dwars doorheen Antwerpen
12/03/2015
🖋: 

Aentwaerpe gij zeh’ gah vör mij toch de stad waar as ek zen gebore.. En als niet, dan ben je een Nederlander die hier studeert. Want dat is Antwerpen: studentenstad, maar ook modestad, koekenstad, havenstad en onze stad. De highlights van onze skyline zijn inmiddels voor iedereen al gekend. Maar voor wie eens graag van de vertrappelde toeristenweg dwaalt, weet dat er veel meer te ontdekken valt in de verborgen hoekjes en geheime steegjes van onze prachtige metropolis. Laat je met dwars meevoeren naar nog ongekende oorden en ontdek Antwerpen elke keer opnieuw. Deze keer gaan we op jacht naar fijne koffiezaakjes, lunchcafĂ©s, hippe bars. Hoe zorg je er nu voor dat je niet verzuipt in het keuzeaanbod? dwars stelt drie (ietwat verborgen) pareltjes voor.

Hoewel niet ver van de Stadscampus, is Madamoiselle Moustache een zaakje waar je nog niet omver gelopen wordt door al het studentengespuis dat tijdens de springuren een koffietje wil gaan halen. Hier geldt dan ook: fijn de tijd nemen. De inrichting is een mix van retro en curiosa. Kijk eens goed om je heen en je vindt een oude motorfiets, plastic dino’s en de leukste kaartjes en flyers aan de muur. Naast de ‘gewone’ koffie zijn er ook allerlei met-siroop-en-slagroom-en-nog-meer-varianten op de menukaart te vinden en op de behangrol aan de muur staan de lunch-suggesties voor die dag. Wij kiezen voor een Zorro (op aanraden van eigenaresse Karolien) en een Jasmijnthee. Met een fijn jazz-muziekje op de achtergrond en de zonnestralen door het grote raam is het echt een plekje om te genieten. ‘Er komt hier heel verschillend publiek’, vertelt Karolien. ‘Er komen studenten, oudere mensen, mensen alleen.’ Ze heeft de zaak zo ingericht zoals ze zelf is, naar haar eigen smaak. ‘Ik wil dat dit een plek is waar mensen graag komen, gewoon met een kop koffie en een krant, ongedwongen sfeer.’ Dat doen wij maar al te graag! Psst.. De witte chocoladetaart is gevaarlijk lekker!

 

 

In het zonnetje fietsen we richting Centraal Station en gaan we voor de volgende break naar Esco*Bar. Een ietwat drukkere zaak, vooral rond lunchtijd. Ze hebben dan ook een zeer uitgebreide kaart met ontbijt, soepen, broodjes en salades. Vooral nu met de lente op komst is het buitenterras (achterin) een heerlijke plek voor een break. Eigenaar Koen benadrukt dat zij goede koffie belangrijk vinden, maar geen koffiezaak claimen te zijn. De cappuccino en chai latte zijn echter bijna net zo lekker als de eigenaar zelf. Bovendien is het servies bij Esco*Bar ook een lust voor het oog. Je grootmoeder zou er jaloers op worden. De sfeer is ontspannen en om ons heen zitten met name twintigers en dertigers gezellig te kletsen of aan een laptop te werken. Een week later zaten we er weer, op zaterdag om te ontbijten, zalig! 

 

 

Met de cafeïne stromend door onze aderen fietsen we door naar Borgerhout. Bar Leon ligt aan een gezellig pleintje waar veel ouders met kinderen in het speeltuintje genieten van de laatste namiddag-zonnestralen. Wij hebben wel genoeg koffie op en kiezen voor een pintje en een casis-munt-limoen-limonade. Binnen is het een gezellige in- en uitloop van kleine kinderen in hippe leggings en ouders met pintjes in de hand. Aan de toog een paar vaste gasten en op de bovenverdieping worden heuse tenten gebouwd. We spreken met Bert, samen met Matthias sinds vijf jaar eigenaar van Bar Leon. ‘Dit cafe is vooral gericht op deze wijk, maar er komen ook mensen van daarbuiten. Het publiek is erg verschillend. Er komen ouders met kinderen, maar ook studenten. Onze grote troef is het terras, er is veel zon en er zijn geen auto’s.' Op donderdag en vrijdag kan er ook gedineerd worden en op zondag is er een brunchbuffet.

 

 

Het is eens wat anders dan de gewone terrasjes doen en na al die gezelligheid hebben we weer zin gekregen om verdere verborgen schatten van koffiezaakjes te ontdekken. Eerst even bekomen van de cafeĂŻnerush, maar binnenkort mag je weer een opgewekte speurtocht naar de ultieme energieboost van ons verwachten!



de dwarsdoorsnede
09/03/2015
Bron/externe fotograaf

Stef Depover

🖋: 
Auteur

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. We zagen de theatervoorstelling Reizen Jihad in Monty. De zaal was volzet, met enthousiast jong publiek en een daverend applaus. Het theater is weer gered. Regisseur Junior Mthombeni maakte het stuk met SINCOLLECTIEF en zegt in Het Journaal: "het gaat ook over u, over uw kinderen. Dus die verhalen moeten wij nu brengen, dat heeft een hoogdringendheid." Ik zeg: move over Tanja Nijmeijer, hier is Kersje. (Kriekske voor de vrienden)

Reizen Jihad is opgezet door de reisleider die een studie Rechten, straathoekwerk en een snackbar op 't Kiel opgeeft voor een gat in de markt: Reizen Jihad. Kersje, een jonge Belgische bekeerlinge, vertrekt naar SyriĂ« om te strijden. Ook haar vader bekeert zich. Dit doet oma en moeder Godelieve om hen rouwen. Ze zien het als een vloek op de familie. De radicale keuze waar het in de familiekroniek om gaat richt zich niet per se op SyriĂ«. Het richt zich eerder op mensen die willen strijden voor een hoger doel, wat niet altijd even duidelijk is hun omgeving. Reizen Jihad linkt de SyriĂ«strijders met andere idealistische strijders: Oostfronters, FARC-, Franco-, pro-Poetin, pro-IsraĂ«lstrijders enzovoort. Om aan de hand daarvan het verhaal van jonge Belgen te vertellen die naar het front vertrekken op zoek naar heldendom.

 

 

Reizen Jihad brengt een genuanceerd verhaal: verschillende interpretaties en perspectieven komen aan bod. De materie wordt belicht vanuit elke denkbare invalshoek. Gaandeweg word je geconfronteerd met de vraag wanneer (en waarom) een keuze afgedaan wordt als idealisme of terrorisme. Dat hangt er maar net vanaf aan welke kant van het conflict de beoordelaar staat. Een simpel decor in een multimediale voorstelling, krachtige monologen van levensechte personages, beelden uit SyriĂ« en gezangen van Hassan Boufous zorgen voor een gelaagdheid in beeld en geluid die de gelaagdheid in inhoud complementeert.

