de Antwerpenaar
24/02/2015
🖋: 

In de rubriek ‘de Antwerpenaar’ laten we je kennismaken met een Antwerpenaar die inspireert, intrigeert of amuseert. Iemand met een interessante visie en een hart dat klopt voor ‘t Stad. Sinds 1995 kun je voor al je nachtelijke aankopen terecht in de Statiestraat in Berchem bij Murad Gholi. Misschien bent u hem al tegen gekomen in het nieuws, gewapend met zijn woorden tegen het 'imagoverlagende zaken' beleid van Koen Kennis. dwars mocht plaatsnemen in het behaaglijke zithoekje in de MG Night Supermarket.

Murad kwam in 1987 naar BelgiĂ« als politiek vluchteling. In zijn thuisland Iran was hij diplomaat met 3 masters. In Brussel kwam hij aan in een korte broek zonder geld of verblijfplaats. Zijn vader, vrouw en twee kinderen waren geĂ«xecuteerd in Iran. Het was een sombere periode, hij kende niets of niemand in ons koude landje. Toen hij in Antwerpen aankwam, kon hij rekenen op de hulp van de VN en van Mark, baas van Nordic Travel. Zij regelden zijn papieren en zijn eerste verblijf in Schilde. Murads verhaal begint met zijn gelukssteen: de diamant.

 

Andrea en de diamantstad

“Door te werken bij mijn vriend Mark, kon ik een ruwe gele diamant kopen. Al gauw lachte het geluk mij toe, ik ontmoette de adembenemende Oostenrijkse Andrea. Ze vroeg mijn nummer, ik had echter geen telefoon dus gaf ik haar het nummer van Mark om mij te kunnen bereiken. Hij gaf me ook 1500 frank om haar mee uit te nemen, dus trakteerde ik haar op een pizza. Toen de rekening kwam hield ik mijn hart vast, maar het was net genoeg! Andrea nam me op een dag mee naar de bank en opende een rekening voor me. Oorspronkelijk was dit tegen mijn zin, mijn cultuur staat me immers niet toe dat een vrouw voor mij betaalt. Met dit geld begon ik mijn nachtwinkel. Na zes maanden kon ik gelukkig alles vereffenen. Toen kocht ik een diamant voor haar. Ze mocht hem hebben op één voorwaarde: een kus op mijn wang. Andrea barstte in tranen uit en ik ook. We waren enkel vrienden maar toch hadden we vreselijk veel aan elkaar. Niet veel later moest ze terug naar Oostenrijk. Toch beloofde ik mijn winst altijd met haar te delen. Ze stapte op het vliegtuig en trouwde met een ander. Ik mis haar nog steeds. Zonder haar had ik hier nooit gestaan.”

 

Helen en mijn huis

“Tegenover mijn nachtwinkel stond een pand te koop. Ik voelde meteen dat ik dit huis moest hebben, dus belde ik Andrea op. Zij verklaarde me voor gek en vroeg hoe me dat zou lukken. Maar mijn gelukssteen liet me niet in de steek: het is het huis hier tegenover, waar ik nu nog steeds in woon. Op een zondag kwamen er twee Chinese meisjes binnen. Eentje was het lelijkste schepsel dat ik ooit had gezien en de andere was echt prachtig. We raakten aan de praat en spraken vaker af. Plots belde Helen, de schone me ‘s nachts op. Ze was bang voor haar agressieve huisbaas, dus bood ik haar gratis onderdak aan, in ruil voor haar kookkunsten. Een zekere dag op een tombola, haalde ze me over om haar hand vast te houden voor geluk. En je zal het niet geloven, maar we wonnen de hoofdprijs: een Daewoo! Verliefd zijn we nooit echt geweest, een vriend van mij zag haar zitten dus kregen ze mijn zegen en nu wonen ze samen in China. Vaak belt ze me op en zegt ze dat ze niet kan vergeten wat ik voor haar heb gedaan.”

 

Murad versus de staat

Zijn diamanten en vrouwen mogen hem dan wel geluk hebben gebracht, de Belgische Staat deed dat niet. In 1995 ging Murad in hongerstaking om op te komen voor zijn rechten. Leona DetiĂšge (toenmalig sp.a minister van Tewerkstelling en Sociale Aangelegenheden, nvdr.) wist hem hulp te bieden. Vandaag vecht Murad opnieuw voor zijn zaak en voor zijn rechten.

 

“Ik ben lid geworden van de N-VA omdat ze beloofden de belastingen te verlagen. Ze hebben echter iedereen belazerd, zoals politici dat doen, en zijn juist degenen die de belastingen omhoog trekken. Daarbovenop komen ze nu af met die belachelijke uitspraak dat een nachtwinkel imagoverlagend zou zijn; dat pik ik niet en daarom heb ik mijn lidkaart in twee geknipt,” zegt Murad. “Politici zijn lafaards. Ik zou graag eens met hen een debat willen voeren, maar ze hebben het lef niet om mij onder ogen te komen en de discussie aan te gaan. Het enige dat ze wel hebben is een superioriteitscomplex.”

 

Murad heeft al een heel gevolg achter zich kunnen scharen, gaande van journalisten tot de studenten die zijn nachtwinkel graag bezoeken. Want de echte nachtwinkel, dat is die van Murad. “Mensen zeggen dat als ik de taal zou hebben geleerd, ik een leider zou kunnen zijn. Geen politicus, maar wel iemand die opkomt voor de rechten van de mens. En dat is wat ik nu doe. Ik ben voor niemand bang, omdat ik niets te verbergen heb en als mijn rechten me ontnomen worden, dan zal ik vechten. Als de politici niet naar me willen luisteren zal ik hun politieke carriĂšre schaden. Ik ben dan wel een buitenlander, maar ik ben ook een Belgisch burger en heb kennis van zaken. Ik heb contacten en ben goed geĂŻnformeerd. Dat is nu net de troef van een diplomaat: geef niemand de kans om je goed te leren kennen, dan weten ze ook niet welke kaarten je in handen hebt.”

 

De problemen zijn voor Murad echter nog maar net begonnen. Toen we hem gingen bezoeken, had hij net een nieuwe voorruit laten zetten. Niet omdat hij daarvoor gekozen had, maar omdat zijn vorige is ingeslagen bij een overval. Murad gelooft echter niet dat dit zomaar een inbraak was; hij heeft al te veel meegemaakt om niet wantrouwend te zijn.



de bouwwerf van Ontwerpwetenschappen
24/02/2015
🖋: 

In het academiejaar 2013-2014 groeide het opleidingsaanbod van Universiteit Antwerpen flink door vier nieuwe departementen van de Associatie van Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA) te integreren in haar curriculum. De nieuwe faculteit Ontwerpwetenschappen is – naast de faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen – dit academiejaar begonnen aan zijn tweede jaar onder universitaire vlag en biedt de opleidingen Architectuurwetenschappen, Conservatie-restauratie en Productontwikkeling aan. De overgang van hogeschool naar universiteit verliep er niet zonder slag of stoot. dwars maakte de balans op met vicedecaan Sigrid Pauwels.

universitair en facultair beleid

We worden ontvangen in het kantoor van de oud-decaan. Kristiaan Borret, oud-stadsbouwmeester van Antwerpen, begon op 1 oktober 2014 als nieuwe decaan van de faculteit, maar kondigde 9 weken later zijn vertrek aan om aan de slag te gaan als bouwmeester van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zijn vertrek zorgde in eerste instantie voor veel onrust, maar heeft volgens Pauwels ook het vertrouwen wat broos gemaakt. Het feit dat de faculteit als enige binnen Universiteit Antwepen geen beslissingsrecht heeft over het aanstellen van een decaan, getuigt volgens Pauwels van weinig vertrouwen. “Het is betuttelend. Wij hebben intern ook goede kandidaten! De universiteit eist echter dat een decaan hoogleraar moet zijn en de enige hoogleraar binnen de faculteit is niet beschikbaar vanwege onderzoek. Nu is er iemand extern aangeworven die ook niet aan het profiel voldeed en is het de vraag waarom dat dan niet intern kon gebeuren.” Pauwels stelt dat een nauwere band met de universiteit zeer gewaardeerd zou worden. “Het is niet dat we overal onbemind zijn, maar we kampen nog met veel vooroordelen. Dat we hier met beitels en hamers aan de slag zijn en allemaal niets van onderzoek af weten. De opleiding drijft op creativiteit en dat is vaak een slow proces. We willen wel aan de academische normen voldoen, maar op onze eigen manier en ons eigen tempo.”

 

Er is een steeds nauwere interne samenwerking binnen de faculteit. “Het is een experiment dat goed bevalt en ook bevorderlijk is voor de band met de student. Deze gemeenschappelijke bewindvoering biedt extra ruimte voor de verschillende betrokken partijen.” Wanneer de voordelen van de integratie worden besproken, benadrukt Pauwels dat de autonomie van de faculteit veel groter is geworden. “Bij Artesis lag de bestuursvorming vast in decreten. Nu is dat ook wel zo in de academische structuur, maar we hebben toch meer vrijheid om dingen intern te organiseren zoals we dat zelf willen. Zo kunnen we de opleidingen en de docenten werkelijk betrekken in onderwijscommissies en eigen onderzoekswerkgroepen. De besluitvorming duurt zo wel langer, maar het geeft tegelijkertijd een breed draagvlak waar onderlinge discussie mogelijk is en het bevordert de kwaliteit van het onderwijs.”

 

Ontwerpwetenschappen: werk in uitvoering (© Nicolas De Keersmaeker | dwars)

 

werkpunten

Pauwels erkent dat er zeker nog punten voor verbetering zijn. Ze spreekt openlijk over de slechte staat van de huisvesting van de faculteit op Campus Mutsaard: “Het gebouw laat te wensen over als onderwijsomgeving. We zitten hier in het gebouw met drie spelers: hogeschool, universiteit en deeltijds kunstonderwijs. Als je een huis deelt met verschillende bewoners en er is een onduidelijke huurovereenkomst. Dan krijg je spanning.”

 

Ook binnen de opleidingen zelf zijn er werkpunten. Momenteel zijn de programma’s nog per opleiding georganiseerd, maar er wordt gewerkt aan een betere onderlinge samenwerking. “Dat is ook voor studenten interessant, want er zijn veel raakvlakken tussen de opleidingen.” Het academische aspect van de opleidingen wordt vervuld door het vak onderzoeksmethodologie en door de masterscriptie die moet voldoen aan academische eisen. Daarnaast moeten ze ook ontwerpen, want â€œhet is niet alleen het schrijven over, maar ook het kĂșnnen.”

