drugsgebruik over de jaren heen te kunnen vaststellen. Er worden uiteraard schommelingen vastgesteld, maar het is te vroeg om hieruit conclusies te trekken. Als het onderzoek echter nog jaren loopt, is het niet enkel mogelijk om vergelijkingen binnen Europa te maken, maar ook in eigen land over periodes heen. Een ideaalbeeld binnen de sewage-based epidemiology is nog steeds om het hele jaar door elke dag verschillende stalen te kunnen verzamelen binnen heel Europa. Momenteel is dit logistiek nauwelijks haalbaar, maar er wordt wel gekeken of het mogelijk is om verschillende staalnamecampagnes op een jaar uit te voeren.

 

Er zijn dus nog tal van mogelijkheden om het onderzoek verder uit te breiden. Stilaan krijgen we wel een beter beeld van het drugsgebruik en daar heeft de sewage-based epidemiology een enorme steen toe bijgedragen. Het drugsbeleid zou hier enorm bij kunnen baten.



de Antwerpenaar
22/03/2015
🖋: 

In de rubriek ‘de Antwerpenaar’ laten we je kennismaken met een Antwerpenaar die inspireert, intrigeert of amuseert. Iemand met een interessante visie en een hart dat klopt voor ‘t Stad. dwars stapt deze maand in de naar yoghurt ruikende auto van comedian en student Kamal Kharmach en waagt zich doorheen de Antwerpse verkeerchaos. Een kwartier later parkeren we vlak voor de Agora, maar aan het korte autoritje heeft Kamal genoeg om zich – onbewust, zo blijkt later – als comedian te profileren.

“Of ik mijzelf grappig vind?” Druk nee-schuddend zet Kamal de lattĂ© weer neer. “Ik vind dat heel moeilijk om van mezelf te zeggen. Wel merkte ik al vroeg dat anderen mij grappig vonden.” Kamal koppelt deze ontdekking aan zijn overgewicht. “Ik ben altijd erg dik geweest en weet ook dat mensen me op die manier zien. Je leert erg snel reageren op een toegeroepen ‘hey dikzak’ en mijn gevatheid bleek mensen aan het lachen te brengen.”

 

humor met inhoud

Nochtans was het nooit de ambitie van Kamal om comedian te worden. Wel was hij geboeid door Richard Pryor, Chris Rock, Dave Chapelle en Michael van Peel. Hij beschrijft ze als “hilarische mensen die een boodschap in de humor achterlieten”. De impact van deze subtiele maar stevige boodschappen deden hem vraagtekens plaatsen bij de reikwijdte van zijn columns. Want ook Kamal zat met een ei, dat hij al schrijvend probeerde kwijt te raken. “Maar columns schrijven werkte niet. Alleen de mensen die sowieso al voor je zijn, nemen de moeite om ĂŒberhaupt je blog te lezen. Of de mensen die de facto al tegen je standpunt zijn en waar je dus al niets meer aan hebt. Twijfelaars bereik je niet.”

 

Deze 23-jarige student Sociaal-Economische Wetenschappen kreeg door de eerder vermelde comedians het idee om zijn mening eens anders te formuleren. Hij verdiende de kost als maatschappelijk werker bij Samenlevingsopbouw toen een act afmeldde op een evenement. Het ideale moment voor Kamal om zich te tonen, maar zijn voorstelling viel tegen: "Mijn grappen waren nog te inhoudelijk en te weinig humoristisch." Kamal wil dan ook niet echt de grapjas uithangen, maar hij wil zijn humor vooral gebruiken om maatschappelijke problemen aan te kaarten. "Je ziet dat ik niet de comedian om de comedian wil zijn."

 

Toch was er die avond iemand van Nuff Said die hem opmerkte en zijn potentieel zag. Zo rolde Kamal in een collectief voor nieuw comedy talent dat toerde langs de culturele centra van Antwerpen. Hij bouwde een reputatie op en nog geen jaar later stond hij in de finale van Humo’s Comedy Cup, waar hij de eerste plaats aan zijn neus voorbij zag gaan. “Maar ik ben blij dat Lukas Lelie gewonnen heeft. Hij is al langer bezig, zijn set was af en hij was klaar voor the next level. Ik was dat nog niet. Bovendien voel ik nu al te veel druk, druk om te moeten scoren. Als ik eerste was geweest, had ik daar nog meer last van gehad.”

 

Marokkaanse Vlaamse Belg

“Ik ben gewoon Kamal. Ik heb toevallig Marokkaanse roots, maar ik ben wel hier geboren. Ik ben zo Belg als het maar zijn kan.” Toch merkt hij dat veel mensen schrik hebben of racistisch zijn. “Maar ik kan hen dat niet kwalijk nemen. Onbekend is onbemind. Bovendien heeft de media ons beeld gekleurd. Er moet een tegengewicht zijn, zoals een sympathieke Adil in De Slimste Mens. Hij helpt echt de publieke opinie mee vorm te geven. Er zijn altijd wel een paar mensen die zeggen: "stinkende maroef". Maar al bij al zijn er nu een miljoen mensen die al één persoon minder slecht vinden. Adil helpt misschien wel hun gedachten te nuanceren. Dat is echter een werk van lange adem. Wie weet draag ik daar mijn steentje wel toe bij. Misschien ook niet. Misschien is het morgen met mij gedaan en moet iemand het van mij overnemen. Maar er moet iets veranderen aan de maatschappij. Niet iedereen met andere roots staat op ontploffen.”

 

en verder?

“Heel toevallig ben ik net erg aan het nadenken over de toekomst. Wil ik verder gaan in comedy? Er bestaat voor mij geen eerlijkere kunst. Je staat echt naakt op het podium, vooral als de mensen niet lachen. Voor publiek staan is vaak heel confronterend en soms ook heel frustrerend. Je moet dat dus heel graag doen om het vol te houden. Ik merk tegenwoordig dat ik soms verglijd in het grappen maken om grappig te zijn. Ik voel me daar niet erg comfortabel bij.”

 

Ook zijn directeurschap van het Vlaams-Marokkaanse cultuurhuis Daarkom in Brussel, stelt hij in vraag. “Het is een behoorlijk stresserende, maar vooral heel boeiende job. Ik doe het heel graag en leer ongelooflijk veel bij. Daarkom is een fantastisch initiatief. Daarom zal het moment waarop alles niet meer te combineren valt, het onverbiddelijke moment waarop ik moet kiezen welke carriĂšre ik wil volgen, mij ongelooflijk zwaar vallen.”