 

Jammer van het dansintermezzo op drievierde van het stuk. Is theater geen theater als er geen raadselachtig naakt of onverklaarbare beeldtaal inzit? Vandaar de wilde man en vrouw in witte leggings die mij helaas niet konden prikkelen en wiens performance ik vooral als stijlbreuk ervoer. Daarmee wil ik overigens niet zeggen dat die dans an sich niet heel goed was. Gelukkig maakt de humor veel goed. Personage Ayoub relativeert het heldengevoel buiten de gevechten om: "er is natuurlijk ook huishoudelijk werk, als je aardappels begint te schillen, begin je na te denken."

 

Zoek je een recensie over de andere kant van aardappels schillen tijdens een oorlog? dwars heeft er nog eentje uit de oude doos.



Frappant txt-on-stagewedstrijd
08/03/2015
🖋: 

Kasten vol boeken staan aan de kant geschoven en maken zo plaats voor een bescheiden verhoging, waarop eenzaam een microfoonstandaard prijkt. Stoelen en tafeltjes vullen de leegte voor het podium op. In de hoek van de zaal staat een geĂŻmproviseerde toog, diagonaal ertegenover een fotohokje. Het is duidelijk: bibliotheek Permeke verkeert niet in haar normale staat. Vanavond dient zij dan ook als strijdtoneel voor een literaire clash, die de 8 finalisten van Frappant TXT zullen uitvechten.

Frappant TXT is een txt-on-stagewedstrijd die uitgaat van de provincie Antwerpen en Creatief Schrijven vzw. Zoals presentatrice Sascha Reunes vermeldde, is er flink gesnoeid in de subsidies voor de culturele sector. Frappant TXT is dan ook één van de weinige literaire wedstrijden die de kop boven water houdt. ‘Maar dat mag de vreugde niet drukken, vanavond wordt het gesproken woord gevierd’, roept ze enthousiast door de microfoon, en zo gaat de vierde editie van start.

 

Dilemma’s

Beurtelings komen de finalisten aan bod. De één brengt metaforische poĂ«zie, de ander reciteert een kort stukje proza. Beide vormen zijn toegestaan, zolang het maar om een voordracht van ongeveer vijf minuten gaat. Dat de performers uit meer dan 170 tekstinzendingen terecht tot de beste 8 zijn verkozen, blijkt uit het niveau dat ze deze eerste ronde tentoonspreiden. Torenhoog is het. De vakjury, bestaande uit bibliofiel Rudy Vanschoonbeek, journalist Peter Briers en stadsdichter Stijn Vranken, heeft de zware taak drie kandidaten te selecteren voor een tweede ronde.

 

Tijdens de pauze, terwijl het publiek zich naar de bar verplaatst, weet ik in het tumult deelnemer Midas De Saedeleir af te zonderen voor een kort gesprek. "Ik ben toevallig bij Frappant terecht gekomen", vertelt hij me, "toen ik het op een pamflet zag staan tijdens een festival in Gent. Wie tot één van de 36 laureaten werd verkozen, kreeg de mogelijkheid workshops te volgen als voorbereiding op de voorrondes. Ik heb dat toen echter niet gedaan, simpelweg omdat ik niet wist wat Frappant precies inhield." De 24 jarige bracht een tekst met als titel De Grote Lentekuis. "Ik vond het moeilijk te beslissen welke tekst ik zou voordragen. Na de voorronde heb ik wel die workhops aangegrepen, als kans om raad te vragen over mijn dilemma. Het verhaal dat ik nu heb verteld, had de gepaste spanningsboog voor de tijd die ik kreeg."

 

Niet veel later worden alle finalisten op het podium ontboden en deelt Vanschoonbeek mee wie doorgaat en afvalt. Moya De Feyter, Sara Eelen en ja hoor, Midas De Saedeleir maken nog kans op de geldprijs en literaire faam die met het winnen van deze wedstrijd gepaard gaan. Meteen moeten ze terug aan de bak. De vijf overige kandidaten plaatsen zich lichtjes teleurgesteld tussen het publiek, waar de knuffels van familieleden soelaas bieden.

 

En de winnaar is...

Na een tweede passage van de drie verkozen finalisten, bereikt de avond zijn hoogtepunt. De jury heeft namelijk beslist wie victorie mag kraaien. Op één staat Moya De Feyter. Gejuich en applaus golven door de zaal. Dolgelukkige supporters stormen tot achter de coulissen om de 21 jarige studente te feliciteren. De vierde editie van Frappant TXT kent zijn winnaar. Midas strandt op de derde plaats, na Sara Eelen die tweede eindigt.

 

Terwijl de viering voetbalgelijke proporties aanneemt, begeef ik mij naar de uitgang van de bibliotheek. Moeilijk te vatten dat hier morgen weer, in alle rust en vrede, boeken gelezen en uitgeleend zullen worden.



de dwarsdoorsnede
07/03/2015
🖋: 
Auteur

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Redacteur Kaj werd aangenaam verrast door The Imitation Game.

Ik ga niet meer zo regelmatig naar de bioscoop. Vroeger ging ik liefst zo vaak als mijn portemonnee en tijd het toeliet, maar in de loop der jaren is mijn plezier aan een nieuwe film in een grote zaal behoorlijk afgenomen. Niet alleen omdat het publiek van vandaag de dag het steeds moeilijker schijnt te vinden om zo’n 120 minuten lang stil te blijven, maar ook omdat er een hoop onzinnigheid op het doek verschijnt. Toen vrienden me uitnodigden om mee te gaan naar The Imitation Game was ik daarom een beetje terughoudend: waarschijnlijk weer de zoveelste (clichĂ©)film over de Tweede Wereldoorlog, dacht ik. Maar bij gebrek aan een beter tijdverdrijf ging ik uiteindelijk toch overstag. En dat is maar goed ook: The Imitation Game oversteeg al mijn verwachtingen en heeft me laten inzien dat een bioscoopbezoek nog steeds de moeite waard kan zijn.

 

Cristopher, de codebreker

The Imitation Game draait om Alan Thuring (Benedict Cumberbatch), een hyperintelligente wiskundige die een speciale interesse heeft in cryptografie. Net nadat de Tweede Wereldoorlog is uitgebroken, wordt hij aangenomen door commandant Denniston (Charles Dance) bij het cryptografische team van het Britse leger. Turing wordt leider van de groep mensen die zich bezig houdt met het ontcijferen van Enigma, de machine die de nazi’s gebruiken om hun boodschappen te coderen. Door Enigma te kraken kunnen de tactische plannen van de Duitsers worden blootgelegd, waardoor de geallieerden de oorlog kunnen winnen. Turing bouwt daarom een machine, die hij Cristopher noemt, om de klus te klaren. Turing is een echte einzelgĂ€nger en moeilijk in de omgang: zijn collega’s moeten in eerste instantie niets van hem hebben. Dit bemoeilijkt het proces aanzienlijk, omdat al gauw blijkt dat Turing het probleem niet in zijn eentje kan oplossen. Maar wanneer hij nieuwe mensen voor het project werft en de intelligente jongedame Joan Clarke (Keira Knightley) aanneemt, lijkt het team de goede weg in te slaan. De kortzichtigheid van Denniston, spanningen binnen het team en het diepe geheim dat Turing met zich meedraagt zorgen er echter voor dat dit niet zonder slag of stoot gebeurt.