 

“Sinds 1 oktober 2013 zijn er veel dingen veranderd: de administratie die zich moest aanpassen aan nieuwe elektronische omgevingen als SiSA en Peoplesoft, de hervormde onderwijsprogramma’s, de statuten, de interne bestuurlijke structuur, een nieuwe werkgever... Het is een cocktail voor chaos en hier en daar wat collaterale schade kun je niet vermijden. Ik beschouw het als kinderziektes, want stilaan worden de positieve dingen helder.” Wanneer we haar vragen naar de kritiek die onder de studenten ontstond over het niveau van een aantal opleidingen, reageert Pauwels gelaten: “Het is niet allemaal kommer en kwel, maar het is ook niet eerlijk om te zeggen dat het rimpelloos verlopen is. De studenten hebben zich daar terecht over laten horen. Het is hard werken om te overtuigen en de rust terug te brengen door aan te geven op welke punten we zijn verbeterd en zekerheid te geven dat goede dingen behouden blijven. De kwaliteitscontrole op de nieuwe opleidingsprogramma’s is heel actief sinds de integratie. Het beleid staat nu dichter bij wat studenten vinden door de aanwezigheid van studentafgevaardigden in onze organen en programma-evaluaties.”



het geloof in dialoog
24/02/2015
🖋: 

Antwerpen is de stad bij uitstek waar mensen met verschillende levensbeschouwingen elkaar ontmoeten. dwars sprak met vertegenwoordigers van twee van de grootste religieuze gemeenschappen: de Christelijke en de Islamitische. Is samenleven in een tijd van extremisme en radicalisering mogelijk? Hendrik Hoet en Davut Dulkadir geven hun mening.

Wat is uw functie binnen uw geloofsgemeenschap?

Hendrik Hoet Ik ben pastoor van St. Carolus Boromeus en daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de interreligieuze dialoog in heel het bisdom Antwerpen. In het bijzonder voor de dialoog tussen de christelijke kerken en voor de katholieke gemeenschappen van vreemde oorsprong.

Davut Dulkadir Ik ben voorzitter van Haci Bayram Camii, een Turks Islamitische gemeenschap in Hoboken.

 

 

Universiteit Antwerpen is actief pluralistisch. Voorheen waren delen ervan katholiek. Dat actief pluralisme, vindt u dat een goede evolutie?

Hoet Als dat inderdaad een pluralisme is, dan vind ik dat een goede zaak. Maar de richting opgaat van het uitbannen van alle religieuze uitingen, dan noem ik dat een wegvagen van alle pluralisme. Dat is eerder uniformisme. Louter voorstellen welke godsdiensten er bestaan is niet genoeg. Voor een mens is het belangrijk dat hij iets is, want anders kan je niet dialogeren. Neutraliteit, dat bestaat niet, het wil zeggen dat je het aan de jongeren toevertrouwt om het zelf uit te zoeken.

Dulkadir Ik ben hier al 40 jaar en ik heb nooit problemen ondervonden met de mensen, iedereen respecteert elkaar. Ik heb hier geleerd dat verschillende groepen met elkaar samen moeten leven. Daarom juich ik het pluralisme toe, we zijn immers allemaal mensen. Dialoog en respect vind ik heel belangrijk.

 

Men heeft het vaak over radicalisering. Voelt u dat binnen uw gemeenschap ook?

Hoet Als radicalisering betekent terug naar de wortels te gaan, dan zijn veel radicalen juist niet radicaal. Men kan als christen niet radicaal genoeg zijn in de zin van radicaal de liefde beleven zoals Jezus ze beleefd heeft.

Dulkadir Radicalisering mag je niet veralgemenen, het gaat enkel om een bepaalde groep die mij niet aanspreekt. Niet elke moslim gaat bijvoorbeeld naar Syrië, dat heeft te maken met de manier waarop hij persoonlijk zijn geloof belijdt. Maar gaan vechten in Syrië is een persoonlijke keuze, volgens mij is dat zelfs puur politiek.

 

 

We hebben onlangs de aanslagen op Charlie Hebdo meegemaakt. Vindt u persoonlijk dat men mag spotten met zaken als het geloof?

Hoet Kijk, eerst en vooral, wie zal daarmee lachen? Volgens mij mag je met alles lachen, maar het is te zien hoe. Als lachen betekent de dingen kunnen relativeren en in vraag stellen, dan kan dat. Als ermee lachen betekent ermee spotten, dan vraag ik mij af: heb je begrepen waarover het gaat? Ik kan ook perfect verdragen dat men met de Kerk lacht. Maar vanaf dat men met Jezus begint te spotten heb ik het ook moeilijk.

 

Dus die cartoons


Hoet Als cartoons enkel bedoeld zijn om te spotten, vind ik dat je ze niet moet maken. Als je een ander liefhebt dan spot je er niet mee. Eerbied is noodzakelijk in menselijke relaties. Dingen die heilig zijn voor een ander, maar niet voor mij, verdienen ook respect.

Maar ik vraag me af hoe oud die mensen zijn, als er als reactie op een aanslag omwille van spot nog meer spottende cartoons gepubliceerd worden. We zijn toch volwassen mensen? Natuurlijk, het gaat hier om het verdedigen van het recht op vrije meningsuiting. Men zegt dikwijls: de grens van mijn vrijheid is die van een ander. Maar zo’n blad als Charlie Hebdo, dat vind ik geen vrije meningsuiting. Eerder pure pornografie, ik zou er niet mee moeten thuisgekomen zijn.

Dulkadir Lachen met de profeet kan niet. Hij is onze profeet. Christenen eisen respect voor hun overtuiging en dus eis ik datzelfde respect ook voor die van mij. Het moet van twee kanten komen. Karikaturen en cartoons kunnen dus niet voor mij.

 

Cijfers van Europol hebben aangetoond dat slechts twee aanslagen in 2013 het resultaat waren van moslimterrorisme. Waarom denkt u dat de media hier vooral aandacht aan besteden?

Hoet Om te beginnen spreek ik niet graag van moslimterrorisme, want dan gebruik je een etiket. De grootste slachtoffers van dat terrorisme zijn immers de moslims zelf. In de eerste plaats gaat het om conflicten binnen de moslimwereld. Aan de andere kant richten ze zich ook tegen het Westen. Boko Haram betekent bijvoorbeeld ‘westers onderwijs is zondig’. Daar zijn wij, naar mijn mening, mede verantwoordelijk voor: door kolonialisme hebben we een situatie van analfabetisme in de hand gewerkt. Hierdoor kon het probleem groeien, dat nu explodeert.

Dulkadir Als de media vooral over moslims berichten, dan wil dat zeggen dat ze ons belangrijk vinden. Maar al die media-aandacht vind ik niet per se positief. Opvallend is dat wij in een negatieve context aan bod komen.

 

 

Als reactie op de gebeurtenissen van de laatste maanden, heeft de Belgische overheid beslist soldaten in het straatbeeld te plaatsen. Voelt u zich veiliger door die aanwezigheid?

Hoet Ik voel mij niet veiliger. Integendeel, als ik soldaten zie, krijg ik eerder schrik. Maar dat is een persoonlijke psychologische reactie. Of hun aanwezigheid echt efficiĂ«nt is, is nog maar de vraag. Voor het gebouw van Charlie Hebdo was ook politiebewaking. Tegelijkertijd wordt een gevoel van angst gevoed: als we beveiligd moeten worden, moeten we dus ook bang zijn voor iets. Ik voel mij niet veiliger, maar ook niet bedreigd. Maar dat zal aan mijn naĂŻveteit liggen (lacht).

Dulkadir Het is de taak van de overheid om haar land en haar burgers te verdedigen, maar dan moeten wel alle mensen worden beschermd, ongeacht hun afkomst. Camera’s en militairen vind ik dus positief, want het beschermen van de mensen vind ik niet meer dan normaal.

 

Zijn er spanningen te merken tussen de geloofsgemeenschappen in Antwerpen?

Hoet De joden zijn bang voor de moslims, en de moslims zijn bang voor ons. De bisschop heeft vorige week een vergadering belegd met moslims van verschillende groepen, om de solidariteit en vriendschap te versterken. We doen wat we kunnen om het wantrouwen tegen te gaan. Maar ik vrees dat we evolueren naar een klimaat waarin iedereen bang is voor iedereen. Het antisemitisme groeit, net als de islamofobie. Men begint meer en meer te redeneren in schemaatjes en vooroordelen: zo wint IS.

Dulkadir Ik heb zelf vrienden van alle soorten en probeer zoveel mogelijk te integreren. Daarbij heb ik nooit echte spanningen ervaren en dat is nog niet veranderd. België is niet mijn land, dus ik hou mij aan de regels. Ik moet net zoals alle anderen de wet volgen. Maar, zoals ik al zei, respect komt van twee kanten. Als jullie naar ons land komen, moeten jullie dus ook onze regels volgen.

 

Hoe probeert u de samenwerking tussen de verschillende geloofsgemeenschappen te vergemakkelijken?

Hoet Op nationaal vlak proberen we een interreligieus signaal te geven, maar dat is nog in volle voorbereiding. Ook wereldwijd zijn we met de interreligieuze dialoog bezig. In Antwerpen is in september een gebed voor de vrede georganiseerd dat 3 dagen duurde. Leiders van geloofsgroepen van over de hele wereld zijn hier samengekomen om elkaar te ontmoeten. Zo proberen we een klimaat van dialoog op het hoogste niveau te creëren. Interreligieuze samenwerking is naar de toekomst toe heel belangrijk. Om elkaar te helpen de heilige geschriften zo te interpreteren dat we aan vrede kunnen bouwen. In plaats van andersom.

Dulkadir Kerken en moskeeën zijn gescheiden, we bidden en beleven ons geloof op een andere manier. Ik denk dus niet dat we ooit samen één geloofsgemeenschap kunnen vormen. Afspraken maken om elkaar beter te verstaan kan wel.



de dwarsdoorsnede
23/02/2015
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze week: de dwars Oscars gaan naar... Birdman, Le Meraviglie en Whiplash.