 

“Wanneer ik nu nadenk over mijn toekomst, kom ik altijd terug op lesgeven. Onderwijs. Ik zou heel graag die kant opgaan. Maar eerst moet ik mijn thesis hier aan Universiteit Antwerpen nog afmaken, daar wil ik echt nog vol voor gaan. De toekomst zal zich daarna wel uitwijzen.”



vervanging, vermindering en verfijning
22/03/2015
🖋: 

BelgiĂ« zit vol muizen en ratten. In ons onderzoeksintensieve en farmacie-industrierijke land worden er zo’n 600.000 proefdieren gebruikt. Dit komt neer op ongeveer een proefdier per vijftien Belgen. Dit cijfer ligt een stuk hoger dan het Europees gemiddelde, namelijk een proefdier per veertig Europeanen. Ook aan Universiteit Antwerpen wordt onderzoek gedaan met behulp van proefdieren. dwars onderzocht hoe dat nu precies in zijn werk gaat en sprak professor Peter Paul De Deyn en doctor Debby Van Dam. Zij doceren beiden Animal Laboratory Science en behoren bovendien tot de Commissie Ethische Dierproeven van de universiteit. 

vervangen, verminderen en verfijnen

Aan Universiteit Antwerpen krijgen alle studenten die biomedisch en biologisch wetenschappelijk onderzoek doen les in Animal Laboratory Science. Professor Peter Paul De Deyn en doctor Debby Van Dam staan aan het hoofd van deze afdeling. “Dit onderzoek kan fysiologische aspecten bevatten, bijvoorbeeld het bestuderen van de motoriek bij het zwemgedrag van vissen. Op dit moment is het zanggedrag van spreeuwen vanuit biologisch oogpunt een belangrijk onderzoeksdomein is. Bepaalde gedragingen kan je terugbrengen tot neurofysiologische of pathologische processen. Deze resultaten worden geĂ«xtrapoleerd naar de mens en zo kan je iets leren over de humane conditie. Maar het kan ook ecologisch onderzoek betreffen, zoals een milieuverontreinigingsonderzoek in de regio Antwerpen”, aldus professor De Deyn. 

 

Professor De Deijn en doctor Van Dam behoren tot de Commissie Ethische Dierproeven van de universiteit die de nationale wetgeving in de praktijk controleert en beoordeelt. Zo moeten alle dieren die worden gebruikt voor proefdierkundig onderzoek van erkende fokkerijen afkomstig zijn. Bovendien moeten alle laboratoria die in BelgiĂ« dierproeven uitvoeren een erkenning hebben. Voordat een proef mag worden gedaan, moet het onderzoeksplan worden geĂ«valueerd en goedgekeurd door een ethische commissie. De commissie beoordeelt niet alleen het ethische aspect – moeten we per se testen op muizen of kan het ook op wormen? – maar staat ook garant voor kwalitatief onderzoek. Als men wil afwijken van de regulering, dan moet daar vrijstelling voor worden gegeven door het Deontologisch ComitĂ© dat op Vlaams niveau werkt. Alvorens het honoreren van de vrijstelling, moet er eigenlijk geen andere optie zijn. "Als er op een of andere manier toch een mogelijkheid is om dieren van een erkende fokker te gebruiken voor jouw project, zal je geen vrijstelling krijgen."

 

Professor De Deyn licht het belang van deze standaardisering toe: “Dertig jaar geleden gingen wij naar een boer als we konijnen nodig hadden voor een onderzoek, maar achteraf bleek dan bijvoorbeeld dat de lever van die konijnen vol met wormen zat. Ons onderzoek was dan eigenlijk niets meer waard.” Die provisorische manier van onderzoek bedrijven is lang verleden tijd dankzij de regulering. â€œEr wordt nu extreem nagedacht voordat men zelfs een experiment overweegt. Er wordt zeer gedetailleerd nagegaan wat de meerwaarde van een experiment is en hoe we dat experiment valide kunnen houden met een zo klein mogelijk aantal proefdieren.” Deze waarden worden samengevat in de zogenaamde drie V’s: het zoeken naar methoden die dierproeven vervangen, verminderen en verfijnen. Professor De Deyn geeft toe dat hij die vroeger wat extremistisch vond, maar nu ten volle koestert: â€œwij zijn op het ogenblik primair de vrienden van mensen die staan voor dierenwelzijn.”

 

de onderzoeksaanvraag

Doctor Van Dam zet uiteen wat een onderzoeksaanvraag bij de ethische commissie nu precies inhoudt: â€œOnderzoekers moeten een soort kosten-batenanalyse maken waarbij ze in detail vermelden welke diersoorten ze nodig hebben en waarom dat de beste keuze is. Daarnaast moeten ze statistisch kunnen aantonen dat er een voldoende, niet overdreven aantal dieren gebruikt wordt om tot een waardevol onderzoeksresultaat te komen. Vervolgens moeten alle handelingen die op de proefdieren worden uitgevoerd in detail worden uitgelegd. Op basis daarvan wordt er een inschatting gemaakt van het mogelijk ongemak voor die dieren. Dit wordt dan ingedeeld in de niveaus licht, matig en ernstig. Er zijn dierproeven waarbij dieren het onderzoek overleven: ze ondergaan een interventie en men bekijkt het effect ervan. Anderzijds zijn er terminale dierproeven waarbij een dier onder anesthesie gebracht wordt, er metingen gedaan worden en het dier na de dierproef niet meer wakker wordt.” Na het onderzoek wordt er geĂ«valueerd in een retrospectieve analyse. â€œOnderzoekers gaan dan na of ze hun onderzoek goed hadden ingeschat. Bijvoorbeeld welk ongemak ze dachten dat ze gingen aanbrengen en of in de loop van het experiment duidelijk geworden is hoe dat de volgende keer beter kan.”