 

 

geen clichématige oorlog

De Tweede Wereldoorlog is en blijft een populair thema onder filmmakers. Op zich is dat geen probleem: het is een complexe en veelzijdige gebeurtenis, waar veel over te vertellen valt. Wel heeft dit tot gevolg dat er eigenlijk ieder jaar wel een paar films uitkomen die zich in deze tijd afspelen, waardoor deze setting aan originaliteit inboet. Na de talloze goede en minder goede varianten van de afgelopen jaren (Saving Private Ryan, Valkyrie, The Boy in the Striped Pyjamas en ga zo maar heel lang door) vraag je je wel eens af waarom het niet eens tijd wordt voor wat originelers. En hoewel The Imitation Game ongetwijfeld tot bovenstaande categorie behoort, vond ik de wat clichématige setting niet één keer storend.

 

De reden hiervoor is ten eerste het ijzersterke acteerwerk van Benedict Cumberbatch. Hij zet op zeer overtuigende wijze de intelligente en lichtelijk contactgestoorde Alan Turing neer. Dit doet hij zĂł goed dat je alleen al vanwege deze glansrol reden genoeg hebt om The Imitation Game te gaan zien. Tevens bewijst dit de veelzijdigheid van Cumberbatch zelf: hij liet het grote publiek al eerder genieten als Sherlock Holmes in de hitserie Sherlock en als draak Smaug in delen twee en drie van The Hobbit. Dit zijn twee uiteenlopende rollen, en in The Imitation Game laat hij zich wederom van een andere kant zien – puur talent. Maar ook Charles Dance en Keira Knightley (persoonlijk niet mijn favoriete actrice) zijn op niet één fout te betrappen.

 

Naast het acteerwerk zit de film qua verhaal uitstekend in elkaar. Er is duidelijk veel aandacht besteed aan de personages, wat ertoe leidt dat je daadwerkelijk met Turing en zijn collega’s meeleeft naarmate het verhaal vordert. Dat heeft ook te maken met het feit dat er op de juiste momenten gebruik wordt gemaakt van flashbacks die belangrijke passages uit Turings leven uit de doeken doen, waardoor je zijn excentrieke gedrag beter begrijpt. Bijkomend pluspunt is dat The Imitation Game met 114 minuten niet overdreven lang duurt, iets waar een aantal topregisseurs (zoals Martin Scorcese) wat van kunnen leren.

 

the Beautiful Imitation Mindgame

Uit bovenstaande mag duidelijk zijn dat The Imitation Game ongetwijfeld een bioscoopbezoek waard is. Toch zijn er wat kleine minpuntjes te ontdekken. Zo vond ik het persoonlijk wat onnodig om het hele verhaal als één grote flashback te vertellen (zoals ook het geval was bij Titanic). Het is niet storend, maar het voegt in dit geval zo weinig toe dat de tijd beter aan wat anders besteed had kunnen worden. Verder zitten er volgens critici een aantal saaie stukken in de film. Zelf heb ik dat niet zo ervaren, maar als je zin hebt in een actievolle WO II-film, is dit geen goede keuze. Het is overduidelijk een drama, waarin actie uitblijft en de focus ligt op een sterk verhaal en uitgewerkte personages. Een laatste punt is dat de film op een aantal punten verdacht veel lijkt op A Beautiful Mind, de bioscoophit met Russel Crowe uit 2001. Ook hierin gaat het om een intelligente wiskundige, moelijk in de omgang, die een wat onwaarschijnlijke relatie krijgt en een baanbrekende uitvinding doet die de wereld verandert. Al is dit misschien puur toeval: beide films zijn gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Een verhaal dat, in het geval van The Imitation Game, alle recht wordt aangedaan op het witte doek. 

 

 



dwarsverdieping met Carl von Winckelmann, Noa Bromley en Judith Engelen
06/03/2015
Bron/externe fotograaf

Clara Hermans

🖋: 

Hugo Claus’ debuutroman over de familieclan Metsiers is geboren in het theater. U zal deze wolk van een baby spoedig kunnen gaan bewonderen in uw favoriete DEStudio op 12 en 13 maart. Zij het uit oncontroleerbare nieuwsgierigheid of als excuus om nog eens ongegeneerd de studentikoze Alma’s en facbars af te schuimen, stak ik alvast de Antwerpse grenzen over om het stuk in min of meer exotische Leuvense oorden te smaken.

Op deze dooltocht ontmoette ik de regisseur Carl von Winckelmann, een man van veel –maar geen loze- woorden. Met zijn getrouwe bewerking van De Metsiers en tevens zijn derde samenwerking met fABULEUS mag hij naast de eerste theaterversie van een roman van Claus ook een intens en tijdloos teksttheaterstuk op zijn naam zetten. Niet in het minste is hij deze verwezenlijking schatplichtig aan de zes jonge sterk acterende leeuwinnen. U zal overigens nauwelijks andere geluiden gewaar worden dan de hypnotiserende spreekstemmen van deze actrices, buiten misschien het kraken van de planken en de ademhaling of het geschuifel van uw buur; en dat een kleine twee uur lang.

 

Weet dus waar u zich aan mag verwachten, liefste kijkbuiskinderen, maar laat dit u er zeker niet van weerhouden te gaan kijken en te luisteren naar de woorden van Claus.

 

uit de Metsiersschelp

Wanneer het stuk begint, staan de actrices in een kringetje op het podium. Dit beeld doet me met gemengde gevoelens terugdenken aan een populaire clique schoolmeisjes die argwanend alle andere meisjes uitsluiten van hun diepste geheimen. “Wij tegen de rest van de wereld”. De volgende seconde spat het kringetje uiteen. De schoolmeisjes worden de Metsiers: een clan. Bennie. Ana. Jules. Mon. De Moeder. En de indringer, soldaat Jim. Als schaduwen dolen ze langs de rechtopstaande houten palen over de moerassige aarde.

 

[uit het stuk] Jules: “Geen troost willen vragen bij eender ander schepsel is een teken van grote reinheid en zielsvertrouwen”.

 

Carl De Metsiers leven op een hoeve aan de rand van het dorp. Het is niet duidelijk waarom of hoe het allemaal begonnen is, maar ze staan erg vijandig tegenover het dorp en de rest van de buitenwereld. Bovendien is het onzeker hoe de relaties van dit nieuwe samengestelde gezin zich onderling verhouden –wat doet die Jules daar bijvoorbeeld? Wel staat buiten kijf dat ze trots zijn om samen te zijn. Door die obsessie met hun eenheid, kan zelfs iemand binnen de clan ook een bedreiging vormen. Als die al te lang uit het raam kijkt bijvoorbeeld. Dat kan er namelijk op wijzen dat hij weg wil. In het boek en de voorstelling staat die constante bedreiging en angst om die eenheid te verliezen centraal. Je kan het vergelijken met het glas dat ik hier in mijn handen heb. Je kan tegen jezelf blijven zeggen: ‘ik mag dit glas niet kapot nijpen’, waarop je harder zal beginnen nijpen en het glas uiteindelijk breekt.