In deze mediageile, hectische tijden kan mijn escapistisch karakter de lokroep naar entertainment, zoals die van de sirenen tot Odysseus, niet altijd weerstaan - indien er niet aan beantwoord wordt, hoedt u voor een gevaarlijke humeurigheidsontploffing! Daarom streek ik deze week tot driemaal toe schaamteloos neer in de rode zeteltjes van de Cartoon's. Ik liet verder de ultieme kunst der escapisme zijn werk doen, namelijk: de cinema. Alle lofbetuigingen voor deze kunst omdat het de enige ervaring is die me gedurende twee uur van mijn eigen leefwereld naar een compleet andere kan katapulteren. En dat moet ik toejuichen aangezien ik al genoeg in mijn eigen wereld leef.

 

Toegegeven, ik ben een kind van mijn tijd met een Facebookpagina en daarom gemakshalve geneigd om die unieke ervaring te herleiden tot de combo koptelefoon-laptop-dekentje-pyjama omdat.. nuja heeft dit fenomeen verantwoording nodig? Hoe absurd het ook is om in de pikzwarte duisternis met onbekende popcornvreters naast je - en zonder flanellen pyjama of chaotische haardracht - tijd door te brengen, blijft de cinemazaal de enige plaats waar films echt tot leven kunnen komen. Zeggen dat een film moet bekeken worden op het witte doek in de duisternis en niet op een laptop of televisie, is zoals zeggen dat je je beter onderdompelt in een warm bad met badzout, badparels en geurkaarsen dan dat je het wasgebeuren snel afhandelt met een kattenwasje aan de lavabo.

 

Streep ‘bad’ door en je houdt ‘parels’ van films over, oscargenomineerd of niet (Le Meraviglie is geen genomineerde, maar sleepte vorig jaar alvast de Grand Prix du Jury van Cannes in de wacht). Na film drie had ik alvast met een niet-verwaarloosbare pretentie een vaste stoel opgeĂ«ist en beeldde ik me in wat voor leven een professionele filmrecensent mag leiden. Neen, niet een leven zoals dat van VRT-journalist Ward Verrijcken; ik schrijf: ‘professioneel filmrecensent’, iemand die dus elke week minstens vijf nieuwe films beoordeelt, en niet de echo van andere filmrecensenten over één gehypte film laat weerklinken in De Zevende Dag. Ik ben geen professionele filmrecensent en houd het dus op drie films. Ook omdat mijn spaarvarken leger is geworden dan het al was.

Dus, als u in uw ooghoeken op straat een verwarde bedelaarster en een dansend aapje ziet, dan passeert u deze cinefiel die rechtstreeks van de cinema afdwaalt en ergens onderweg een aapje heeft opgepikt. Loop haar niet voorbij, maar heb meelij, en stort wat centjes op haar rekeningnummer. Voor het aapje is het helaas al te laat.

 

 

Birdman - regisseur Alejandro GonzĂĄlez Iñårritu (drie sterren op vier): Een echte boner op broadway

Vanaf seconde één kondigt een onafgebroken soundtrack van groovy, maar nerveuze drums het catastrofale onheil aan van een acteur die leeft in zijn eigen schaduw. De acteur op leeftijd is Riggan Thompson (Michael Keaton) en zijn schaduw is Birdman, het personage dat hij vertolkte in de gelijknamige jaren ‘80 blockbuster. In een ultieme poging om nooit meer vereenzelvigd te worden met dit personage voert Riggan een artistieke Broadwayproductie op genaamd What We Talk About When We Talk About Love. Diep, maar met die poging verloochent hij zich nog meer, want zoals de zes acteurs voor het Friends-kijkende publiek altijd Ross, Rachel, Phoebe, Monica, Chandler en Joey zullen blijven, zal Riggan heel zijn leven de naam â€˜Birdman’ met zich moeten meedragen. Birdman is wie hij is: een celebrity en dus een misvormde miniversie van zichzelf. In schizofrene dialogen vecht Riggan met zijn innerlijke demon, zoals, vergeef me mijn The Lord of the Rings analogie, SmĂ©agol met Gollum.

 

De levendige camerabewegingen loodsen de kijker door de coulissen van het New Yorkse Broadway waar alles fake is buiten het acteren zelf. De gang waarop alle kleedkamers van de acteurs uitkomen doet overigens erg denken aan de gangen van het Overlook Hotel uit Stanley Kubrick's The Shining: griezelig, bevreemdend, met in de verte het geruis van een applaus, en in plaats van een bezeten fietsend jongetje, hysterische acteurs - ik weet niet wat het engste is. Broadway waar “liefde wordt verward met bewondering”, “populariteit het sletterige nichtje is van prestige” en grootheidswaanzin niet de enige vorm van waanzin is waar iedere Broadwaymedewerker - zowel de pretentieuze acteurs (eervolle vermeldingen voor Edward Norton en Naomi Watts) als de op geldbeluste producent (Zach Galifianakis) - mee te kampen krijgt, is dĂ© plaats ‘om iets te betekenen’ en ‘om het te maken’, maar uiteindelijk stikt iedereen in zijn eigen ego en verwachtingen. Ba dum dum tsssh (drum-imitatie).

 

De enige down-to-earthness komt van Riggan’s dochter en tevens zijn persoonlijke assistente (Emma Stone). Haar geheim is om ettelijke WC-rollen vol te kladden met streepjes waarbij elk streepje staat voor vijfduizend jaar. Van de hele rol staat ongeveer één blaadje voor de mensheid. Riggan smeert de etensresten van zijn gezicht met dat blaadje waarop zijn dochter zegt: ‘You’ve just wiped away all of humanity.’ Dat wegvegen kan doorgetrokken worden naar de hele film, want de eigenzinnige regisseur Iñårritu (BabelBiutiful) doet hetzelfde met de meeste Hollywoodconventies. Ondanks deze tegendraadsheid is Birdman dĂ© grote Oscarfavoriet, net zoals zijn grootste concurrent Boyhood van Richard Linklater. Dat ruikt naar een paradox, maar wel een heerlijke.

 

 

Le Meraviglie - regisseuse Alice Rohrwacher (drie sterren op vier): Het land van melk en honing

Mamma Mia! Nee, niet die tenenkrommende musical, wel een uitroep van toepassing op Le Meraviglie (De Wonderen). Het Italiaanse platteland is deze keer niet het decor van een idyllisch vakantieoord voor wijnfijnproevers, wel de vervallen, afgelegen woonplaats van een gezin van imkers. Het gestileerde oog van de camera staat ook niet scherp gesteld op een typische Italiaanse familie met een hevig gesticulerende nonna die wonderen verricht met verse pasta en vuurrode tomaten. De Duitse vader Wolfgang (rol van de Belgische acteur Sam Louwyck, herinnert u zich de hypnotiserende Windman uit Any Way The Wind Blows nog?) is een soort gastarbeider die verbitterd zijn Italiaanse vrouw (Alba Rohrwacher, de zus van de regisseuse) en hun vier kastaars van dochters tracht te isoleren van de dynamische, technologische buitenwereld. Toch is Wolfgang helemaal geen terroriserende pater familias. Het zijn uiteindelijk steeds zijn dochters, en in het bijzonder zijn oudste Gelsomina, die het laatste woord hebben. Na toevallig getuige te zijn van een televisieopname met de iconische Monica Bellucci als presentatrice - de Grieks-Romeinse kitsch doet Felliniaans aan, het witte haar van La Bellucci met die opeenstapeling van blonde vlechten eerder Heidi-aans - schrijft Gelsomina haar familie stiekem in voor de wedstrijd Het land der wonderen waarbij veel geld valt te winnen voor de familie die het best de ambachtelijke Italiaanse tradities vertegenwoordigt. En geld is exact wat de familie nodig heeft.

 

Beelden van een vloer vol honing leveren geen mierzoete, kleffe film op, want in plaats van melodramatische tranen lopen er bijen over het gezicht. Dit is een hartverwarmende familiekroniek die met zijn thematiek van traditie versus moderniteit dan wel clichĂ© is maar qua uitwerking voorzien van enkele unieke details. Bijvoorbeeld als de ouders al communiceren, switchen ze even gemakkelijk als bizar tussen Italiaans, Duits en Frans. Zoals de flamboyante Bellucci indruk maakt op dochter Gelsomina, zo kijk ik trouwens gefascineerd naar de vertolking van Sam Louwyck en zijn Italiaans.

Vertederend zijn bovendien de Italiaanse kinderstemmetjes. Zeker wanneer er één oprecht vraagt: "Mama ben jij dood als ik zestig jaar ben?" "Ja", zegt de moeder. "Dat is niet eerlijk, mama! Gelsomina is dan al 64, en heeft dus vier jaar langer bij jou mogen zijn." Heerlijk zo eerlijk redeneren als een kind.

 

 

Whiplash - regisseur Damien Chazelle (drie en half sterren op vier): The Black Swan onder de drummers

Ik sluit mijn filmweek af zoals ik ze begonnen ben: met groovy, nerveuze tromroffels. Na de film slof ik onthutst de zaal uit met enkel drumgesuis en de plat-geciteerde Paul-van-Ostaijen woordenstroom in mijn oren: 'BOEM paukenslag, daar ligt alles plat'. Al maak je in dit geval van die pauken- best een vette bass drum-slag!

 

Wie zich de verstikkende atmosfeer nog herinnert van de balletschool uit Black Swan van Darren Aronofski, zal zich makkelijk kunnen inleven in de setting van het Shaffer Conservatory waar studenten verteerd worden door hun muzikale passie en veeleisende, maniakale leraars. Muzikanten met een lakse houding van sex, drugs & rock-and-roll hebben hier geen kans op overleven - de camera glijdt niet voor niets langs een poster waarop staat ‘I was a bad musician and so became a rockstar’ of zoiets in die aard. Kwaliteitsvolle (jazz)muziek - en mijn god, is die muziek kwaliteitsvol - kan enkel ontspringen uit onmenselijk hard werken, grenzen verleggen en elkaar harteloos vernederen, tot tranen en bloedens toe. Het bloed en andere lichaamssappen ligt dan ook in dikke druppels op de drumvellen van student Andrew (Miles Teller). Eenmaal hij terechtkomt in het geöliede orkest van instructor Fletcher (J. K. Simmons), de meest tirannieke en pedagogisch onverantwoorde leerkracht uit de geschiedenis van fictie en realiteit - enige trauma’s aan uw beangstigende wiskundeleerkracht verdwijnen als sneeuw voor de zon als u Fletcher ziet en hoort tekeergaan: ‘Are you gonna be on my fucking time?’- groeit Andrew's muzikale passie en wens om "de allerbeste te worden" uit tot een maniakale, obsessieve waanzinnigheid. 