 

 

het mekka van biomedische wetenschappen

Proefdieren zijn nog altijd heel controversieel. In het verleden heeft prof. De Deyn deelgenomen aan publieke debatten over proefdieren en hij relativeert meteen de overtuigingen van de Anti Dierproeven Coalitie. â€œDe voorzitter kwam voor een debat naar mij toe en zei: 'Zet uw onderzoek over dementie verder, want ik zou het weleens nodig kunnen hebben.' Toen betraden we de arena en speelden we ons spel.” Professor De Deyn vervolgt zijn betoog en gaat verder over cosmetica. â€œDierenleed voor het zich opsmukken, nee, maar plaats dat ook in een context. Onderzoek ten behoeve van mensen met brandwonden of zuurmutilatie of wat dan ook, kunnen ook gebruikt worden voor louter esthetica, al is dat niet de primaire zaak. Een ander punt is de Softenon-story. Tienduizende kindjes werden zonder armen en benen geboren, ondanks het feit dat er proefdieren waren gebruikt. Er zijn dierenrechtenactivisten die dit verhaal als tegenargument gebruiken. Dit onderzoek is echter niet correct uitgevoerd. Men had muizen en ratten onderzocht, maar bijvoorbeeld geen konijnen. Als we die wel onderzocht hadden, zouden we vastgesteld hebben dat ook hun jongen onderontwikkelde ledematen hadden. In essentie gaat het erom dat we verfijnen, verminderen, vervangen zoveel als we kunnen, omdat we het leuker vinden en ook omdat het goedkoper is trouwens. We kunnen nu met gevalideerde methodes kijken of iets toxisch is voor de lever of de nieren in celculturen. Maar het blijft belangrijk dat finaal te toetsen in een intact organisme. Men realiseert zich vaak wel degelijk dat het doel niet de middelen heiligt, maar het doel rechtvaardigt een respectvolle opzet om vooruitgang te creĂ«ren in de biomedische wetenschappen.”

 

Volgens professor De Deyn zou er vanuit de universiteit veel opener gereageerd mogen worden op kritiek op bepaalde dierproeven: “Ik praat hier nu niet als Universiteit Antwerpen official. Ik ben maar de voorzitter van de commissie, maar mijn leuze is "communiceren". Ook over de meest gevoelige dingen. Ik vind het mooi en positief om daarmee naar buiten te komen. Ik zou er graag over in debat gaan. Natuurlijk willen we het aantal proefdieren verminderen en we dragen dat hoog in het vaandel, maar je moet ook kijken waar je voor staat als land en als gemeenschap. BelgiĂ« is het mekka van biomedische wetenschappen.”

 

mens en dier

Over de vraag of proefdieronderzoek zich vooral richt op de mens, is professor De Deyn duidelijk: “In mijn lessen begin ik standaard met de mededeling dat biomedisch onderzoek het verbeteren van het welzijn van mens en dier op deze planeet beoogt. Wat betreft aandoeningen zoals Alzheimer, beroertes, longkanker, enzovoort verzamelen we natuurlijk gegevens voor het gebruik bij de mens. Voor mij staat de mens nog altijd centraal, maar is het dier ook zeer belangrijk. Een dier heeft echter geen rechten en plichten zoals een mens, omdat het die niet kan nakomen, maar een dier heeft wel het recht om zo humaan mogelijk behandeld te worden. Ik vind persoonlijk dat de mens het dier kan aanwenden voor zijn welzijn, op voorwaarde dat er respect is voor het welzijn van dat dier.“

 

Doctor Van Dam wijst erop dat er allerlei websites en databases bestaan die voor bepaalde testen een valabel alternatief voor proefdieren bieden en in dat geval worden onderzoekers verplicht om deze te gebruiken. Professor De Deyn gelooft echter niet dat er ooit voldoende alternatieven zullen bestaan om dierproeven volledig te vervangen. â€œIk denk bovendien dat geen enkele proefdierkundige dit nastreeft. Als je dierproeven gaat stoppen vanwege het dierenlijden, verschuif je dat lijden enkel van het dier naar de mens. Als je kijkt naar hoe we met de dieren omgaan, is dat over de decennia alleen maar verbeterd. Dit is ook belangrijk voor het onderzoek, we willen dieren geen stress bezorgen. Stress bij dieren maakt namelijk dat we niet-valide resultaten bekomen. Dat proberen we te allen tijde te voorkomen. Kortom: vervanging, vermindering en verfijning.”



de dwarsdoorsnede
22/03/2015
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Redacteur Stijn liet zich meeslepen door het historisch-biografisch drama Selma en kwam na een tweetal uur overweldigd de zaal uit.

Stel, u gaat naar een film die te boek staat als biografische prent over Martin Luther King, Jr. Wat verwacht u dan te zien? Een ensemble aan hoogtepunten uit Kings carriĂšre, waarbij er chronologisch gesprongen wordt tussen decennia? Een plot doorspekt met archiefbeelden die een docu-achtige stijl in de hand werken, of eerder vol flitsende flashbacks over een jonge King stuitend op onbegrip vanwege zijn donker pigment? Op zijn minst de legendarische I have a dream-speech en als tragische afsluiter de geslaagde moordaanslag in Memphis?

 

sweet home Alabama

Wel, ik kan u enigszins opgelucht vertellen dat Selma bovenstaande hypothese negeert. In plaats van in te zetten op ‘het bekende’, verkiest regisseuse Ava DuVernay te focussen op Kings ondernomen acties in het Alabama van de jaren ’60. 1965 om precies te zijn, een jaar nadat president Johnson de Civil Rights Act ondertekende en zo een eind maakte aan raciale segregatie in the land of the free. Echt vrij waren Afro-Amerikanen echter niet: ondanks de wet ontbeerden ze nog steeds het recht om te stemmen. ‘‘Not on my watch,’’ moet King gedacht hebben, waarna hij koers zette richting stadje Selma om daar vreedzaam te protesteren. Wat volgt is een leerrijke en vooral aangrijpende geschiedenisles, die mij – en ik gok veel andere niet-Amerikanen – tot dusver onbekend was.

 

Dat wil echter niet zeggen dat DuVernay niet ‘herkauwt’: de openingsscùne waarin een zwarte dame op leeftijd (u herkent Oprah Winfrey) wordt geweigerd aan het stemloket door de ‘blanke-eikel-van-dienst’, zou de plagiaat commissie doen smullen moest Selma een academische paper geweest zijn. Alsook de typische, vertraagde close-ups aan het einde van de film (wees gerust, er volgen geen spoilers) waarbij een stukje tekst telkens de toekomst van een personage uit de doeken doet. Precies volgens het boekje, maar daar wringt net het schoentje: wij willen eens iets anders, Ava!

 

‘‘Ava-wie?’’, vraagt u zich waarschijnlijk af, imdb.com al geopend in een nieuw tabblad. Een logische reactie, want DuVernay maakte tot dusver slechts twee langspeelfilms, die geen van beide een release in BelgiĂ« kende. Met Selma breekt ze echter globaal door, en dat doet ze in stijl. Want waar de hierboven beschreven scĂšnes ietwat tekort schieten, maakt de rest van de film dat namelijk volledig goed. Gedisciplineerd uitgevoerde cuts tussen Kings interne keuken, de nodige actie (in de vorm van protestmarsen-gone wrong) en beraadslagingen in het Witte Huis, brengen een coherent narratief tot stand dat niet verveelt.