 

alle meisjes en Carl aan de macht

In de artiestenfoyer van OPEK ontmoet ik ook actrices Judith Engelen (Ana) en Noa Bromley (De Moeder). “Het is voor een interview. Doen jullie mee?”, vraagt Carl op zulke ongedwongen en speelse manier aan de meisjes dat het interview onvermijdelijk, maar gezellig ontspoort in een quartet. Die speelsheid en ongedwongenheid van Carl verklaart ook waarom zijn actrices niet anders konden dan blindelings meestappen in zijn wondere toneelwereld; en hopelijk nog voor lang. Carl en zijn spelers zijn een familie, maar warmer, knusser en vooral vrijer dan de Metsiers.

 

Waarom koos je voor zes actrices en geen zes acteurs?

Carl (denkt na) De ontstaansgeschiedenis van de voorstelling is gewoon complex. Ik zocht eerst spelers voor A Streetcar named Desire van Tennessee Williams. Tijdens de tweede ronde van die audities besloot ik plots om de voorstelling alleen met meisjes te doen. Wegens auteursrechten kon die dan uiteindelijk niet doorgaan en moest ik dus op zoek naar ander materiaal. Zo ben ik bij de Metsiers uitgekomen, een boek dat ik vroeger al eens had gelezen. In feite had ik nu mijn zes actrices al uitgekozen en wilde hen gewoon niet meer kwijt
 Waarom dan geen zes jongens? Het voordeel van meisjes is dat je alles naar een verder niveau van abstractie kan trekken. Als kijker heb je sowieso de neiging om te categoriseren. Door met zes meisjes te spelen vallen vooroordelen weg en word je dus als kijker gedwongen om meer naar het gedrag op zich te kijken.

Noa Meisjes zijn ook kwetsbaarder en denken meer na. Naar mijn gevoel zou het anders zijn geweest als zes jongens meisjes spelen, want dat gaat sneller op een parodie lijken. Meisjes die jongens spelen is veel krachtiger.

Carl Meisjes zijn op de één of andere manier dus neutraler als mens.

 

Zijn vrouwen ook niet meer inspirerend voor een regisseur?

Carl Vrouwen zijn sowieso leuker. Die keuze voor alleen maar vrouwen is erg intuĂŻtief en moeilijk uit te leggen. Dat ik tijdens de audities van A Streetcar named Desire koos voor meisjes, was louter een gevoelsmatige beslissing.

 

Voor Claus is de vrouw natuurlijk ook erg belangrijk, zeker zijn verhouding met De Moeder. In gedichten schreef hij ook over haar: “Ik ben niet, ik ben niet dan in uw aarde.”. Noa, hoe benader je als actrice zo’n complex oerfiguur als De Moeder?

Noa Ik zie haar als de beschermelinge van haar kinderen, als de stevigheid. Ze gaat misschien soms te ver in dat beschermen, maar zij blijft denken dat zij dat goed doet. Het feit dat zij geen andere naam in het boek krijgt dan ‘De Moeder’ zegt vooral hoe belangrijk die kinderen voor haar zijn. Als de kinderen weg zijn is zij niet meer ‘De Moeder’.

 

Die andere dominante figuur is Bennie die Claus in zijn boek ‘de meester der Metsiers’ noemt? Vindt de moeder het ergerlijk dat Bennie soms meer aandacht krijgt dan zij?

Noa Nee, dat denk ik niet. Bennie is de erfgenaam. De Moeder beschermt hem omdat het haar kind is.

Judith De Moeder zegt ook dingen als: ‘Jules zou moorden voor jou plegen’ en ‘Ana houdt meer van jou dan wie dan ook’.

Noa Eigenlijk zorgt iedereen inderdaad voor hem, omdat hij zo onschuldig en onwetend is.

 

rebelse klassiekheid

Mag ik deze klassieke tekstuele voorstelling old school noemen? De Metsiers druist namelijk in tegen wat er tegenwoordig wordt gecreëerd in het theater, zoals grote experimentele video-installaties en dergelijke. Of is het eerder een act van rebellie tegen die nieuwe tendensen?

Carl Het uitgangspunt is inderdaad de tekst van Claus en wat de spelers ermee doen. In de voorstelling zitten letterlijk geen woorden die niet van hem zijn. Het is erg beeldend, ook al gebeurt er niet veel. Alles van de wereld en omgeving ontstaat uit de beschrijvingen en interpretaties van de spelers. Het decor wordt dus opgebouwd met de woorden van de personages. De roman bestaat nu eenmaal uit opeenvolgingen van uitgesproken gedachten en is een pure stream of consciousness. Uiteindelijk heb je ook geen idee meer wat echt is en wat niet. Alles is perceptie. Daarom koos ik om een toneelstuk te maken met alleen die verfijnde taal van Claus. Als toeschouwer kan je daarmee aan de slag gaan, want iedereen kijkt anders naar de personages. Neem nu het personage Vette Smelders: sommigen zien een vieze oude vijftiger voor zich als ze over hem lezen, anderen zien een hitsige jongeman.

Judith Bijvoorbeeld ook de scùne met Ana en Madame Sassen. Madame Sassen is niet aanwezig, maar Ana herleeft die ervaring alsof ze wel aanwezig is. Ze verbeeldt hoe ze haar stem hoort en interpreteert die gebeurtenis voor het publiek. Dat is dan Ana’s perceptie op dat personage en het publiek zal in feite nooit weten of dat de waarheid is, of Madame Sassen daadwerkelijk zo is. Het boek heeft natuurlijk meer dan zes personages, maar op toneel tonen we er maar zes. We kennen de niet-aanwezige personages door wat de andere personages over hen vertellen.

 

verliefd op de voorstelling

Carl, waarom ga jij telkens weer op zoek naar alledaagsheid –wat je duidelijk opnieuw zoekt en vindt in De Metsiers?

Carl Details zijn niet zomaar details. Op een begrafenis zal je nooit huilen om het gegeven ‘hij is dood’, want voor een mens is de dood te groot om te vatten. Je zal eerder beginnen huilen door een blik van iemand, een liedje of de foto die scheef staat op de kist. Ik ben vooral geĂŻnteresseerd in mensen en hun gedrag. Niet als psycholoog, want ik observeer eerder dan ik analyseer. Als regisseur moet je je acteurs opvangen, maar ik kan met mijn shit ook bij hen terecht hoor (lacht).

 

Hoe kan je als maker alles op één idee zetten met de gedachte dat het kan uitgroeien tot oprechte kunst, tot bijvoorbeeld deze volwaardige voorstelling?