 

Al zijn Andrew en Fletcher qua drijfveren en doeleinden een match made in heaven: Andrew wil de beste muzikant zijn, Fletcher wil de beste hebben (want zo zegt hij: "I wanted to get rid of theStarbucks Jazz"); dat maakt hun samenwerking problematischer dan die van sommige koppige politici. Het manipulatieve machtsmisbruik van Fletcher resulteert in een nerve-wracking kat-en-muis-spelletje en zenuwslopender dan eender welke shoot-out. De film bevestigt dat de gruwelijkste horror nog steeds is wat een mens zijn medemens kan aandoen of zichzelf. Dat maakt hem gevaarlijker dan overstekend wild op een autostrade. Misschien daarom dat een waarschuwingsbord ‘opgepast een overstekende terroriserende mens’ met een vette rode rand rond het hoofd van een uitbarstende J. K. Simmons als Fletcher niet zou misstaan - al verdient deze meesterlijke acteur een mooier eerbetoon. Misschien zo'n beeldje van een kaal, gouden mannetje op zijn schouw?



met Herman van Veen
23/02/2015
🖋: 

Het Herman van Veen Arts Center bevindt zich op landgoed De Platz in Utrecht. Het is een uitgestrekt terrein midden in de Den Dolderse bossen. Centraal staat een kapitale roze villa. Hier houdt Herman eens in de twee weken ‘afsprakendagen’: de hele dag is hij in zijn Arts Center en voor elk uur is een afspraak gepland. Om half twaalf is het aan mij.

Een brede mahoniehouten tafel staat tussen ons in, het plafond is vier meter hoog en aan de muren hangen schilderijen van zijn hand. “Afdrukken van de ziel”, noemt Herman ze. De lijsten hangen als lijfwachten om hem heen. Zijn Arts Center is hier sinds anderhalf jaar gevestigd. “Ik ben gefascineerd door de natuur en dit is de ideale plek om kunst en natuur te combineren. Hier organiseren we lezingen, wandelingen en eenmaal per jaar het festival ‘A Day in the Forest’. Dit evenement focust op jongeren: we willen een plek creĂ«ren waar we de kunsten van jonge mensen met bijzondere begaafdheden een podium kunnen bieden. ”

 

U bent veelzijdig: u schreef 70 boeken, maakte 175 cd’s, 21 dvd’s, u zingt, schildert en bespeelt meerdere instrumenten. U zei in 2010 over uzelf “ik ben een eenstemmig karakter”. Wat bedoelt u daarmee?

“Eenstemmig is terug te leiden naar mijn viool; een eenstemmig instrument. De kracht is dat je in je eentje bent, een einzelgĂ€nger, een wandelaar die de ruimte zoekt. Maar die ene kan niet zonder die groep, je doet altijd iets met anderen, je kunt niet zonder ‘samen’. Als je harp of piano speelt, bespeel je een meerstemmig instrument. Dat past bij iemands karakter. Een pianist heeft de meerstemmigheid in zijn handen. Orkestmuzikanten zijn volstrekt anders, die maken de harmonie met elkaar. Ik ben een orkestmuzikant: een groep die het met elkaar creĂ«ert, op een eenstemmig instrument.”

 

U vertelde in oktober 2011 in Kunststof TV dat u vroeger clown wilde worden en u had iemand horen uitleggen dat “de echte kunst van een clown is, dat hij nooit mag laten zien wat hij kan. Je moet alleen een vermoeden hebben van wat hij kan.” Bent u in dat opzicht een clown?

“Ja, dat werkt nog steeds zo. Charlie Chaplin viel bijvoorbeeld in zijn film, maar had om te vallen in de film wel heel zorgvuldig zelf die banaan daar neer laten leggen.” Herman lacht. “Dat is wat we doen: wij organiseren het toeval. Maar ik houd niet zo van clowns, ik ben een beetje bang voor ze. Ik denk dat dat de reden is dat ik het in sommige opzichten ben: dan ben ik er minder bang voor. Je weet dat er iemand onder zit, maar je kon het niet zien. Dat heeft iets engs. Maar ik bedien me ook van die angst, al ben ik geen gemaskerde clown. Je blijft mij zien. Het is een metamorfose. Je laat een ander aspect van jezelf zien. Je doet alsof. Dan doe je ook enge dingen, die zitten dichtbij een clown.”

 

U zei ooit: “Er is sprake van een verbijsterend aanbod dat leven heet en dat door verschrikkelijk veel mensen niet herkend wordt als iets buitengewoon schoons.”

“Als je niet hebt leren kijken naar de natuur, is een boom maar een boom. Omdat je hem niet goed kent, is het makkelijk weg te halen. Als de boom betekenis krijgt omdat het de plek was waar je onder schuilde of wiens schaduw je gebruikte, wordt het des te moeilijker de boom te kappen. Nu is er naar mijn idee onbewust iets gaande dat ertoe leidt dat mensen zich niet hoeven te verdiepen. Hoe meer je van het vreemde weet, hoe meer respect je voor het andere Ă©n voor jezelf krijgt. Het is de kennis die bruggen slaat. Ik heb het gevoel dat vervreemding en het weghouden van kennis bedreigender is dan mensen zich realiseren. Op het moment dat je een vraag stelt, is de bedoeling van het antwoord dat je een nieuwe vraag hebt. Je komt in een ander besef en daardoor is de volgende vraag pas mogelijk. Dat is waarom ik het leven zo fascinerend vind: bij een nieuw uitzicht ontstaat er weer een nieuw uitzicht. Daar ligt de drang van mensen om achter de horizon te kijken. Die horizon rent voor je uit, er is altijd weer een nieuwe vraag of een nieuwe verte. Dat maakt het leven zo fascinerend.”

 

U zei dat zoveel mensen het mooie niet zien. Hoe komt dat volgens u?

“Je ziet, zeker op mijn leeftijd en ik ben nu 68, dat veel mensen toeleefden naar hun pensioen. Dat blijkt volstrekt anders te zijn dan ze hadden gedacht. Ze gingen over een weg, leiden die en dachten: later, dán heb ik tijd.”

 

Leiden of lijden mensen die weg?

“Beiden. Mensen, ook ikzelf, zijn opgevoed met ‘later’. ‘Later als’, ‘en dan ga ik’
 Dat ‘later’ is maar de vraag. Mensen zijn voorzichtig. Ik denk dat daar een door de economie ingegeven onderwijssysteem onder zit. Dat zie je nu nog. Mensen zeggen: ‘piano spelen is leuk, maar word dokter en doe pianospelen als hobby.”
 

 

In het lied ‘Dromer in de Bocht’ zingt u: “Wat is er geworden, van de dromer in de bocht? Die dacht dat alles kon, tot hij merkte dat niets mocht”. Is er volgens u te weinig aandacht of ruimte voor creativiteit?

“Ja, maar dit is een wat oudere tekst, ik zocht naar woorden en zou dat nu anders zeggen. Op mijn twintigste was ik heel jong en al een soort wereldberoemd in Nederland. Ik was economisch interessant voor platenmaatschappijen. Die voerden een druk op me uit: misschien moet je dát niet en dát wel doen. Ik zag in mijn omgeving mensen buigen voor die druk. Dan stuur je als liedjes vermomde brieven naar je omgeving. Het zijn gezongen mails: ‘kies dat nou niet, blijf nou toch schilder’, ‘wat is er geworden van de jongen die je was, want we zouden
 we gingen toch
’” Herman valt stil. “Velen zijn niet gegaan, hebben keuzes gemaakt die niet mijn keuzes waren. Dan probeer ik in een boek, lied of gedicht signalen uit te sturen om mensen aan het denken te zetten. Ik schrijf nu nog zo. Ik begrijp mensen wel en heb er respect voor, maar je mag iemand best op zijn schouder tikken en vragen: goh, zou je dat wel doen. Dat is wat mijn repertoire uitdraagt.”
Een medewerker komt langs. “Ik wil wel een cappuccino”, geeft Herman aan. “Ik ben heel zwak.”

Herman vervolgt. “Mensen met bepaalde talenten kiezen toch voor zekerheden. Dat is wellicht verstandig, daar hebben we niets over te zeggen, maar in zekere zin wordt de waarde ontnomen die kunst in de geschiedenis had. Die Rembrandt is er nu ook, hij wordt alleen nog niet herkend. Maar hij is er nu en hij verdient meer rechten dan dat hij in deze samenleving krijgt. Onderwijs, kunst en gezondheidszorg zijn de echte prioriteiten in mijn beleving. Maar ik ben niet content over hoe de maatschappij met kunst omgaat.”

 

Er is een zekere miskenning van kunst naar uw idee?

“Onderwijs moet grenzeloos geholpen worden en dat geldt ook voor de kunstopleidingen en voor de gezondheidszorg. Die aspecten maken een maatschappij in essentie mogelijk. Dat is de hoogste prioriteit en geeft het niveau van een beschaving aan. Kunstenaars en zeker jonge mensen dienen veel beter ondersteund te worden. Dan komt er een break- even moment waarin ze zelfstandig kunnen zijn. Maar ze moeten wel de kans krijgen hun begaafdheden optimaal te ontwikkelen. De cultuursector in het geheel dient fenomenaal ondersteund te worden. Het gaat namelijk om diegene die ‘het andere’ zegt. Kunst biedt een ander zicht op de werkelijkheid. Dat is ongekend belangrijk voor de samenleving; een variatie op wat men algemeen als waarheid beschouwt. Door die andere visie biedt kunst je een keuze. Veelzijdigheid is in mijn beleving bijna een mensenrecht. ‘Goh, zo heb ik het nog nooit gezien’. Dat is wat kunst doet.”
 

 

U zet zich al vanaf uw 17de in voor Unicef en strijdt met vier goede doelen voor de rechten van het kind. Is het soms lastig de wereld als ‘buitengewoon schoon’ te blijven zien als u het leed ziet dat u met die organisaties probeert te voorkomen?