 

sterren in wording

Maar Selma is vooral dĂ© performance van David Oyelowo, die een bijzonder overtuigende King neerzet – inclusief indrukwekkende oraties. De Brit met Nigeriaanse roots toont na vele bijrollen klaar te zijn voor het grote werk. Aan zijn zijde Carmen Ojogo als Coretta Scott King, aan de overzijde Tom Wilkinson als president Johnson. Met vervolgens Tim Roth, Andre Holland, Giovanni Ribisi en oh ja, Oprah Winfrey als bijrolacteurs, zit de cast wel snor.

 

Ik kan Selma blijven bewieroken en nog uitweiden over enkele parels van scĂšnes (die in de bar na de eerste protestmars bijvoorbeeld, of die met de meisjes in de kerk!) en nominaties van verschillend allooi, maar eigenlijk wil ik u aanmanen niet langer naar mij te luisteren en de film simpelweg te gaan bekijken. Van een kale reis keert u niet terug.

 



de dwarsdoorsnede
22/03/2015
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Na twee jaar doet de Ierse poprockband The Script opnieuw België aan. Deze keer laten de drie getalenteerde mannen de Antwerpse Lotto Arena vollopen.

Na een volle Ancienne Belgique in 2011 en nog vollere Vorst Nationaal in 2013, leek The Script het even te druk te hebben voor België. De korte toer doorheen Europa in 2014 deed onder andere Amsterdam en Hamburg aan, maar liet ons kleine landje links liggen. De teleurstelling duurde echter niet lang, want kort daarop mochten de Belgische fans tweemaal juichen; de groep werd toegevoegd aan de line-up van Rock Werchter 2015 en zou halt houden in Antwerpen op 19 maart 2015.

 

Het is druk, die 19de maart in Antwerpen. Niet alleen The Script laat een grote concertzaal vollopen, Lionel Richie trakteert het Sportpaleis ook op een muzikale avond. Colton Avery houdt echter de vroege vogels al bezig met een eerste voorprogramma. Hij brengt een vijftal nummers en begeleidt zichzelf met de gitaar. Zijn muziekgenre sluit prima aan bij The Script, in tegenstelling tot Tinie Tempah die de zaal even omtovert in een heuse discotheek, waardoor een aantal aanwezigen verschrikt opkijkt. Helaas voor hen brengt Tinie Tempah een voorprogramma van jewelste, de hoeveelheid nummers valt niet meer te tellen. Het moet gezegd worden, deze Britse rapper is amusant, maar na veertig minuten hebben ook de liefhebbers het wel gehad en is de hunkering naar de Ierse band te groot. Na een drie keer bijna-einde geeft hij eindelijk het podium door aan The Script.

 

 

Na anderhalf uur wachten, zijn ze daar dan eindelijk. Al krijgen we ze eerst op groot scherm te zien, wandelend door the backstage. Al gauw wordt duidelijk dat ze niet op het podium gaan verschijnen, maar achterin de zaal. En ja hoor, tussen de groene lichtgevende vlaggenstokken komen de drie Ieren de zaal binnen gemarcheerd. “I know you’re missing home. It’s so long since you’ve been. And that live you had in Dublin now ain’t nothing but a dream.” Met Paint the Town Green herinneren ze ons graag aan St. Patrick’s Day van twee dagen eerder. De groene lichten en het nummer zijn niet de enige ‘subtiele’ verwijzingen naar hun thuisland. Zo draagt de microfoon van frontman Danny O’Donoghue een jasje van de Ierse vlag en kunnen we niet naast de rosse baard van gitarist Mark Sheehan kijken.

 

Eenmaal op het podium spreekt Danny ons vol energie toe: “Antweeeeerp!” en krijgt daarbij meteen het publiek al tot springen en meezingen. Breakeven is het volgende nummer, maar eerst heet drummer Glen Power ons nog even welkom. Hij is duidelijk de minst extraverte van de drie.

 

 

Wanneer het Mark zijn beurt is om het woord te nemen, wordt de zaal heel even muisstil. Hij vertelde ons over zijn vrees voor hoogtes en bekent dat zelfs het podium hem al angst aanjaagt. Waarna hij het nummer Man On A Wire aankondigt. Een nummer van hun nieuwste cd, waarvan de videoclip pas recent verscheen. Ook Danny wil hier nog wat over kwijt, hij drukt ons op het hart dat er vooral geen green screens aan te pas zijn gekomen. Hij heeft daadwerkelijk op die draad gestaan. Impressive. Paar dagen wordt echter deze kennis gedeeld met heel de wereld op Facebook en voelen we ons niet langer meer bevoorrecht. 

 

Wanneer de intro van Nothing begint te spelen, vraagt Danny wie er een ex-lief kan opbellen. Een jongeman steekt zijn overgaande gsm toe. Danny wacht even en spreekt dan in de – inmiddels opgenomen – gsm: “Hi, I’m Danny of The Script. Here are a couple of people who want to say ‘hi’.” Waarna het publiek haar toeschreeuwt. “We have something to say to you.” De intro start over en het is aan de ex om de boodschap te begrijpen. Am I better off dead. Am I better off a quiter. They say I’m better off now, then I ever was with her. We hebben deze mythe al eens horen waaien; bij het bekijken van de videoclip van het nummer werd er al een dergelijke actie beweerd in een comment. (Tijdens deze toer is er echter ook beeldmateriaal van verschenen.) Nu hebben we het werkelijk mogen aanschouwen en aan het einde van het nummer heeft Danny nog steeds een verbonden gsm vast. Uiteraard is dit een niet alledaagse actie op het podium, maar wanneer het elk concert herhaald wordt, verdwijnt er toch wat van de originaliteit. Wanneer de zanger afsluit met "Goodbye, a**hole!", daalt hij in de achting van uw redacteur, die nu ook erg benieuwd is naar de gedachten van de ex-vriendin.

 

 

Het drietal verdwijnt opeens van het toneel en het ronde projectiescherm vanachter in de zaal blijkt plots een piepklein podium te onthullen. Een ouderwetste piano en drumstel worden vergezeld van de mannen. Hier worden de zachte nummers heel intiem gebracht. Never Seen Anything “Quite Like You” en The Man Who Can’t Be Moved doen het publiek verstommen, er wordt enkel fluisterend meegezongen. Mark en Glen lijken stil te worden van de aandacht hier, in tegenstelling tot Danny die zich kiplekker schijnt te voelen met de enkele spot op hem gericht. Hij maakt een overwinningsronde met armen in de lucht vooraleer de treden weer af te dalen. Mark houdt de leuning stevig vast en aarzelt nog even vooradat hij uit ons zicht verdwijnt.