Carl Dat is wederom erg intuĂŻtief en gevoelsmatig. Ik kan dat heb beste vergelijken met het gevoel dat je hebt met je lief. Over echte verliefdheid denk je niet na. Je moet weten dat je heel je leven met je lief wil verdergaan, want dat zit goed en je wil aan de relatie blijven werken. Zo is dat ook bij mijn projecten. Je moet verliefd worden op wat je doet.

 

Heb je al nieuwe ideeën voor volgende projecten om verliefd op te worden?

Carl Ik neem in ieder geval geen sabbatjaar. Ik heb heel veel zin om heel snel en heel veel achter elkaar te maken. Met deze voorstelling ben ik veel dingen tegengekomen die ik verder wil uitzoeken. Ik ben geĂŻnteresseerd in een soort opgeblazen realisme dat niet karikaturaal is. Deze actrices spelen ook niet normaal en ik heb daar erg op aangestuurd om niet normaal te spelen. Dat is wat ik voor mezelf verder wil uitzoeken. Ik heb heel hard het gevoel dat een groot deel van mijn esthetiek als maker eigenlijk ligt op de manier waarop ik mensen laat spelen. Een ideaal scenario zou zijn –zonder rekening te houden met de financiĂ«n uiteraard- om met een aantal spelers verder te spelen voor twee jaar en om dat principe verder te verfijnen. Ik heb na deze voorstelling het overheersende gevoel dat ik op een weg ben gekomen. Ik weet niet naar waar die leidt, maar ik ga hem gevoelsmatig volgen.

 

Mag ik noteren dat je een enorme gevoelsmens bent?

Carl Pas op, ik heb dat gevoelsmatige heel hard gesaboteerd bij mezelf, want van nature ben ik heel rationeel. Ik wil een over-beredeneerde regie echt vermijden. Ik merk dat ik bij het lezen van boeken erg wordt tegengewerkt als maker door die ratio.

 

Geldt dat ook voor jullie acteren: niet te veel denken, maar doen?

Noa Het is inderdaad belangrijk om in het moment te spelen. Omdat we veel stilstaan in dit stuk, had ik vaak de neiging om op voorhand al hard na te denken over ‘hoe ga ik dit en dat zeggen?’, maar nee, je moet in dat moment zijn, als andere spelers iets tegen je zeggen moet je daar staan en reageren.

Judith dat is waar Carl ook op aanstuurde. Vaak als hij tegen me zei ‘vandaag was het wat minder’ dan kwam dat vaak omdat ik te veel aan het nadenken was. Het werkt beter als ik de dingen gewoon zeg. Aangezien we al zo vaak gerepeteerd hebben, weet ik wel wat ik moet doen en wat werkt. Ik moet het gewoon doen. Bijvoorbeeld als je kijkt naar je tegenspeler moet je ook echt kijken en kijken hoe zij kijkt. Niet gewoon staren in de leegte.

Noa We zitten een uur en drie kwartier in opperconcentratie. Achteraf zijn we echt allemaal leeg gespeeld. Dan hebben we een moment nodig om te recupereren. Na de voorstelling ben ik precies altijd iemand anders. Ik zeg niet dat ik echt de moeder word, maar het is gewoon alsof je in een zwart gat valt.

Carl Je valt in hetzelfde zwarte gat als dat je een avondje heel hard gefuifd hebt en je tijdsbesef compleet is verwrongen. Wanneer je dan buitenkomt en het al licht is, verschiet je van dat licht.

Judith ik kreeg een SMS van een vriend na de eerste voorstelling waarin stond: ‘was je eigenlijk zelf wel tevreden, want je zag er nogal sip uit tijdens het buigen?’ (lacht). Het is gewoon moeilijk om die klik te maken meteen na de voorstelling.

 

De toeschouwer is na de voorstelling even hard uit zijn lood geslagen als de actrices zelf. Het is alsof je uit een land komt waar tijd nooit heeft bestaan. Ik kijk op de klok en kan gelukkig nog klok lezen. Het is tien uur ’s avonds. Tijd om de trein naar Antwerpen te nemen of om Leuven verder te verkennen.

 

 

De Metsiers speelt op 12 en 13 maart in DEStudio. Tickets te bestellen via de site www.destudio.com



dwars doorheen Antwerpen
03/03/2015
🖋: 
Auteur

Aentwaerpe gij zeh’ gah vör mij toch de stad waar as ek zen gebore.. En zo niet, dan ben je een Nederlander die hier studeert. Want dat is Antwerpen: studentenstad, maar ook modestad, koekenstad, havenstad en onze stad. De highlights van onze skyline zijn inmiddels voor iedereen al gekend. Maar voor wie eens graag van de vertrappelde toeristenweg dwaalt, weet dat er veel meer te ontdekken valt in de verborgen hoekjes en geheime steegjes van onze prachtige metropolis. Laat je met dwars meevoeren naar nog ongekende oorden en ontdek Antwerpen elke keer opnieuw.

De Zero Waste Shop van de 26-jarige Savina Istas bevindt zich aan Reyndersstraat 2. Savina is een Antwerpse en studeerde Verpleging en Duurzaamheidswetenschappen in Maastricht. Voor haar was het evident om in deze stad haar bijzondere winkel te starten. De winkel heeft het echte authentieke kruideniersgevoel. Met de houten groentenkisten buiten voor de ruit nodigt het zeer uit om eens naar binnen te gaan. Ook binnen veel hout en glas, uiteraard zoveel mogelijk duurzame materialen. Het draagt in ieder geval zeker bij aan de sfeer. Meest overbodige verpakking ooit: "een Cornetto die twee keer was verpakt. Dat soort fabricagefouten zullen helaas blijven voorkomen."

 

 

Na heel veel media-aandacht begint haar klantenkring nu vastere vormen aan te nemen. "Er komen nu iets minder klanten dan in het begin, het grootste gedeelte van de klanten bestaat uit mensen die al veel met duurzaamheid bezig zijn en hier naartoe komen vanuit een idealisme. Voorlopig blijft het voor een niche." Je zou denken dat een startende ondernemer niet genoeg van aandacht voor zijn of haar zaak kan krijgen, maar voor Savina werd het een beetje te gek: "het was wel nodig dat de media-aandacht afnam. Ik was het echt beu. Ik kan jullie nog net hebben. Ik krijg vaak de vraag hoe ik de toekomst zie, maar ik heb eigenlijk niet de tijd gehad om er over na te denken."

 

Op zich is het volgens Savina niet moeilijk om de houdbaarheid en hygiĂ«ne te kunnen waarborgen: "het werkt hier hetzelfde als bij speciaalzaken. De houdbaarheid van de verse producten is sowieso vrij beperkt. Verder verkopen we veel droogwaren." Als klanten eens spontaan binnenspringen dan is het geen probleem dat ze geen bakjes van thuis hebben meegenomen. Bij Robuust kun je glazen potjes en papieren zakjes kopen. Maar hoe zit het dan met de verpakkingen van de waren die naar de winkel gebracht worden? "de meeste worden hier per kilo of per 25 kilo binnen gebracht dus de hoeveelheid afval is dan aanzienlijk minder."