“Het aanbod zoals het er ligt is een verbluffend cadeau. Hoe wij ermee omgaan, is iets anders. Wij hebben na de Tweede Wereldoorlog de VN opgericht en daarin zijn kinderrechten gearticuleerd. Kinderen hebben daardoor wereldwijd erkende rechten. Vervolgens is het zo dat alle landen autonoom zijn en zelf de rechter zijn over hoe die waarden worden nageleefd. Daar kan een internationale organisatie niet op ingrijpen. Dat schiet niet op. Ik geloof heilig dat wanneer de rechten van het kind worden nageleefd, oorlog onmogelijk is. Dan zou je redeneren dat je een bom niet kunt gooien, omdat je dan de veilighied van het kind schaadt. Maar de prioriteit is niet het kind. Dat is wat ik als jongeman al snel zag. Het jonge leven moet beschermd worden. Maar we zijn opportunistisch. Dit is de exploitatie van de onwetendheid. Het is geen kwestie van oogkleppen, er zit geen complot achter. Het zijn gewoon miljarden celletjes die voor zichzelf zorgen met te weinig compassie voor anderen.”

 

Heeft u, als u dit constateert soms moeite met het genieten van het “verbijsterende aanbod dat leven heet”?

“Nee, want met het aanbod zelf is niets mis. De schoonheid wordt echter niet collectief waargenomen omdat het ego, het eigenbelang, altijd groter blijkt te zijn dan het collectieve belang. Daardoor vernietig je mede het individuele belang van kinderen. Dat weten mensen op het moment dat het ze zelf overkomt. Ook met Europa: Europa is een noodzaak, geen luxe. Kijk in de geschiedenis: oorlog was er vroeger in veelvoud van wat het nu is. Geschiedenisonderwijs is ongelooflijk belangrijk om te begrijpen op welke signalen je dient te reageren om oorlog te voorkomen. In de geschiedenis zie je een herhalend patroon. ‘Het komt me bekend voor’, maar ‘je dacht dat het zo’n vaart niet zou lopen’. Het wordt vanuit het thuisgevoel opgelost. Het denken dat nu gehanteerd wordt heeft een historische ervaring en het is die ervaring waar we de werkelijkheid op baseren. Als je iets wilt voorkomen, moet je een fenomenaal historisch besef hebben.
Er moet veel meer geweten zijn om te begrijpen wat er nu gebeurt. Wij kĂșnnen weten dat er een fenomenale ecologische problematiek komt die wij niet aankunnen. Maar de samenleving is onvoorstelbaar opportunistisch. Ten opzichte van kinderen, maar vooral ten opzichte van wat men als ‘natuur’ ziet. Het lijkt wel alsof de natuur volgens ons iets anders is dan wijzelf, alsof de natuur er voor ons gebruik is. Dat is helemaal niet zo.

 

Heeft u het gevoel dat we afkoersen op een grote ramp?

“Ik geloof wel dat de mens een houdbaarheidsdatum heeft. Interessant in dit verband zijn natuurrampen: wanneer spreek je van een natuurramp? Mensen willen altijd de goedkoopste grond. In IndonesiĂ« is dat net onder de kraterrand. Daar wonen verbluffend veel mensen. Op een gegeven moment krijgt die krater een ‘verkoudheid’. Is dat een natuurramp? Hetzelfde geldt voor tsunami’s: als jij een vijfsterrenhotel plaatst bij een strand aan de oceaan en je weet dat er de afgelopen 2000 jaar onvoorspelbare tsunami’s waren
 Dat is opportunisme, daar kun je de zee niet de schuld van geven. Maar dat noemen wij een natuurramp. Ik begrijp wat er bedoeld wordt, maar het is geen natuurramp. Het is economisch opportunisme. Een kerncentrale bouwen op aardbevinggevoelig gebied, dat is economisch opportunisme. Ik vind dat fascinerend en ben zeker niet pessimistisch, maar als ik naar mijn eigen leven kijk, vraag ik me af hoe ikzelf in die Apocalyps sta. Ik wil mensen op bepaalde zaken wijzen. Ik vind dat ik bepaalde dingen moet zeggen.”

Herman staat op, het volgende gesprek van deze afsprakendag is aan de beurt. Hij loopt mee naar de deur, vertelt en beweegt alsof hij in het theater staat: bij het begin van een zin doet hij een pas opzij, halverwege een stap naar achter, armen open, handen gevouwen. Hij spreekt alsof hij danst. Bij de deur geeft hij een ferme handdruk. “Blijf gezond!”



het marktsegment
23/02/2015
🖋: 
Auteur
Auteur extern
Capitant

Druk het gaspedaal van een Tesla Model S in en de ervaring verschilt duidelijk van andere wagens. De gewoonlijk brullende, of in een bescheidener exemplaar, lichtjes grommende uitlaat maakt plaats voor een gedempt suizend geluid wanneer de wagen snel en meedogenloos optrekt dankzij het hoge koppel dat een elektrische motor genereert en ook schakelen overbodig maakt. Van wijzers op het dashboard is geen sprake. De middenconsole wordt immers gedomineerd door een 17-inch touchscreen dat nog het meest doet denken aan een iPad die lijdt aan een groeiaandoening.

Elon Musk is met Tesla Motors, genoemd naar de uitvinder van de wisselstroomgenerator, niet aan zijn proefstuk toe. Musk behoort tot de zogenaamde ‘PayPal Maffia’. Een illustere groep technologieondernemers die het gelijknamige bedrijf hebben opgericht en waarvan de leden ook de stichters zijn van kleppers als YouTube, LinkedIn en Yelp. Met het fortuin dat hij verdiende aan de verkoop van PayPal aan eBay, richtte Musk SpaceX op, dat het laatste decennium uitgroeide tot de meest succesvolle commerciĂ«le ruimtevaartonderneming ter wereld. In 2006 werd hij ook nog meerderheidsaandeelhouder in SolarCity, de op een na grootste fabrikant van zonne-energiesystemen in de VS. Als CEO van Tesla Motors zit deze topondernemer nu ook aan het stuur van ‘s werelds meest vooraanstaande elektrische autobouwer.

 

ambitie troef

Het grote verschil tussen Tesla Motors (dat naast het Model S van net geen 72.000 euro nog twee andere modellen aanbiedt) en gevestigde autobouwers is dat het zich meer ziet als een energie innovatiebedrijf dan louter als een autofabrikant. Dat is ook nodig want de toekomst van de elektrische wagen staat of valt met de prijs van energieopslag in batterijen. De beste manier om de productiekost van batterijen te doen dalen en te voldoen aan de vraag is volgens Tesla Motors om het heft in handen te nemen en zijn eigen batterijen massaal te bouwen. Daarom gaan Musk en zijn kompanen in een joint venture met de Japanse batterijenfabrikant Panasonic een zogenaamde gigafactory van 4 miljard dollar bouwen in Nevada. Tegen 2020 zou de fabriek evenveel Li-ion batterijen produceren als de hele wereld er vorig jaar verbruikte.

 

automobielsector is hot

Vele technologiegiganten richten hun aandacht op de auto-industrie. Na Google, dat al jaren een deel van zijn monsterwinsten in zelfrijdende auto’s investeert, pompen nu ook Sony en Uber kapitalen in de ontwikkeling van soortgelijke technologie. Enkele weken geleden lekte uit dat het de ambitie is van Apple om binnen 5 jaar ook een elektrische wagen op de markt te brengen. Het nieuws werd nog niet bevestigd door Apple, maar het recente aannemen van ingenieurs van Ford, General Motors en Tesla Motors, doet het vermoeden enkel toenemen.

 

 

Capitant is de studentenvereniging die studenten leidt door het beursnieuws, inleidt in de financiĂ«le markten en informeert over economische onderwerpen.



Dirk De Wachter over liefde anno 2015
23/02/2015
🖋: 
Auteur

Zijn boek Borderline Times lijkt het niet al te rooskleurig voor te stellen voor onze generatie en de huidige maatschappij. Dirk De Wachter is professor aan KU Leuven en is als psychiater verbonden aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van Kortenberg, maar woont nog altijd in Antwerpen. Hij heeft een nieuw boek uit: Liefde, een onmogelijk verlangen. Wij hopen op een optimistischer vooruitzicht.

intake

We zoeken hem op in zijn praktijkruimte aan huis. Professor De Wachter is geheel in het zwart gekleed. Hij leidt ons voor naar een donkere kelderkamer met drie fauteuils, een bureau met stapels dossiers en boeken, posters en schilderijen van kunstenaars aan de muur en een schouw met spreuken. Er hangt een beladen sfeer. Als mensen hier opknappen dan is het zeker door de therapie. Dirk De Wachter: "In deze ruimte vloeien tranen. Mensen komen hier met veel leed en verdriet. Ik zie de achterkant van het geluk. I greet you from the darkness, from sorrow and despair. Hier moet ik heel eerbiedig omgaan met het grote leed van mensen. Ik ben verdrietdokter. Ik probeer gebroken harten te helen." Zo legde hij vroeger zijn vak aan zijn dochter uit.

 

Je gaat je afvragen in hoeverre een psychiater zelf last heeft van confronterende gedachten en emoties. De Wachter is ook maar een mens: "Ook ik heb te kampen met gevoelens als stress en angst. Mijn eerste boek, Borderline Times, gaat met name over mezelf. Ik sta heel erg onder druk, maar erover vertellen werkt bevrijdend. De uitdaging voor mij is om het in een vorm te gieten die voor de wereld betekenis heeft en de erkenning die volgt doet mij genoegen. Verder helpt het me, in mijn dagelijkse leven om terug te kunnen vallen op mijn eigen geliefden. Ken je dat citaat van Arnon Grunberg: "Er bestaan alleen patiënten. Sommige patiënten weten zich staande te houden ten koste van andere patiënten en die noemen we daarom geen patiënten. Die noemen we geslaagd."?

 

 

symptomen

Het is geen evidentie om van psychiater en veelgevraagd spreker een succesvol schrijver te worden. De Wachter: "Mijn uitgever wilde per se dat ik het op zou gaan schrijven. Borderline Times is uit voordrachten ontstaan en door vragen van familieleden van patiĂ«nten. Ik sprak al 20 jaar over de diagnose borderline. Het publiek stelde veel vragen, zij herkenden veel in die diagnose van zichzelf en van de maatschappij. De uitgever waarschuwde me dat dit een long seller zou worden. Een werk dat lange tijd zou blijven verkopen, maar niet door het grote publiek opgemerkt zou worden. Tot mijn grote verbazing was de eerste druk al uitverkocht bij de presentatie ervan." De Wachter spreekt met rustige handgebaren. Steeds weer weegt hij zijn woorden zorgvuldig af en zoekt daar met gefronste blik naar. De Wachter vervolgt: "Ik ben zeer cultuurkritisch, sommigen noemen dat pessimistisch, maar ik zie bijvoorbeeld dat solidariteit en engagement onder druk staan."