 

Terug op the main stage worden we nog verwend met een greep uit de topnummers. Superheroes maakt de zaal helemaal wild en de micro wordt doorgegeven op de eerste rij. En hoewel we onze stembanden al pijnlijk voelen, worden ze niet gespaard. Danny trakteert de rechtste zijbeuk door daar een van zijn laatste nummers te komen zingen. Benieuwd hoe lang deze zanger dit nog gaat blijven doen, vanuit de staanplaatsen is nog steeds duidelijk te zien hoe er aan hem wordt getrokken en gesleurd. Bovendien boeten de nummers hierdoor aan kracht in, waardoor de concertzaal even zijn swung verloren lijkt te hebben. We moeten achteraf er allemaal weer even inkomen. Spijtig.  

 

Wanneer Six Degrees Of Seperation doorheen de boxen galmt, wordt er een bordje omhoog gestoken: “here are six women with desperations”. Ondertussen telt het publiek steeds mee af op de vingers. First, you think the worst is a broken heart. What's gonna kill you is the second part. And the third... Ze moeten ons de tekst niet meer aanleren.

 

 

Na For The First Time verdwijnt de band weer van het podium. De lichten worden gedimd en we willen kost wat kost die bis nummers nog binnenhalen. Het melodie wordt aangehaald en luidkeels door de zaal herhaald.

 

Uiteraard dagen de mannen weer op. The energy never dies mocht dan ook zeker niet ontbreken en blijkt een uitstekend bonusnummer te zijn. Ook No good In Goodbye is een mooi afscheidsnummer, maar afsluiten doen de heren toch met Hall Of Fame, het nummer waarmee ze in 2012 wereldwijd doorbraken. U zal wellicht bekend zijn met de versie met rapper Will.I.AM. Ze kozen ervoor om de oorspronkelijke versie te brengen. Hierdoor lieten ze toch wel een kans liggen, Tinie Tempah had hier mooi de rap kunnen overnemen.

 

 

Bij de laatste minuten dwarrelt zilveren confetti uit de lucht die je rillingen bezorgt wanneer ze langs je zwaaiende armen verder omlaag zweven. Het is wel duidelijk dat die bis nummers sowieso nog moesten komen. Wellicht was het gewoon fijner geweest als er niet weer een extra onderbreking was geweest en dat ze meteen over waren gegaan tot het slot. Na een krachtig en lang concert, geraak je wel weg zonder bis nummers te brengen. Bij de laatste noot worden er nog eens heuse slingers afgevuurd en is het tijd om echt afscheid te nemen van de Ieren.

 

Wanneer de lichten weer aanspringen, plukt uw redacteur van dienst nog gauw een confetti uit haar haar. Deze wordt zorgvuldig in de achterzak gestoken, het is eens een ander aandenken dan een duur tour-t-shirt. Verschillende nagenieters drummen de zaal uit met de opgeraapte slingers rond de nek gedrapeerd.

 

Op weg naar huis wordt er niet veel meer gezegd, de stemmen zijn te schor en de hoofden dwalen nog af naar de eerdere uurtjes. Eenmaal thuis draait al snel de cd nog een keer voordat de laatste lichten van de dag worden gedoofd.



acht wachtwoorden, honderdendrie triljoen mogelijkheden
21/03/2015
🖋: 

Van particulieren tot grote bedrijven en universiteiten, iedereen gebruikt het internet. Een cyberaanval op onze gegevens doet ons dan ook stijgeren. Hackers lijken in onze privĂ©gegevens op het internet te kunnen snuffelen zonder dat iemand daar wat aan kan doen. We delen zelfs vaak informatie zonder het te weten of te willen. Hoe veilig zijn onze gegevens nog? Welk deel van het internet is nog echt privĂ©? Of is het internet van iedereen?

piratenpartij en privacy

“Informatica heeft altijd gaten.” Een internationale beweging die erg begaan is met deze werkelijkheid is de Piratenpartij. dwars sprak met Arthur Govers, een ervaren partijmilitant. Op dit moment is de Piratenpartij vooral bezig met thema’s als privacy en auteursrecht. Zij vraagt een aanpassing van de wetgeving hieromtrent, omdat ze vindt dat die door recente internetevoluties voorbijgestreefd is. Gratis downloaden van muziek moet volgens de partij niet bestraft worden, want alles wat op het internet staat is van iedereen. Ik vraag Arthur of hij vindt dat er nog een plaats moet zijn op het internet die enkel van jou is. “Ja, maar dat is nu niet het geval. In de cloud is alles van iedereen. Je hebt er zelf geen controle over welke gegevens je deelt en welke niet.”

 

Arthur is zijn geloof in privacy dus kwijt. Bedrijven als Microsoft en Facebook vormen grote machtsconcentraties op het internet. Zij kunnen unilateraal over de gegevens van hun users beslissen door hun terms and conditions aan te passen, zoals Facebook onlangs deed. De Piratenpartij wil deze machtsconcentraties doorbreken. Ook Universiteit Antwerpen is onlangs user geworden van Microsoft en als user heb je geen rechten, volgens Arthur. “Wat als Microsoft haar terms and conditions zo aanpast dat de universiteit de controle over haar gegevens verliest?” Dat kan niet volgens Paul Fremau, departementsverantwoordelijke ICT van de universiteit. “Wij hebben contracten met Microsoft, die garanties geven over privacy en eigendomsrecht. Dat is ook de reden waarom we juist Microsoft gekozen hebben. Zij garanderen in tegenstelling tot andere gratis diensten wel die veiligheid.”

 

Het gaat, zoals Arthur zegt, niet alleen over de macht van grote bedrijven, maar ook over wie je nog bent als mens: “Op het internet wordt je bijvoorbeeld muziek aangeraden die je leuk zal vinden, op basis van eerdere zoekopdrachten. Wat als dat systeem je beter begint te kennen dan jij jezelf kent? Dan begin je je vrijheid als mens te verliezen.” Arthur vertelt er wel bij dat hij niet vindt dat de Piratenpartij het juiste antwoord heeft op deze uitdagingen. “Het is geen beweging die op zoek is naar een ideale samenleving, maar ze probeert wel een reactie te zijn op de huidige samenleving. Dat doet ze door relevante vragen te stellen over de plaats van het internet, want het web niet gebruiken is in deze maatschappij geen optie meer.”