 

 

Hoe zit het qua verpakkingsafval bij Savina zelf? "Ik ga er zo ver mogelijk in, maak ook veel gebruik van lokale en seizoensproducten. Ik zet nog wel eens per week ook een vuilniszak buiten. Buiten de waren van mijn eigen winkel kan ik er ook niet altijd om heen." Het principe van de winkel was heel uniek, met Robuust was ze dan ook een pionier. Binnenkort opent eenzelfde soort winkel in Nederland: "Die winkel in Utrecht opent in mei, daar werken we nog niet echt mee samen. Dit concept: een speciaalzaak is logisch, want je moet de klanten wel helpen. Om een gehele supermarkt verpakkingsloos aan te bieden zonder klantenassistentie lijkt mij een rotzooi worden."

 

Studenten kunnen ook makkelijk duurzamer consumeren. "Ze kunnen beginnen naar hier te komen, dat is sowieso voordeliger omdat je precies de hoeveelheid kunt halen die je nodig hebt. Ook voor singles is dat fijn."



editoriaal
01/03/2015
🖋: 
Auteur

Griekenland blijkt nog steeds een speelkaart te zijn die het hele huis kan laten wankelen. Binnen Universiteit Antwerpen kunnen we ook zwakkere schakels evalueren. De inkanteling van de hogeschoolopleidingen is op microniveau ergens te vergelijken met het de Unie en ook hier blijkt niet iedereen aan de norm te kunnen voldoen. Zo hebben we de Faculteit Ontwerpwetenschappen op Campus Mutsaard.

Uiteraard was ook ik de afgelopen dagen zoet met het bingewatchen van het derde seizoen van House of Cards. De week ervoor zat ik nog op de achterbank met de Frank Underwood van de Europes Unie, Herman van Rompuy.* Na 5 jaar voorzitterschap van de Raad interviewden we hem over de ontwikkelingen van en in de EU: “We zijn er te weinig in geslaagd van de EU een thuis te maken.” Die andere Herman in deze editie, Van Veen, is het trouwens vanuit eigen engagement helemaal met de oud voorzitter eens: “Europa is een noodzaak, geen luxe.” **

 

Bij de ingekantelde opleidingen lijkt een aantal vakken weinig serieus en een aantal cursussen stamt uit de tijd dat de meeste studenten nog niet geboren waren. Daardoor kunnen die vakken op weinig engagement van de professoren en interesse van de studenten rekenen. Om over de faciliteiten en gebouwen nog maar te zwijgen. Toegegeven, na slechts anderhalf jaar mag er nog wat tijd gegund worden om de kinderziektes van de inkanteling te behandelen. Vicedecaan van Ontwerpwetenschappen Sigrid Pauwels stond ons open over de problemen te woord.

 

Om verschillende partijen te besturen moet er een beroep gedaan worden op de solidariteit en het engagement van de deelnemende partijen, dat geldt zeker in de politiek. Uiteraard allemaal makkelijker gezegd dan gedaan. Voor studenten is deze positie bijvoorbeeld te ervaren in Model United Nations. Een project waarin een vergadering van de Verenigde Naties wordt gesimuleerd en iedere deelnemer (de belangen van) een land vertegenwoordigt. ***

 

Niet dat de studenten zelf uitblinken van engagement trouwens. Juist in tijden dat we onszelf meer zouden moeten profileren om gezien te worden, zijn we weinig bereid om iets te investeren in een lange termijndoel. Het is al snel te veel gevraagd. Als je ergens problemen ziet, investeer er dan in, zodat het ook daadwerkelijk mogelijk wordt. Ik ben benieuwd wat voor soort politici onze generatie zal voortbrengen. ****
 

* Leest vanaf pagina 4
** Blader door naar pagina 30
*** Zie pagina 16
**** Meer vanaf pagina 32



dwarsverdieping - Jan De Cock
01/03/2015
🖋: 

We zitten in een halve kring. Verzameld in een voormalig klooster, rond ons een koude, heldere nacht. Een kop warmt onze handen, muntthee onze buiken.

 

Onze spreker treedt de kleine ruimte binnen. Hij is niet alleen; in het gezelschap van een vrouw en een gitaar neemt hij plaats. Even is het stil, we worden priemend in de ogen gekeken. Een hartelijke lach volgt en een verklaring voor deze uitzonderlijke intro ook.

 

 

“Kijk toch in de ogen! Elkaar in de ogen kijken schept een band. Je wordt je gewaar van de schoonheid in je medemens. En durf die schoonheid ook te registreren in de ogen van mensen die vreselijke dingen gedaan hebben. De mensen die we daders noemen.”

 

Misschien choqueren deze laatste twee zinnen u. Schreeuwt u even uit dat deze man vast geen slachtoffer is. Dat hij toch maar makkelijk praten heeft.

 

Bij het eerste hebt u gelijk, bij het tweede niet. Vanavond spreekt immers Jan De Cock, ziekenhuispastor van het UZA. Hij liet zich de laatste jaren vrijwillig opsluiten in 160 gevangenissen over heel de wereld. Hij verloor inderdaad geen bloedverwant op een vreselijke manier. “Maar daar wacht ik liever niet op om in contact te treden met slachtoffers. Net zomin als ik zit te wachten tot iemand van mijn dierbaren achter de tralies belandt om dan pas bekommerd te zijn om daders.”

 

 

“Heeft er vandaag al iemand tegen u gezegd dat u er mooi uitziet?” Nee? Zonde. Jan haalt de gitaar boven: Je bent zo mooi van binnen uit galmt doorheen de ruimte. Een nummer dat hij schreef voor een gevangene waarmee hij een cel deelde en die je onmogelijk mooi zou noemen. “Tot je in de ogen kijkt!” Met opgooiende armen maakt hij ons duidelijk dat hij weet heeft van zijn stokpaardje.

 

Met deze muzikale noot leidt Jan ons langs verscheidene continenten en vooral langs ontelbaar veel gevangenissen. Het zijn verhalen van vertrouwen, vergeving en hoop. Een gevangenis zonder cipiers, een dader die een nier doneert aan de vrouw van zijn slachtoffer en vele andere krachtige mensen passeren de revue.

 

 

Jan ziet zichzelf graag als tolk van slachtoffers. Na zijn omzwervingen van de laatste jaren, kan hij niet anders dan vaststellen dat mensen wonderlijke bronnen kunnen aanboren in plaats van de plotse leegte met wrok te vullen. Hij spreekt vol liefde over alle nieuwe ontmoetingen, met slachtoffers Ă©n daders. Hij probeert slachtoffers te begeleiden tot verzoening. Een missie waarin hij wordt gesteund door de woorden van Aba Gayle, een vrouw van tachtig, die hem toefluisterde dat “vergeven een plotse golf van vrede geeft, die niet verdwijnt”.

