microscoop op wetenschap
20/11/2014
🖋: 
Auteur

De oneindigheid voorbij onze aarde is een onuitputtelijke bron van fascinatie. Fascinatie gaat vaak hand in hand met angst: angst voor het onbekende, het donkere, het onvoorspelbare. En toch besloot de mens, in al zijn grootheidswaanzin en dapperheid, zijn terrein uit te breiden voorbij de grenzen van het bekende. Op 3 oktober 1942 werd voor het eerst ‘de ruimte’ bereikt: de ruimtevaart was geboren en het begin van een domino-effect aan revolutionaire ontdekkingen en uitvindingen werd in gang gezet. Vandaag de dag wordt deze kennis ingezet om een ander soort angst te bestrijden: (borst)kanker en de immense impact ervan.

buitenaardse beloften

Wie zich de vorige editie van dwars meester heeft gemaakt, is hoogstwaarschijnlijk het artikel over immuuntherapie in de strijd tegen kanker bijgebleven. De strijd tegen deze ziekte is actueler dan ooit en vormt de basis voor heel wat wetenschappelijk onderzoek. Hoewel de medische wereld en ruimtevaarttechniek op het eerste gezicht letterlijk en figuurlijk mijlenver van elkaar verwijderd lijken te zijn, hebben ze toch heel wat gemeenschappelijk. Beiden hebben baat bij een precieze en foutloze manier van werken en zijn dus een perfecte leermeester voor elkaar. Afkijken is toegestaan.

 

borstkanker en biopsies

Op het vlak van kankerbestrijding vallen er nog heel wat kampen te veroveren. Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij het vrouwelijke geslacht en heeft een mortaliteit van 24 procent. Dit cijfer is aanzienlijk gezien de hoge incidentie. Minder bekend, maar daarom zeker niet minder belangrijk, zijn de gevallen van borstkanker bij mannen: goed voor zo’n 1 procent van het totaal aantal gevallen. Bij hen wordt de diagnose echter vaak later gesteld, onder andere door het gebrek aan grootschalige screening. Door de vele gevallen en de grote economische winst bij vroege diagnose, is screening bij vrouwen wel ingeburgerd. Een knobbeltje bij palpatie en afwijking op de mammografie, echografie of MRI (Magnetic Resonance Imaging), zijn allen indicaties voor een biopsie van het verdachte weefsel. Zo’n biopsie gebeurt op zijn beurt met een holle naald. Dit proces is wat men noemt operator-dependent: hoe meer de arts van dienst zijn sporen heeft verdiend, hoe groter de kans op een perfect uitgevoerde biopsie. Het verkregen weefsel wordt vervolgens microscopisch bestudeerd. Hieruit kan onder andere worden afgeleid of het gaat om gezond en gewoon dysplastisch weefsel, een ductaal (melkgang) of een lobulair (melkklier) carcinoom. Dit verdict, samen met de stadiĂ«ring aan de hand van de TNM-classificatie (grootte, uitbreiding en invasie), is allesbepalend voor de behandeling en prognose van de patiĂ«nt in kwestie.

 

helpende hand

Reizen we van de radiologische afdeling 354 kilometer de ruimte in, dan komen we aan op het fameuze International Space Station, of ISS. Dit paradepaardje van NASA, Roscosmos, JAXA, ESA, en CSA (een mond vol afkortingen die allen staan voor zogenaamde space agencies, nvdr.) circuleert in lage baan rond de aarde en is sinds 2000 permanent bewoond. Behalve enkele dappere zielen biedt dit futuristisch station onderdak aan heel wat technologische snufjes. Zo namen ze SPAR Aerospace, producenten van de uiteindelijke Canadarm, in de arm. De Canadarm is – zoals de naam doet vermoeden – van Canadese oorsprong. En wie had dat gedacht? Het is een soort van robotarm.

 

De hoofdtaak van deze reusachtige arm, die wat doet denken aan een lange spinnenpoot, is alles netjes op zijn plaats zetten binnen het Space Station. Zo kan het aankomende pakketjes ‘vangen’ en plaatsen op de gewenste locatie. Buiten ladingen kan het zelfs satellieten en astronauten veilig op bestemming afzetten. De enorme complexiteit die hiermee gemoeid gaat, de desastreuze gevolgen van een minieme fout en de grote som geld achter dit alles, maken het een precieze en uitgekiende actie van onschatbare waarde. De arm wordt doorgaans bestuurd door twee astronauten: één bestuurt de arm zelf en de ander controleert de camera’s.