 

de waakhond vervalsen

Dat beseft ook Universiteit Antwerpen, die net zoals andere universiteiten en bedrijven verschillende internetservices aanbiedt. Zo heeft zij haar eigen wifi-netwerk, waarop alle studenten en professoren kunnen inloggen. We gebruiken ook verschillende online services van de universiteit, zoals Blackboard, SisA, en de e-mailservice. Maar hoe veilig zijn de gegevens op die diensten? dwars zocht het uit.

 

De veiligheid van de gegevens op de diensten van de universiteit hangt af van een gebruikersnaam en een wachtwoord. “Dit systeem wordt ook gebruikt door de andere universiteiten en ook door de grote wireless-internetaanbieders in BelgiĂ«,” drukt Paul Fremau mij op het hart. Verbinding maken met een wifi-netwerk van dit type gebeurt meestal automatisch, zodra de gebruikersnaam en het wachtwoord één keer zijn ingegeven (het gaat om een WPA2 bedrijfsnetwerk, nvdr.). Onze devices sturen de gebruikersnaam en het wachtwoord door naar een authenticatieserver. Deze verifieert de gebruikersnamen en wachtwoorden en laat je op basis daarvan toe op het netwerk.

 

Inloggen op het netwerk van het type dat de universiteit gebruikt, kan dus enkel met de juiste gebruikersnamen en wachtwoorden, want de authenticatieserver houdt als een waakhond alle indringers tegen. Net hier wringt het schoentje. Een authenticatieserver namaken is immers niet zo moeilijk. Hoe dat moet, kan je zelfs op het internet vinden. Als je die doe-het-zelf authenticatieserver combineert met een device die een wifi-signaal kan uitzenden – iets wat bijna elke smartphone kan – dan heb je je eigen bedrijfsnetwerk. Zo kan je dus op een plaats gaan zitten waar veel studenten komen en daar gebruikersnamen en wachtwoorden verzamelen. Zoals een van onze bronnen zei: “Eigenlijk is gewoon rondlopen in de studentenbuurt met een laptop genoeg.” Het is zelfs mogelijk dat gebruikers zonder het te weten verbonden zijn met een fake netwerk, omdat de meeste devices automatisch met dat netwerk verbinding willen maken.

 

Toch zit hier een moeilijkheid voor eventuele hackers. Hoewel de systeembeveiliging die wordt gebruikt ervoor gekend is de gebruikersnamen leesbaar door te sturen, worden wachtwoorden beveiligd met een versleuteling (voor de geĂŻnteresseerden, de beveiliging is een EAP-MSCHAP (v2), nvdr.).

 

tamme hackers, grof geweld

Gelukkig! Je gegevens zijn toch veilig. Voor diegenen die The Imitation Game gezien hebben, is het duidelijk hoeveel moeite het kost om versleutelde boodschappen te kraken. En dan nog heb je er een geniaal brein voor nodig. Toch is ook de juiste wachtwoorden achterhalen niet heel ingewikkeld, zoals onze 'tamme' hackers bewezen. Zij achterhaalden op de manier die hierboven werd beschreven acht gebruikersnamen en versleutelde wachtwoorden van studenten.

 

Om de versleuteling van de wachtwoorden te kraken, gebruikten onze hackers eerst iets wat in het jargon een 'woordenboekaanval' heet. Dit soort cyberaanval heeft echter alleen effect op mensen die hun gegenereerde wachtwoord van de universiteit veranderd hebben naar iets voor de hand liggend. Wachtwoorden uit de inschrijvingsbrief van de universiteit kunnen op deze manier dus niet worden gekraakt. Die wachtwoorden zijn wel een gemakkelijke prooi voor iets wat een 'brute force attack' heet, omdat de universiteit bij het genereren van haar wachtwoorden enkele restricties gebruikt. Door de restricties die de universiteit hanteert voor het genereren van haar wachtwoorden, is het aantal mogelijke wachtwoorden ook beperkt: er blijven 103 triljoen mogelijkheden over.

 

103 triljoen? Het zal wel heel wat tijd en een supercomputer kosten om al deze mogelijkheden te vergelijken met de versleutelde wachtwoorden. Dat is gedeeltelijk waar, maar onze hackers pasten ook hier een mouw aan. Zij zijn er dankzij een beetje codeerwerk in geslaagd het proces te versnellen. Zo hebben zij op zes dagen tijd zes van de acht versleutelde wachtwoorden kunnen kraken. Dat is ongeveer een wachtwoord per dag, met een succesratio van 75 procent. Bovendien bestaan er diensten op het internet die wachtwoorden kraken, als je de juiste parameters invoert. Zij bieden een succesratio van 100 procent aan (uiterst illegaal en tegen betaling, uiteraard).

 

De mogelijke gevolgen van zo’n aanval spreken voor zich. Doordat het wachtwoord nu achterhaald werd, kan een hacker inloggen op alle diensten van de universiteit. Hij kan je mails lezen, Blackboard openen en SisA gebruiken. Voor een malafide hacker zijn de gegevens die op SisA staan een goudmijn: ze kunnen niet alleen adressen van studenten verkrijgen, maar ook bankgegevens. Als gebruikers het wachtwoord van de universiteit gebruiken om op andere diensten in te loggen, kan de hacker ook hier gegevens verzamelen. Je punten veranderen is echter moeilijker, vertelt Paul Fremau: “Ten eerste zijn die slechts een beperkte tijd vlak na de examens beschikbaar. De veranderingen die gebeuren worden gelogd, we weten dus van waar ze aangepast worden. We kunnen ze dus gemakkelijk terugtracen naar specifieke computers. Bij andere inbreuken is dit al eens gedaan. Je punten veranderen is immers wettelijk strafbaar.”

 

hackpreventie

Is er dan geen licht aan het einde van de tunnel? Zijn we allemaal gedoemd en worden onze gegevens vroeg of laat toch gestolen? Gelukkig zijn er enkele maatregelen die je zelf kan treffen om te voorkomen dat je gehackt wordt. Eerst en vooral is het belangrijk meerdere wachtwoorden te hebben. Zo kunnen hackers niet binnen op andere diensten die je gebruikt. Ook kan je je wifi-verbinding uitschakelen wanneer je die niet nodig hebt of op je device aanduiden dat er niet automatisch verbinding mag gemaakt worden met een netwerk. De valse authenticatieserver werkt immers het best wanneer er geen interferentie is met de echte authenticatieserver. Dat betekent dat hackers die de beschreven methode gebruiken vooral toeslaan op plaatsen waar geen UAntwerpen-netwerk aanwezig is.