 

Uiteraard is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Hilde, de vrouw die Jan vergezeld vanavond, heeft vijftien jaar geleden haar zus op een gruwelijke manier verloren. Ze beschrijft vreselijk intiem haar hele verwerkingsproces. Deze vrouw verdient bewondering. Net als alle personages in Jan zijn verhalen, maar Hilde zit vlak voor ons; we kunnen onze ogen niet afwenden van haar sprekende kracht.

 

 

“Moet een mens spiritueel zijn om tot verzoening te komen?” Jan brengt de vraag onder woorden die wij al een tijdje voelen borrelen. Gelukkig formuleert hij ook zelf een antwoord, zoals steeds op basis van verzamelde verhalen.

 

Hij beschrijft verschillende jongeren in Afghanistan, elk met een ander geloof en een andere achtergrond. Tussen hen in, de haat die gebakken zit tussen de verschillende culturen. Een haat die overwonnen wordt door het gemeenschappelijk verdriet. Het verdriet van vermoorde familieleden, verkrachte moeders, het geweld rondom hen. Deze jongeren hebben samen een atelier neergepoot, waar ze donsdekens fabriceren. Donsdekens waarmee ze weduwen verwarmen.

 

Hij beschrijft een ritueel uit de eilandstaat Samoa waarbij de familie van de dader de zorg voor (de familie van) het slachtoffer op zich neemt. Daarbij knielt de dader, of iemand die zich daarmee identificeert, neer voor de deur van het slachtoffer met over zich een tapijt (the fine mat). Noem het een zondelaken. Zo blijven ze zitten. Dagen. In de regen, de verhittende zon. Net zolang totdat (de familie van) het slachtoffer rust heeft gevonden en de last letterlijk wegneemt.

 

Hij beschrijft een ongelofelijke boezemvriendschap tussen een Joodse en Palestijnse man, die elk een dochter verloren. Ook zij vinden elkaar in het gezamenlijk verdriet. En ook zij laten geen haat groeien in hun hart: “Zie af van de bloedwraak”. Bedenk dat dat in hun cultuur ook inhoudt dat de dader meteen op vrije voeten komt. Het maakt je stil.

 

Hij beschrijft hoe spiritualiteit en geluk een goed huwelijk blijkt te zijn. Hoe eenvoud je tot rust kan brengen. En hoe ouderdom hier misschien wel bij kan helpen. “Vergeving schijnt te ontspringen op je tachtigste,” lacht Jan wanneer hij besluit dat hij wel erg veel oudjes van tachtig tegen kwam op zijn weg.

 

 

Verzoening is ook de kern van het sterfbed. Hier steekt de ziekenhuispastor in hem de kop op. Hij schetst een vrouwtje van tachtig, zijn eerste patiĂ«nt. Eentje dat geen rust op latere leeftijd vond. Eentje dat haar laatste adem gebruikte om haar dochter uit te schelden. Letterlijk, want het was het laatste wat ze deed. “Erg triest,” blikt Jan terug. En zo blijken er meer te zijn. “Denk niet dat het een rustig sterven is, deze mensen sterven zoveel krampachtiger.”

 

Jan drukt ons nog even op het hart niet tot ons sterfbed te wachten om de moeilijke kaart van verzoening te trekken. We worden ondertussen nog even diep in de ogen gekeken. Zachtjes bedankt hij ons voor de opkomst en ons gehoor.

 

 

De kamer druppelt maar langzaam leeg, hoewel de lezing tot een einde is gekomen. Veel aanwezigen slaan nog een praatje met Hilde. Een vrouw lijkt de verzoening van Hilde niet te kunnen vatten. Jan aanhoort nog wat bewonderende vragen. Deelt hierbij nog stevige knuffels en hartelijke schouderkloppen uit. 

 

Het mag wel duidelijk zijn dat dit geen gewone lezing was. De avond heeft mensen geraakt, maar vooral ook warm gemaakt. Dat de theekop nu leeg is, kan geen kwaad meer.

 

 

Uw redactrice van dienst trok op dinsdag 24 februari naar De Kluizerij te Affligem voor de lezing Hotel Pardon, naar het gelijknamige boek van Jan De Cock. Meer weten over de vrijwillige opsluitingen van Jan? Surf dan naar prisoninfo.be.



de dwarsdoorsnede
28/02/2015
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Je kent zeker wel die nachtelijke wandelingen in je pantoffels richting koelkast om die kleine honger de mond te snoeren en die grote slapeloosheid de kop in te drukken. Je krijgt hier echter geen culinair recept voorgeschoteld om al sloffend terug richting slaapkamer te schuifelen, maar wel een muzikale suggestie die de nachtelijke student en feestbeest die je bent optimaal benut. Je bent ten slotte toch nog geen tachtig, of wel?

Sprake is van de coverband Cookies and Cream. En omdat het oog ook wat wil, bestaat deze groep uit maar liefst zes begeerlijke mannen. Ik heb trouwens uit goede bron vernomen dat ze allemaal vrijgezel zijn. Dames, val aan! Die handel kan zingen, dansen, spelen en bespelen zoals geen andere dat kan. Ik garandeer je dat je na drie nummers zelf met je heupen staat te wiegen, die handjes in de lucht gaan en je vrolijk mee buldert met de nieuwste nummers.

 

Want dat is de troef van de koekjes, zoals ze zo schattig worden genoemd. Doordat ze bestaande populaire nummers met een eigen stempel bedrukken, is de kans groot dat je elke song al kent. Het is daarom ook dat een Cookies and Cream optreden vaak een groot Singstar gehalte heeft. Hoe hard je ook probeert, het is heel moeilijk om niet mee te zingen.

 

Ze stonden al eens op Rock@Edegem, thuishaven van de Cookies trouwens, net zoals die van Boris ‘Netsky’ Daenen en yours truly. En begin dit academiejaar mochten ze Laundry Day en StuDay aan hun lijstje voegen. Niets indrukwekkends als je weet dat deze Belgische Vengaboys reeds hĂ©t party eiland van de wereld hebben veroverd.. Whoah! We’re going to Ibiza!

 

 

Maar eerst gingen we deze donderdag naar De Shop aan de Rijnkaai, want daar was dat feestje te doen. Heel geniepig en intiem werd hun veelbelovende Neon Jungle Tour Showcase aangekondigd op hun Facebookpagina. Wie de Cookies een duimpje had gegeven, was op de hoogte en kon zich via een registratielink inschrijven om samen met partner dit gratis en exclusief evenement bij te wonen. Wie dit gedaan had, kreeg geen tickets opgestuurd, maar stond op ‘de lijst’. Zeer fancy schmancy allemaal.

 

De weergoden trotserend, letterlijk door regen en wind, komt deze paradevogel aan op locatie. Na een halve meter rode loper en door deuren die geopend werden door bouncers die hun bodybuilding jaren al lang achter zich hebben gelaten, kreeg ik een doorzichtige stempel. Yesss! Dat is waar ook! Dit is een Neon Tour! Of toch niet? Laten we zeggen dat dat deel van de pret gereserveerd was voor de inkomhal. Heel spijtig.