 

Borderline Times heeft een vrij evidente ontstaansgeschiedenis, maar waarom zou een psychiater zich aan de liefde wagen en wat valt er ĂŒberhaupt (nog) over te zeggen? De Wachter: "Ik wilde een klein boekje maken dat fijn is om te hebben. Zo een dat aan de ingang van kunstgalerijen ligt. Op de cover van het boekje staan De Verloofden van Magritte afgebeeld achter een kader. Je opent het kader, maar ze zitten nog steeds verborgen. Ik wilde over iets wezenlijks schrijven en ben vertrokken vanuit een positieve, maar conservatieve boodschap. Borderline Times was meer sociologisch qua opzet. Voor Liefde, een onmogelijk verlangen ben ik overgestapt op een verstilde literaire sfeer. In dat opzicht is het iets totaal anders." Het focust op de liefde tussen twee volwassen mensen. De Wachter vervolgt: "Ik wilde het een en ander zeggen over de duurzame liefdesrelatie, zonder ironie. Ironie kom ik namelijk in de hulpverlening ook veel tegen, maar liefde is wel heel wezenlijk."

 

diagnose

De psychiater doet nauwelijks een beroep op zijn vakkennis: "Niets lijkt duurzaam. Hoe kun je daar kritisch en subtiel over schrijven zonder in de ironieval te trappen? Ik breng geen politiek of filosofisch standpunt. Ik zou doodgaan van de commentaren. Mijn benadering is: de liefde ĂŹs niet, maar is een proces van worden. Liefde speelt zich af in de tijd. Liefde ontstaat uit een organisch groeien, zoals een plant. In het zaad zit de potentie, maar ook andere facetten zijn nodig. Met de liefde is dat ook zo: er valt geen voorspelling te doen, het leven moet geleefd worden. De westerse mens gelooft in de maakbaarheid, maar de liefde maakt een lange neus naar de westerse maatschappij. Je kunt er niet naar streven. Het is alsof je jaagt op een vlinder met een net met te grote mazen." Desalniettemin formuleert hij toch wat adviezen: "Heb aandacht voor je omgeving, maar forceer niet, wees niet cynisch. Laat los in hoopvolle verwachting. Natuurlijk is het niet waarschijnlijk dat je door de liefde overvallen wordt als je je depressief opsluit en niet meer gelooft in de schoonheid van het leven. Het komt wanneer je mensen ontmoet en de kwetsbaarheid van de wereld kan toelaten."

 

Veel van de moeilijkheden die mensen in het leven ervaren in contact met anderen, komen voort uit hun jeugd en de omgeving waarin ze zijn opgegroeid. De Wachter is hoofd systeem- en gezinstherapie en probeert daarin de verbanden te zien die bepaalde keuzes verklaren. "Ik ben fenomenoloog en zie dat de mens de voorspelbare, duurzame, blijvende band heel erg nodig heeft. Het traditionele gezin is echter geen heiligdom. Ik wijs wel regelmatig op het verminderen van de prikkels. Gezinnen moeten gewoon weer om de tafel gaan zitten en praten met elkaar. Er is een onderzoek gedaan in de Verenigde Staten met camera’s in fastfoodrestaurants. 90 procent van de tijd zijn ouders bezig met hun telefoon. De overige 10 procent gebruiken ze om tegen hun kinderen te kijven. De verantwoordelijkheid ligt bij de ouders: je kunt heel verschillende keuzes maken."

 

 

prognose

De kans om een psychiatrische aandoening te ontwikkelen hangt samen met de mate waarin een kind zich heeft kunnen hechten. De Wachter legt uit: "Ik zie veel hechtingsproblematiek, de prognoses zijn voor bepaalde mensen soms heel slecht, maar hechting blijkt fluĂŻde te zijn. Het gekwetste zaadje krijgt een moeilijke prognose, maar toch kan het ook goed komen. Ik zeg dat met veel nadruk, omdat het dus geen vicieuze cirkel hoeft te zijn. Soms krijgt iemand die een liefdevolle jeugd had later toch psychische problemen. Dat bewijst dat die problematiek niet versmald mag worden naar meetbare concepten. De liefde is zeer onvoorspelbaar, het is vlugger kapot dan je denkt."

 

De jonge generatie lijkt opnieuw voor duurzamer te kiezen, dat stelden de studentenpsychologen van Universiteit Antwerpen vorig jaar in een interview met dwars. De Wachter sluit zich daarbij aan: "Mijn generatie ging voor het hoogste goed: de vrijheid. De duurzaamheid is verwaarloosd. Jonge mensen zoeken weer meer verbinding en kinderen hebben sowieso behoefte aan binding met hun ouders. De jongeren van 1950 waren in dat opzicht hypocriet. Hoe kunnen we die vrijheid in het relationele verbinden met de duurzaamheid die onze kinderen nodig hebben? Het steeds wisselen van relatie maakt niet per se gelukkig. De nieuwe generatie twintigers denkt bewust na over hoe zij moeten bestaan. De psychiater is er om een spiegel voor te houden."

 

De nieuwe media lijken duurzaamheid niet per se aan te moedigen, maar professor De Wachter laat zich op dat vlak ook niet ongehoord of ongezien: "Ik sta overal op het podium, nu vaak ook met een camera erop. Ik maak daar dan maar gebruik van. Ik wil de drempel om psychiatrische hulp te zoeken verlagen, maar niet alles hoort bij de psychiater. Moeten studieproblemen geprofessionaliseerd worden? De kleine gewone verdrietigheden horen bij de wereld. Mensen moeten elkaar om hulp vragen. De Facebookgeneratie heeft alleen maar aandacht voor leukigheid, er is geen plaats meer voor verdriet. Onze wereld lijkt op het eerste gezicht heel open minded. Maar onder die openheid gaan veel normen schuil die anders zeggen. We worden verdeeld in winners en losers. Mensen die afwijken van de norm, maar daarmee (in de media) succesvol zijn, worden snel geaccepteerd. In het niet-succes wordt er meer dan ooit genormeerd. Ik ben niet tegen nieuwe media, maar we moeten wel nog echte verbinding met elkaar maken.

 

behandeling

Alles aan de bekende psychiater ademt een liefde voor het woord: "Literatuur gebruik ik als aanbeveling, om haar helende werking. Voor mij persoonlijk is dat heel belangrijk. Om te schrijven over liefde voel ik me beperkt in mijn mogelijkheden en daarom moet ik wel beroep doen op de literatuur en grote schrijvers. Die kunnen vaak heel goed de onmogelijkheid benoemen. De grote literatuur is soms heel cynisch, pornografisch en provocerend, maar de vorm zet ook aan tot nadenken en dat is niet te evenaren." Het boekje bevat veel citaten uit romans. "Ik hoop dat het een aanzet is om zich tot de literatuur te wenden. Het zou mooi zijn als het door geliefden aan elkaar voorgelezen wordt. Er zit schoonheid in het stil luisteren naar elkaar. Dat is de ultieme verbinding."



Herman Van Rompuy over 5 jaar voorzitterschap van de Europese Raad
23/02/2015
🖋: 

Om 1600 studenten en alumni samen te krijgen voor een lezing, moet je Herman Van Rompuy heten. Al zijn lezingen dagelijkse kost voor hem, toch was het grote publiek een unicum in zijn carriĂšre. Voor de eerste voorzitter van de Europese Raad is het spreekgestoelte van een aula een natuurlijke habitat, hij doceerde in de jaren tachtig namelijk aan de toenmalige Handelshogeschool van Antwerpen. Hij vertelt ons over zijn voorzitterschap en de ontwikkelingen in de Europese Unie. Na zijn boeiende lezing brengen we hem met Alechia-beheerder Patrick Van de Wauwer, organisator en chauffeur van dienst, naar huis. Voldoende ruimte op de achterbank en voldoende tijd voor een middernachtelijk interview met dwars.  

Waar bent u het meest trots op uit de afgelopen 5 jaar?

In de eerste plaats ben ik trots dat ik in naam van de Unie de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst heb mogen nemen in de City Hall van Oslo. Ik had me nooit kunnen inbeelden dat ik op die plaats zou staan. Het was niet mijn persoonlijke verdienste, maar ik heb daar de beste toespraak van mijn leven gehouden. Een ander mooi moment was toen ik in Aken de Karlspreis kreeg. Het was wel een persoonlijke verdienste. Dat was heel bijzonder voor mij, want ik werkte op het kabinet van voormalig minister Tindemans toen hij de Karlspreis kreeg en ik herinner mij hoe fier wij als kabinetsleden waren dat onze minister die prijs kreeg.

 

Wat had u nog meer willen verwezenlijken?

We hadden verder kunnen gaan in de uitbouw van de economische en monetaire unie. Over de economische coördinatie zijn we het niet eens geworden. Ik wilde daar zelf net zo ver als Duitsland in gaan, om toekomstige crises onmogelijk te maken. Na de stappen die we gezet hebben voor een bankenunie en een budgettaire unie, heb ik ook geprobeerd om een economische unie te verwezenlijken. We zijn daar aan begonnen toen het hoogtepunt van de crisis al voorbij was. Op dat moment was die noodzaak, de druk die nodig was om nĂČg meer Europa te hebben op dat vlak, al afgenomen. Dat bewijst eens te meer wat ik al dikwijls meegemaakt heb; dat men echt alleen vooruitgang boekt in crisistijden. Het is op andere vlakken ook juist dankzij de crisis dat we vorderingen gemaakt hebben. De bankenunie bijvoorbeeld, wil zeggen dat we één toezicht hebben op alle banken in de eurozone. Pas in de zomer van 2012, op het hoogtepunt van de crisis, zag men in dat we dat nodig hadden. Het is nodig dat men overal dezelfde regels heeft en dat niemand daar nog aan kan ontsnappen. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft toen de wijze beslissing genomen om inzicht te verkrijgen in de precieze toestand van onze banken vooraleer ze toezichthouder zouden worden. Als er problemen zijn, dan moeten die opgelost worden voordat zij aan het toezicht beginnen. Dat zorgde voor een complement van de bankenunie. We hebben dat allemaal kunnen doen in het heetst van de strijd. Never waste a good crisis. In 2008 konden we dat niet klaarspelen, de tijd was er nog niet rijp voor.

 

tussen austeriteit en solidariteit

Veel mensen maakten de analyse dat Europa vooral focuste op het politieke aspect, zonder dat de economische fundamenten er waren. Waarom zag men dat bij aanvang niet?