 

Ook Universiteit Antwerpen kan enkele maatregelen treffen om haar netwerk beter te beveiligen. De gemakkelijkste manier om het probleem op te lossen is speciale karakters toevoegen aan de wachtwoorden en ook de lengte van de wachtwoorden uit de inschrijvingsbrief laten variĂ«ren, zeggen onze hackers. Voor huis-tuin-en-keuken-hackers zou het dan al onmogelijk zijn om met een 'brute force attack' de versleuteling van de wachtwoorden te hacken. Dat zou te veel tijd in beslag nemen. Bovendien zou je dan een echte rekencomputer nodig hebben. De hackdiensten op het internet beschikken echter wel over gespecialiseerde apparatuur. Wachtwoorden aanpassen is de verantwoordelijkheid van de studenten zelf, volgens Paul Fremau. “De universiteit raadt het immers ook aan de gegenereerde wachtwoorden te veranderen.” De parameters die je best toepast zijn te vinden op de webmailapplicatie en op de website van de universiteit. Ook de handleidingen van het Infocenter ICT voor studenten kunnen helpen de surfervaring op de universiteit veiliger te maken.

 

Een andere manier om hackers tegen te houden ligt in het systeem zelf. Zo is er de mogelijkheid om op de authenticatieserver certificaten in te stellen. Een certificaat zorgt ervoor dat je device eerst de echtheid van de authenticatieserver verifieert. Zo kunnen hackers dus niet aan je gebruikersnaam of wachtwoord komen door middel van een valse authenticatieserver en ben je dus beter beveiligd. Die certificaten bestaan wel op het universiteitssysteem, het gebruik hiervan kan worden ingesteld op client-toestellen. Dit wordt toegelicht in de handleidingen van het infocenter ICT. De universiteit kan dit echter niet zelf afdwingen, volgens het departement ICT.

 

Een andere manier om het netwerk beter te beveiligen, is het gebruik van een andere soort beveiliging (EAP-TLS, nvdr.). Dit soort beveiliging is veel sterker, maar ze is minder gebruiksvriendelijk. “Als we dat wel zouden willen doen, moeten we een commercieel pakket aankopen van 25.000 certificaten. Dat is een investering die in de honderdduizenden euro’s zou lopen. Ook andere universiteiten en hogescholen hebben dit niet gedaan. Het is naast de budgettaire overwegingen ook belangrijk steeds een afweging te maken tussen gebruiksvriendelijkheid en veiligheid,” zegt Paul Fremau. Wat wij wel kunnen doen is beter communiceren over cyberveiligheid.” Het is echter onmogelijk een beveiliging te maken die volledige veiligheid garandeert. “Onbreekbaar bestaat niet,” zegt één van onze hackers, “maar de wachtwoorden die de studenten nu krijgen toegezonden door de universiteit zijn 100 procent crackable.”



post uit Praag 3
18/03/2015
🖋: 

Gisteravond is Asia me komen opzoeken in Ivan’s huis. We hebben spontaan besloten vandaag naar Kutna Hora te liften, een stadje tachtig kilometer buiten Praag. De grootste trekpleister van Kutna Hora is het Ossuarium van Sedlec. In deze ondergrondse bottenkapel is alles van mensenbotten en schedels gemaakt: de graftombes, de ornamenten aan het plafond, de kandelaars en de wanddecoratie.

 

Om twaalf uur gaan we op pad. Om bij de snelweg te komen moeten we door een overdekt winkelcentrum heen. We raken verdwaald en vragen een medewerkster naar de uitgang. Zij spreekt geen Engels maar een toevallige passant vraagt wat we zoeken. We leggen uit dat we de uitgang zoeken om bij de snelweg naar Kutna Hora te komen omdat we willen liften. “That’s OK, walk with me” zegt de man die zich introduceert als Roman. Hij woont vlakbij Praag, heeft zojuist met zijn dochtertje een film bezocht en brengt ons bij een benzinestation langs de weg naar Kutna Hora. Onderweg vertelt hij enthousiast over Skoda, het automerk waar hij al vijftien jaar werkt. In vliegende vaart noemt hij productiecijfers, concept cars en modellen. Bij het benzinestation nemen we dankbaar afscheid en stappen uit. Er staat één auto bij het station, de eigenaresse stapt net in. We tikken op het raam en vragen naar Kutna Hora. “Sure, jump in!” We hebben onze duim geen seconde omhoog gehad, ons bord met ‘Kutna Hora please J’ zit opgevouwen in de tas. De dame stelt zich voor als Lucy en vertelt over Kutna Hora. Ze komt uit Praag maar woont sinds zestien jaar vlakbij Kutna Hora, middenin een bos. Haar dichtstbijzijnde buur woont een kilometer verderop vertelt ze trots. Lucy heeft drie kinderen en elf honden. Elf pitbulls. We reageren verbaasd. “Oh, elf is niets”, lacht Lucy. “Ik had enkele jaren geleden tweeĂ«ndertig honden. Maar met drie kinderen is dat wat veel.” Lucy blijkt ook eenden, een geit en twee konijnen te hebben. A buzzy household. â€™s Ochtends opent ze de deuren van haar huiskamer, dan gaan de honden op jacht en de andere dieren grazen. Helemaal zonder problemen is Lucy’s huishouden niet: met haar zoon van zestien maakte ze veel ruzie en hij besloot recent bij haar man te gaan wonen, van wie Lucy gescheiden is.

 

Ze zet ons af bij de Barbory kerk in Kutna Hora, bovenaan de heuvel. Vanaf daar slingert de weg via smalle, middeleeuws ogende steegjes naar beneden, langs bont gekleurde gevels. Het stadje is niet erg groot, maar het aantal kerken is enorm. Vlakbij de circustent is de bottenkapel. De kandelaren van botten, de graven, het ziet er bizar uit. “I have a mission for you”, fluistert Asia. “You have to pick the best spot where you would leave your skull.” Ik kijk rond. Asia wijst naar het standbeeld van Jezus aan het kruis boven het altaar. “If I die, I want them to fit my skull in the face of Jesus Christ. Now, what is your pick?”