 

Na dus mijn jas en sjaal apart afgerekend te hebben, want een sjaal is ook een ‘kledingstuk’ en hoewel het op dezelfde hanger hangt of zelfs in je mouw gestoken kan worden, moet er ook daar voor betaald worden, gaan we verder in de zaal. We mogen echter niet klagen, want de show is gratis, nietwaar?

 

We kijken rond en we zijn onmiddellijk blij dat we geen hakken hebben aangedaan: in het midden van de zaal staat een enorme trap die de vestiaire en bar met de dansvloer verbindt. Er hangt een vreemde geur, de combinatie van chloor en met momenten zwavelzuur. Ja, u heeft dat goed gelezen. En doordat de tegels van de vloer zijn doorgetrokken naar de muren, krijgen we een nostalgisch gevoel van baantjes trekken in een opblaasbaar eendje. Vreemde locatie voor een exclusief optreden.

 

 

Maar wat voor een optreden! Wat aanvankelijk op teleurstelling leek, werd snel goedgemaakt door de opeenvolging van nummers als Uptown Funk (Mark Ronson), Take Me to Church (Hozier), Give It Away (Red Hot Chili Peppers), Bonkers (Dizzee Racal), Can’t Hold Us (Macklemore & Ryan Lewis), Song 2 (Blur), en de lijst gaat door en door en door, net zoals de nacht.

 

Na op vele tenen te hebben getrappeld bij elke jump mogelijkheid die zich voordeed, de ogen van onze buurman drie keer te hebben uitgestoken, maar met suizende oren waar de beats van de avond nog lang in zullen naklinken, keren we huiswaarts. Het was weer een geweldig feestje. Hoewel de DJ-set in het midden van het optreden in mijn bescheiden opinie overbodig is en sommigen beweren dat als je ze één keer hebt gezien, je het wel gehad hebt, is deze band toch de moeite om op te volgen.

 

Misschien niet noodzakelijk om ze door het land op tour te volgen, maar als ze weer in Antwerpen spelen, weten we toch wat doen. Thuis aangekomen duiken we nog even de koelkast in om de maag te spijzen met wat koekjes en koude melk om dan uitgeput, maar voldaan richting welverdiende rust te schuifelen. Wat is het leven van een student en nachtraaf toch zwaar




Winants & de Walen
27/02/2015
🖋: 

Le plat pays, qui est le mien. Er zijn maar weinig Belgen die hun liefde voor het vaderland zo vurig en passioneel declameren als Jacques Brel. Hij was hard en cynisch voor ‘zijn land’ in zijn chansons, maar hij zalfde onmiddellijk. Brel was noch Vlaming, noch Waal, noch Brusselaar. Neen, Brel was vooreerst Belg. Trots op elke verborgen uithoek van zijn land. WalloniĂ«, het onbekende vraagstuk voor menig Vlaming. 

Er is een culturele hoofdstadstaat in de provincie Henegouwen.

 

Eentje die snel de vergetelheid wordt ingeduwd en amper aan de knieën van haar zustersteden komt. Geen intense vurigheid of misantropische grootsheid te bespeuren, enkel pieken en dalen die gezwind de stad omringen en optillen richting het grijze wolkendek.

 

De bewindhebber, door de inwoners van de stad smalend en vertroetelend ‘De Strikjesman’ genoemd, regeert sinds jaar en dag met fluwelen handschoen vanuit zijn rode troon. Aan zijn voeten, ongeïnteresseerd bamboe-etend en quasi-aseksueel, twee panda’s.

 

Terwijl hij neerkijkt op de aders van zijn stad, overvalt hem een mistroostig gevoel. Waarom wandelt er geen sterveling door zijn anders zo levendige straten? Waarom weergalmen de 49 klokken van zijn imposante Belfort in de verte niet? Waarom regent het? Wat zijn die talrijke panelen die aan talloze huizen zijn bevestigd? Ă€ louer et Ă  vendre?

 

“Piekeren maakt je moe,” zegt meneer de machthebber al fluisterend in het oor van zijn huisdier. “Mijn bierhuis, daar zal de menigte zijn verzameld. Rond de kraan die overvloeit. Ik vertrek.” Vliegensvlug sprint hij naar zijn garderobe om zijn mooiste strik uit te kiezen. Hij trekt de grote, houten deur achter zich dicht en vertrekt vastberaden richting verhoopte drukte en een spatje leven. “Het kan niet anders, daar is iedereen.”

 

Helaas. Enkel het vastgeroest cliĂ«nteel houdt stand in ‘La Pompe Ă  BenoĂźt’, waarschijnlijk omdat ze in een eeuwigdurend delirium tremens zijn beland. “Waar is iedereen? Waarom is het hier zo ijzig kalm?” Een uur verstrijkt en de stad blijft stil. Het indrukwekkende belfort is ondergedompeld in sereniteit terwijl de klok twee zou moeten slaan.

 

De zenuwen slaan toe. “Waarom blijft iedereen binnen? Sowieso door het slechte weer. Nochtans doet een beetje regen geen vlieg kwaad. Mijn stad verlangt naar affectie.” Niemand. Geen enkele beweging die ook maar het geringste teken van leven aanduidt. “Vrienden,” begint de bewindhebber, “Waarom doen jullie dit?” De toon slaat om. “Ik eis dat jullie – plebejers – dit monument aan de vloei Hene de genegenheid geven die het verdient.” De deuren blijven gesloten. “Sssssshhhh!” De regent springt op. “Wie zei dat?” De deuren blijven gesloten en een antwoord blijft uit. De geest breekt.i

 

Als een bezetene wildeman roept en tiert hij doorheen de straten. “Zoveel te zien, zoveel te doen! Kom dat zien, mijn vrienden! L’Église Sainte-Elisabeth!” “Vergane glorie,” roept een stem uit het niets. “La FacultĂ© Polytechnique!” “Verouderd,” sneert wederom een stem. “De burgemeestertuin,” countert de Koning zonder twijfelen. “Het zijn geen tuinen van Versailles,” lacht iedereen. “Een belfort, scherend aan de toppen van de hemel en uniek in zijn stijl.” “Tja, inderdaad,” declameert men welhaast in koorgezangen.

 

De Koning geeft het op. Zonder aarzelen ontdoet hij zich van zijn strik en wandelt gedesillusioneerd naar het huis van Zijne Almachtige. De deuren van de Sint-Waltrudiskerk vliegen wagenwijd open en de wind dooft de kaarsen. “Zelfs de teloorgegane zielen verkiezen de onverhoedse aftocht.” Uit de koepel van de kerk daalt neder, de slinger van Foucault, diens beweging onnatuurlijk en haperend. De schokken worden heviger en onregelmatiger. De wanden kraken, de nissen breken. De slinger stopt. “Waarom is mijn stad, Bergen, vergeten en alleen?”

 

Er was eens een stad in Henegouwen.