De EU is begonnen als politiek project, als vredesproject na de oorlogen. Wat de vorm precies zou worden, wist men bij de start nog niet. Er werd gedacht dat we vanaf de invoering van een gemeenschappelijke markt en een munt altijd één unie zonder oorlog zouden zijn. Zijn we holderdebolder met de monetaire unie begonnen, zonder voldoende economische onderbouwing? Ja, het is een beetje te veel politiek geweest en te weinig economie. Niets is duurzaam als er geen goede economische infrastructuur is. Een ketting is maar zo sterk als de zwakste schakel. Dat wil echter niet zeggen dat de euro een vergissing is geweest. De enige vergissing die men gemaakt heeft, is dat men niet genoeg instrumenten heeft meegegeven om in geval van crisis op te treden.

 

Akkoorden sluiten met 28 landen is niet evident. Men moet dan ook steeds bereid zijn om compromissen te sluiten. Er was tijdens de crisis een wil om het Europese project door te geven aan de volgende generaties. De EU is immers veel meer dan enkel de munt en de economie. Het is pas de laatste jaren, door de problemen in de eurozone, dat de economie een splijtzwam lijkt te zijn. Maar ik ken geen enkel land, zelfs niet Griekenland, dat uit de eurozone wil. We hebben een gemeenschappelijk doel en daarvoor doen we een beroep op de verantwoordelijkheid en solidariteit van alle lidstaten. Europa was een keuze, maar is nu een noodzaak.

 

De opgave voor de volgende jaren is om die economische unie veel meer open te stellen. We moeten focussen op de verdieping van de economische en monetaire unie, het stimuleren van de economische groei, een eensgezind standpunt behouden ten opzichte van OekraĂŻne en Rusland en Groot-BrittanniĂ« in de Unie houden. Dat is al een hele boterham.

 

Vindt u dat er te veel op besparingen is gefocust in de eurolanden die met grote economische problemen te kampen hebben? Hoe groot is het risico dat de Grieken uit de euro stappen?

Het was nodig om eerst orde op zaken te stellen om aan een duurzaam economisch herstel te werken. Je kon niet verder zoals Griekenland, met een tekort van 15 procent op het nationaal inkomen en een schuld van 135 procent aan het begin van de crisis. Met hun gebrek aan competitiviteit waren hervormingen onvermijdelijk. Op dit ogenblik is de toestand in die crisislanden dermate verbeterd dat zij meer ruimte kunnen maken voor economische groei. Die economische groei is niet enkel een zaak van meer geld pompen in de economie. Economische groei is ook een zaak van hervormingen: van de arbeidsmarkt, de productmarkt en de administraties. Hierbij moeten we zeggen dat Griekenland nog niet zo ver gevorderd is. De niet-financiĂ«le hervormingen kunnen op weinig steun rekenen bij de Griekse regering, wat een probleem is. Ik denk dat hun programma niet te financieren is en dat het in het belang van de Grieken en van de eurozone is dat we een nieuw evenwichtspunt vinden tussen austeriteit en solidariteit. Dat evenwichtspunt zal echter niet zo ver afliggen van waar we al mee bezig waren. We moeten in elk geval pogen om tot een consensus te komen om een toestand te vermijden die voor Griekenland nog nadeliger zou zijn dan alles wat ze tot nu toe hebben meegemaakt. Er zijn geen 20 alternatieven om de crisis te bestrijden. Wel focust de nieuwe regering terecht op het bestrijden van corruptie en fiscale fraude en op het goed innen van belastingen.

 

Herman Van Rompuy (© Martijn Fraanje | dwars)

 

you can lead a horse to water, but you can’t make it drink

Staat u achter het beleid dat de ECB nu voert met het opkopen van de staatsobligaties en het massaal geld pompen in de economie?

De politiek die de ECB nu voert, wordt al jaren door de Bank of England en de Federal Reserve in de Verenigde Staten toegepast en is dus zeker niet uitzonderlijk. De Centrale Bank staat voor een bijzondere opdracht: het bestrijden van de deflatie, dus het dalen van de prijzen. Vroeger moest de Centrale Bank beletten dat de prijzen meer stegen dan 2 procent. Nu moet de Centrale Bank alles doen opdat de prijzen met 2 procent zouden stijgen. Als je in een spiraal komt van dalende prijzen, dan verergert de crisis. Mensen stellen hun aankopen uit omdat het toch nog goedkoper zal worden. Dat leidt ertoe dat meer wordt gespaard en minder wordt uitgegeven. Het zorgt voor een daling van de economische activiteit en vervolgens ook voor minder werkgelegenheid en zo ontstaat een nieuwe negatieve spiraal. Deflatie moet dus bestreden worden. EĂ©n van de gunstige gevolgen van de politiek van de Centrale Bank is dat de euro verzwakt. De rente gaat nog verder naar beneden en als de rente laag is, dan wordt de munt zwakker. De euro is de laatste 7 maanden 10 procent in waarde gedaald, wat een enorme depreciatie van de munt is. Voorheen was de euro te sterk, maar nu worden de Europese producten goedkoper op de wereldmarkt, wat gunstig is voor onze uitvoer.

 

Wat zou er gebeuren als de euro in een liquiditeitsval belandt?

Bij een liquiditeitsval daalt de rente niet verder, zelfs al laat je de geldvoorraad toenemen. Je pompt eigenlijk geld in de economie, zonder een verdere daling van de interestvoet: you can lead a horse to water, but you can’t make it drink. De rente daalt niet verder omdat die beneden een bepaald peil zogezegd niet verder kan dalen. We zijn nu wel heel laag gevallen met de rente. Dus toen Keynes het concept van de liquiditeitsval bedacht, zal hij nooit gedacht hebben dat de liquiditeitsval op 0 procent rente zou zijn. Ik verwacht niet dat de ingrepen van de ECB een spectaculair effect op de rente zullen hebben.

 

een graantje onbehagen

U pleit voor ‘meer Europa’, toch gaan er in verschillende lidstaten stemmen op die voor ‘minder Europa’ willen gaan. Zijn de eurokritische partijen een bedreiging?

Bijvoorbeeld mevrouw Le Pen in Frankrijk, gaat erg ver voor 'minder Europa'. Ze wil zelfs terugkeren naar de Franse frank. Uit opiniepeilingen blijkt dat 30 procent van de Fransen zich achter het Front National scharen. Dat is dus niet meer zo banaal, maar ik denk niet dat zij aan de macht komt. Als mensen stemmen voor een bepaalde partij, steunen zij daarom nog niet alle programmapunten van die partij. Niet alle mensen die voor een separatistische of racistische partij stemmen, zijn separatisten of racisten. Een stemming is dikwijls een negatieve stemming, een stem tegen iemand. Zulke cijfers moet je dus genuanceerd beoordelen. Dat die ideeĂ«n een brede aanhang hebben is wel een kanker in de samenleving die bestreden moet worden. Tegenover extremisme mag je niet te tolerant staan.

 

Veel klassieke partijen hebben de neiging een graantje mee te pikken van het onbehagen. Ze willen kiezers terugwinnen door te kijken naar de standpunten van de partijen waaraan ze kiezers hebben verloren. Voor die populistische partijen is Brussel de universele zondebok, maar het is niet omdat je niet akkoord bent met de politiek van de Unie, dat je moet zeggen dat de Unie niet meer moet bestaan. Er wordt kritiek gegeven op het concept in plaats van op het beleid. Ik heb echter onderschat hoe groot de vertrouwensschok was na de bankencrisis en het duurt lang voor dat vertrouwen terug is. Banken zijn gebaseerd op het vertrouwen dat niet iedereen op hetzelfde moment zijn geld terug zal vragen. Het bankensysteem heeft echter op het randje van een ineenstorting gestaan. Een munt is ook gebaseerd op vertrouwen. Achter een biljet zit geen goud meer zoals vroeger. Nu zijn het de wet van vraag en aanbod in combinatie met het vertrouwen die de waarde van beleggingen bepalen. Voor Europa ontbreekt het perspectief van groot herstel. Er zijn structurele problemen: de gedaalde competitiviteit, gebrek aan investering in de economie, structurele werkeloosheid, te weinig productiviteit en een vergrijzende bevolking. Op veel van die langetermijngroei hebben we ons door de problemen met Griekenland te weinig kunnen concentreren.

 

We hebben meer Europa nodig, ook voor de veiligheid. We moeten naar één Europese samenleving met respect voor de vele culturen. Een les die we uit de economische crisis moeten trekken is dat we veel meer moeten samenwerken en gebruik moeten maken van de interdependentie.

 

Herman Van Rompuy (© Martijn Fraanje | dwars)

 

het falen van gematigde politici

Is het een algemene trend in Europa dat men nu met de crises in OekraĂŻne en Griekenland, steeds meer voor radicaal links of rechts kiest? Hoe komt het dat middenpartijen een gebrek aan visie hebben?

De opkomst van het populisme gaat om meer dan enkel de economie en gaat ook verder terug in de tijd, maar het wordt wel door de huidige economische problemen gevoed. Zowel langs rechts als langs links. De wortels daarvan liggen in de toenemende individualisering en verlies aan sociaal en familiaal kapitaal. Ook in Griekenland werden radicaal rechtse en linkse partijen verkozen in de strijd tegen de gemeenschappelijke vijand: Brussel. Dat eurosceptisme is makkelijk te nuanceren: wie wil terug naar 1958, naar gesloten grenzen? Europa heeft op dat vlak veel mogelijk gemaakt. De kosten van een niet-EU zijn gigantisch.

 

We zijn er wel te weinig in geslaagd een space van bescherming te zijn, om ‘een thuis’ te creĂ«ren. Ik denk dat het grootste probleem vandaag is dat we nog geen sterkere economische groei hebben en een nog altijd groter wordende werkloosheid en dat de crisis dus te lang aansleept. Men wil nu eindelijk de resultaten zien waarvoor er vele offers zijn gebracht. Een centrumpartij heeft het in zo’n periode van onzekerheid altijd moeilijk, omdat ze meestal aan de macht is. Als men binnen afzienbare tijd geen resultaten ziet, dan keert men zich tegen de regeerders en dat zijn dikwijls de traditionele centrumpartijen. Hierdoor verliezen deze aan populariteit. Het heeft niet veel met visie te maken. Veel mensen hebben lak aan een nieuw discours, aan grote woorden. Ze willen eigenlijk nu resultaten zien. Niet meer de moraal van de intenties, maar de moraal van de resultaten.