 

’s Avonds liften we terug. Een Aziatische man met de naam Kandy spreekt gebrekkig Engels, maar wil ons helpen. Enthousiast rijdt hij ons naar het treinstation. We leggen uit dat we geen trein willen, maar de weg naar Praag. Kandy begrijpt ons niet. We proberen duidelijk te maken wat we willen. “Road to Prague”, “cars to Prague”, driving to Prague”. Dan begrijpt Kandy het en tien minuten later zet hij ons af bij het centrale busstation. Shit.
We nemen vertwijfeld afscheid en lopen naar de supermarkt. Vanaf daar brengt een koppel ons naar de rotonde richting Praag. Na een kwartier stopt een jongeman zijn auto. Tony heet hij. “I know a great place to hitchhike, along the highway to Prague”, zegt hij. Zijn auto stinkt een beetje en zit onder de stickers van energiemerk Monster. Hij werkt voor Skoda, nachtdiensten van zeven ’s avonds tot zeven uur ’s ochtends. Iedere vijfenveertig seconden levert hij een nieuwe Skoda stoel af, vertelt hij trots. Tony vertelt dat hij graag meer geld wilt verdienen en dat hij gek is op wiet en eenmaal naar Manchester is gereisd om erg dronken te worden. Hij kijkt me aan en grijnst. Een slecht gebit. Asia zit in de stoel achter me en klemt haar nagels in mijn arm.

 

Het is na zeven uur en donker als we uit Tony’s auto stappen; het daglicht is al naar bed. Tony neemt hartelijk afscheid en scheurt weg. “I don’t think he was sober”, meent Asia. Het is maar de vraag of Tony ons heeft geholpen met zijn goede bedoelingen. We staan midden op de snelweg, ver van een stadscentrum en treinstations verwijderd. Er is een smalle strook gras, maar geen echte plek voor auto’s om te stoppen. We besluiten voor een half uur te proberen een rit te krijgen en als het niet lukt naar Kolin te wandelen, het dichtstbijzijnde dorp. Hoe ver dat van hier is, weten we niet. Ik houd de moed erin, “it’s all-in the game!” en met bord in de hand en duim omhoog wagen we het erop. Al na vijf minuten worden we opgepikt door een man in een sportieve Ford, hij stelt zich voor als George. George blijkt zes jaar professioneel rallyrace coureur te zijn geweest, en dat laat hij zien. In razende vaart knallen we voorbij talloze auto’s. De teller tikt geregeld 180 kilometer per uur aan. De rijbaan is eigenlijk een tweebaansweg, een rijstrook voor elke richting, maar George maakt er een drieweg van: we passeren rechts van ons de auto’s die ‘too slow’ rijden, links rijden de auto’s de andere richting in. Van die kant komen herhaaldelijk toeters en lichtsignalen. George knalt door en nog voor acht uur zijn we terug in Praag. Onze schedels hebben we nog. Op naar de sleutels.

 



de dwarsdoorsnede
15/03/2015
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Afgelopen zondag was het weer eens een feestje in Trix café, met niemand minder dan Dvkes in het voorprogramma en Ex Hex als hoofdact. Rocken geblazen!

Wie eens in Trix cafĂ© is geweest, weet dat dit een ĂŒbergezellige ruimte is, amper de grootte van een pub. Maar je krijgt wel 2 voor de prijs van 1, de formule waar dwars zo zot van is. Namelijk een cafĂ© en een live optreden in één. En aangezien dwars gepaard gaat met een zekere kennis van zaken, ook betreffende cultuur (check zeker onze warme muzikale aanbevelingen op de site), kan je er van op aan dat het een oorgasme was.

 

Rocken begon met Dvkes, een kwartet van onbeholpen jongens met een sterke sound. Toen deze nog onder de naam The Dukes gingen, stonden ze in de finale van Frappantpop en deelden ze muzikale klappen uit bij De Beloften en Humo’s Rock Rally. What’s in a name? Veel! Want bij een nu coole groep hoort ook een coole naam, dachten de jongens en die werd dan ook snel veranderd naar Dvkes.

 

Hun klanken doen denken aan de Britse pop/indie/rock formule die onze eigen Black Box Revelation eerder zelf al adopteerde, weliswaar in iets heverige vorm. Nummers als Happy, Lucy Called My Name en Mockingbird horen we graag wat meer! Dit is een band van eigen kweek om zeker in het oog te houden en zie ik dus graag op festivals verschijnen.

 

Leuk meegenomen natuurlijk, maar de echte sensatie waarop we ongeduldig stonden te wachten was Ex Hex, een trio power vrouwen uit - hoe kan het ook anders - Amerika. Op de eerste rij, met niets om het zweet op te vangen tussen ons en de drie rockgodinnen stonden we te kijken hoe de gitarist en hoofdzangeres van de band, Mary er op stond haar eigen gitaar aan te sluiten, de sound te checken en alle minuscule details nog eens te controleren. Zo een finesse, zo een engagement! Schattigheidsfactor 10 met een edgy kantje. We waren verliefd


 

En lichtjes geĂŻntoxiceerd  toen de andere twee dames op het podium verschenen. De basgitariste Betsy in een opvallend kort shortje met paillettjes dat duidelijk een ensemble vormde met het vestje dat Mary aanhad. De dames delen dezelfde kleerkast. Handig. Ook Laura, de blonde drumster kwam achter haar instrument zitten, weliswaar minder glamoureus en duidelijk net (niet) genezen van een valling. Dit kleine detail werd echter op slag uit het geheugen gewist toen de dames hun gitaren deden kreunen en de ene riff de andere opvolgde. Ook niet mis: alledrie droegen ze een Harley Davidson T-shirt.

 

Live zijn deze godinnen zeer indrukwekkend. Ze kennen hun nummers door en door: de klanken die je op de plaat hoort worden ook zo gereproduceerd, zonder dat deze monotoon overkomen. Het is een echte rockshow met een soort underground gevoel. Precies of je naar  een gloednieuwe, nog onbekende band luistert die je aan je vrienden kan aanraden en kan zeggen dat ‘jij hen als eerst ontdekt hebt’.

 

Voeg daaraan de onderlinge dynamiek toe in de band en je krijgt een sexappeal dat door het dak gaat. Een vrouwelijke drumster: check. Een basiste die haar benen niet kan thuishouden en deze maar al te graag ten toon stelt door ze in de lucht te kicken: check. Een voorzichtig ingetogen leadzangeres/gistariste met een indringende blik en een zwoele stem: check. Deze dames tikken alle vakjes aan!

 

Voor hun orginele clips verwijzen we graag door naar YouTube, waar je kan vinden: het psychedelische Waterfall, het meezingbare How You Got That Girl, de jaren ‘70/’80 videoclip van Don’t Wanna Lose en de humoristisch geladen Hot and Cold clip die sterk doet denken aan de mini films van de Foo Fighters. U zult er geen spijt van hebben!