 

Hoe kunnen we in Europa en België de interne mobiliteit verhogen, zoals in de VS, ten goede van de werkgelegenheid en economie?

Onze cultuur is heel anders dan die van de Verenigde Staten. De VS zijn ook heel divers, maar wij hebben maar liefst 24 talen. Ik zeg niet dat die taalbarriĂšre een absolute handicap is. Wanneer de nood het hoogst is zal een Spanjaard naar Duitsland gaan en Duits leren, maar dat is geen natuurlijke beweging. Wij zijn veel meer opgesplitst als arbeidsmarkt dan de VS. Dit komt door culturele factoren en taalfactoren. Een tweede punt is dat je alleen binnen een land al grote verschillen hebt. De werkloosheid in WalloniĂ« is twee keer hoger dan in Vlaanderen en in Brussel zelfs drie keer hoger. Die verschillen bestaan allemaal op 30.000 vierkante kilometer. Dus binnen BelgiĂ« is de mobiliteit al laag. Het straffe is dat zelfs de Fransen de grens oversteken en in West-Vlaanderen komen werken, terwijl er maar heel weinig Walen hetzelfde doen. We moeten dus veel meer aan de Belgische mobiliteit doen. Hierbij is taalkennis één element, maar zeker niet het enige. Ik heb de indruk dat er meer werk is aan de mentaliteit, dan dat er echt politieke acties nodig zijn.

 

pĂŒnktlichkeit

Duitsland heeft de touwtjes van de Europese Unie stevig in handen. Kunnen de andere lidstaten zich in die positie van Duitsland vinden?

Duitsland heeft de sterkste economie. Dat is niet alleen nu het geval, dat was ook al zo in de jaren zestig. De Duitse Mark is vele malen gerevalueerd tussen de jaren zestig en de introductie van de euro ten opzichte van bijna alle andere Europese munten. De munt is een teken van gezondheid voor de economie en de Duitse economie is altijd de sterkste geweest, op het decennium vlak na de Duitse eenmaking na. Die krachtige Duitse economie is het resultaat van het Wirtschaftswunder (De Duitse economie heeft een reputatie als economisch wonder, mede door het snelle economische herstel na de Tweede Wereldoorlog, nvdr.). Bovendien hebben zij al in 2003-2004 grote hervormingen van de arbeidsmarkt doorgevoerd, zodanig dat ze eigenlijk al sterk waren toen de crisis uitbrak.

 

Hun sterke positie is dus zeker geen toeval. De Duitsers zeggen nu natuurlijk dat zij het in due time gedaan hebben, en dat de andere landen het nu ook moeten doen. Ze zijn natuurlijk niet zonder argument. Toch wordt ook Duitsland door alle internationale organisaties op de vingers getikt omdat zij meer zouden kunnen doen aan hun interne vraag. Hun overschot op de handelsbalans is gigantisch hoog. Dat wil zeggen dat ze een heel groot spaaroverschot hebben ten opzichte van de investeringen. Zij zouden meer moeten investeren en grotere inspanningen in de publieke en private sector moeten doen. Daarnaast zouden ze wat minder strak moeten vasthouden aan het begrotingsevenwicht. Er is echter niemand die het wil laten ontsporen.

 

Europa zal altijd heel divers blijven. Europa was een keuze, maar is nu een noodzaak.

 

 

Wij danken Patrick Van de Wauwer en Alechia, Sander Carollo en Europakring Antwerpen voor de medewerking.



de dwarsligger
23/02/2015
🖋: 

De homo sapiens studentus, of dwarsligger in de volksmond, is een bijzondere soort. Naast de kenmerkende activiteit van studeren, staan de exemplaren van dit ras vooral bekend als genieters van het (nacht)leven. Hebben zij ook andere geheimen prijs te geven? dwars zoekt het uit in hun natuurlijke habitat: het kot. Onze dwarsligger van de maand heet Charlotte Steger (21). Ze studeert Geneeskunde en zit nu al bijna 4 jaar op kot. En oh ja, ze is single! Een dwarsligger moet pikant zijn. Kan Charlotte onze smaakpapillen prikkelen of zal ze smaken naar plat water?

met zicht op


Charlotte woont met een vriendin samen op kot. Het is het eerste jaar dat ze samen wonen. Op het kot zelf is weinig aan te merken, de meisjes zitten er tenslotte nog maar enkele maanden. Ze heeft een grote TV, grote zetels, je weet wel hoe mensen wonen, right? Haar unieke uitzicht is dan weer wĂ©l de moeite om op te merken. Aan de overkant van de straat heeft ze zicht op het hoofd van een vreemd figuur. Het is iemand die elke avond naar de televisie kijkt zonder te bewegen. Door de maanden heen heeft ze onbewust een emotionele band met die bekende vreemdeling opgebouwd. Vandaag was er jammer genoeg weinig te zien, Charlotte had net gordijnen voor haar ramen gehangen, waarop de vreemdeling plots uit haar leven verdween. Voelde deze wederhelft zich verloochend? Lezen we binnenkort in de Gazet van Antwerpen over een zelfmoordenaar, gevonden in de Schelde? Wie weet.

 

de aard van het beestje

Charlotte komt zelfzeker en spontaan over, ook al geeft ze te kennen dat ze een klein hartje heeft wanneer ze een zwak voor iemand heeft. Ze houdt van mannen. Ze houdt van hele grote, Nederlandse mannen. Omdat ze directer zijn, groot zijn, Nederlands zijn. Ze bloost een beetje bij de gedachte en kan een beginnende glimlach – of grijns? – niet bedwingen wanneer ze me vertelt hoe ze de laatste tijd toch geregeld met een noorderbuur staat te muilen. Ik heb haar niet gezegd dat ik zelf ook Nederlandse roots heb.

 

Verder dan muilen gaat Charlotte naar eigen zeggen niet vaak. Deels komt dat door haar studie, die haar toch iets té gedetailleerd uitlegt wat er met een lichaam kan misgaan, deels komt dat door de ouderwetse opvatting van de maatschappij dat meisjes met te veel vriendjes slecht zijn. Charlotte denkt niet zo, maar kan niet anders dan toch een beetje in de rij te lopen. Ik heb haar niet gezegd dat ik ook niet zo denk.

 

inception

Charlotte heeft wel eens last van enge dromen. Ze droomt dat ze droomt en dingen hoort en ziet, maar niet kan reageren. Zo had ze in het verleden regelmatig dezelfde droom. Daarin kwam haar vriendin ’s nachts op haar bed zitten en haar troosten. “Het komt in orde, alles komt goed,” zei de vriendin tegen haar. Charlotte kon niet reageren, ze kon enkel verder dromen. Ze zei me niet of ze nu van mij zou dromen...



de dwarsdoorsnede
22/02/2015
🖋: 
Auteur

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer verkent dwars de duisternis van de cinemazaal en zoekt naar kwaliteit op het witte scherm.

dwars at the movies, zo zou een goedkope reclameslogan van Kinepolis kunnen luiden. Uw dienaar dook echter onder in het wat artistiekere milieu van Cinema Zuid, waar nog tot eind februari een retrospectieve van de Italiaanse regisseur Pier Paulo Pasolini loopt. Deze controversiĂ«le regisseur van onder meer Accattone, Il Vangelo secondo Matteo en Teorema verfilmde in de jaren ’70 drie middeleeuwse klassiekers: de Decamerone van Boccaccio, de Canterbury Tales van Chaucer en de verhalen van 1001 nacht. dwars keek naar de verfilming van het eerste deel van deze trilogie van het leven.

 

Voor een doorsnee middeleeuws verhaal over koningen, kastelen of kruistochten moet je duidelijk niet bij Pasolini zijn. In Il Decameron verfilmt hij negen van de honderd verhalen van Boccaccio’s moraalsatirische raamvertelling. De context van de vlucht voor de Zwarte Dood wordt echter omgegooid, met in de plaats daarvan Pasolini als kunstenaar die een fresco schildert van de profane en spirituele wereld. Wat Pasolini wel gemeen heeft met zijn bronmateriaal, is de bijtende commentaar op moralisme in een maatschappij waar de onschuld verloren lijkt. Een deel van de verhalen vormt een kritiek op de kerk, met grafrovende misdienaars, geile nonnen en vrome, maar naĂŻeve biechtvaders. Deze kritiek wordt echter steeds in de vorm van hilarische satire gegoten. Dat effect wordt nog versterkt door het bij tijden overdreven expressieve acteerwerk. De karakterkoppen met rotte tanden en het onverstaanbare, koddige Napolitaanse accent van de acteurs geven het geheel een heerlijke uitbundigheid.

 

Het belangrijkste thema – het blijft Pasolini, wat had je gedacht – is echter seksualiteit. Hoewel de shock value van het mannelijk en vrouwelijk naakt veertig jaar na datum veel minder groot is – het gegiechel in de zaal daargelaten –  blijft Pasolini’s visie actueel. Seks is geen zonde, zoals één van de personages uitbundig uitroept. Het is niet de onnoembare verboden vrucht van de romantiek, noch het commerciĂ«le erotische van pornografie, hoewel de film de inspiratie zou zijn voor een hele reeks aan ‘artistieke’ pornografische films. Van de hilarische vertelling van het verhaal met de ton tot de tederheid van de erg on-Shakespeariaanse balkonscĂšne, lust en seks worden niet gemystificeerd, maar zijn een volwaardig en normaal onderdeel van het leven en het mens-zijn. NaĂŻviteit en onschuld worden niet tegenover seksualiteit geplaatst, maar ze zijn er onlosmakelijk mee verbonden.

 

Uiteraard zijn niet alle elementen van de film even geslaagd. Het acteerwerk is niet overal even geraffineerd en het lijkt alsof Pasolini zijn acteurs eerder op uiterlijk dan op acteerprestaties selecteerde. Ook zijn sommige verhalen minder relevant en indringend dan andere en is de vertelstijl bij momenten langdradig. Desondanks zit de sfeer van de film altijd goed en toont Pasolini een beeld van de middeleeuwen dat mijlenver ligt van de clichés die we doorgaans voorgeschoteld krijgen, een beeld waarin zelfs bekoorlijke jonkvrouwen zich tot scatologische schavuiten kunnen ontpoppen. Een aanrader voor liefhebbers van de vermenging van hoge en lage cultuur.