 

Verschillende armen zijn ondertussen de ruimte ingestuurd en de samenwerking tussen Canadarm 1 en 2 staat bekend als de befaamde Canadian handshake. Zo werd het bedje opgemaakt voor de zogenaamde IGAR-technologie, ofwel Image Guided Autonomous Robot. Weetje: in de thriller Gravity, die een tijdje geleden bij ons in de zalen speelde, was de Canadarm te bewonderen tijdens het repareren van de Hubble Space Telescope vanop een Space Shuttle.

 

eendracht maakt macht

De aandachtige lezer weet ondertussen wel waar ik naartoe wil; een killer-combo zit verscholen in de samenwerking tussen chirurgen en de Canadarm. Het vormt als het ware een extra ledemaat: eentje met uitzonderlijke capaciteiten. Op dit moment wordt deze techniek uitvoerig getest in een clinical trial in Canada, onder leiding van dokter Mehran Anvari van St. Joseph Healthcare. Het toestel zelf bestaat uit een serie van vier roterende armen in een box. Deze is compact genoeg om bevestigd te worden op het bed van een patiĂ«nt en zo mee in en uit de ronde opening van een MRI-scanner te schuiven.

 

Een MRI maakt gebruik van magnetische en radiogolven om een 3D-weergave van het gescande weefsel te construeren. Door middel van het verkregen beeldmateriaal kan de te biopseren plaats bepaald worden. Een arts-specialist bepaalt op basis hiervan de lokalisatie van het verdachte weefsel. Vervolgens neemt de arm razendsnel en accuraat een biopsiesample door middel van een naald die het weefsel penetreert. Dit gebeurt tot op 1 millimeter precies. Het programmeren gebeurt door een expert en kan zelfs op afstand als tele-operatie uitgevoerd worden. Er is enkel een tweede dokter vereist ter supervisie op de locatie van de operatie zelf. Zo kan een expert veel sneller werken. Dokter Avari vertelde in een interview met CBCnews dat deze nieuwe ontwikkeling zorgt voor een betere sampling, minder fouten en bijwerkingen en heel wat tijd bespaart. En zoals we allemaal weten: tijd is geld. De robot zou op termijn zichzelf moeten terugbetalen en zorgen voor een vermindering van de kosten voor de gezondheidszorg.

 

technische toekomstmuziek

Dit is niet de eerste brug die gebouwd wordt tussen ruimtetechniek en het ziekenhuis, maar wel een van de meest veelbelovende. De basis voor de telerobotic operations is gelegd, een historisch moment in de eeuwenoude ontwikkeling der chirurgische technieken. Uiteraard valt er nog veel te leren en het potentieel zal zichzelf in de toekomst weten uit te wijzen. Het volgende idee in de reeks heeft zich intussen al aangediend: dat van de lumpectomie. Robots laten hierbij een marker achter op de te opereren plaats, zodat de chirurg tijdens een operatie precies weet waar hij/zij moet zijn. Ook met het idee om de IGAR-technologie toe te passen bij andere kankervormen wordt al gespeeld. De mogelijkheden zijn eindeloos en we mogen ons verwachten aan een steeds snellere, opwaartse spiraal aan technologische revoluties. Wie weet wordt op een dag opereren wel een piece of space cake.



achter de schermen
19/11/2014
🖋: 
Auteur

Vrijdagnacht, twee uur. In een kerk op de Verversrui staat een priester achter het altaar. Zijn volgelingen hebben de handen ten hemel gericht en bewegen mee op de muziek die hij voortbrengt. De bassen zijn in het hele lijf te voelen, het is warm in de kerk en we geven ons in extase over.

Vrijdagmiddag, twaalf uur eerder. We staan buiten voor CafĂ© d’Anvers, de bekende club in het Schipperskwartier. Daar worden we ontvangen door Kamiel Buysse en Britt Van Wouwe en krijgen een rondleiding door de club die nog de sporen van afgelopen nacht vertoont. Er wordt schoongemaakt en aangevuld. In de Balcony, de tweede zaal van CafĂ© d’Anvers, kijken we uit op de lege, nu wat somber aandoende ruimte. Terug beneden, bij de dj booth, plakken onze schoenen vast aan de centrale dansvloer met de verlichte tegels. Met trots wijst Kamiel op de enorme geluidsboxen. Ze zijn onderdeel van een nieuw geluidssysteem. “Het is het enige in Europa en in kwaliteit het beste,” aldus Kamiel.

 

turning people into animals

Kamiel en Britt voeren samen het management van CafĂ© d’Anvers. Uiteraard kunnen ze niet dag Ă©n nacht aanwezig zijn. Er is dan ook een nachtmanager, Rob. Hij zorgt er ‘s nachts voor dat het barpersoneel en de security krijgen wat ze nodig hebben. Vrijdagen worden meestal ingevuld door externe partijen, maar vanavond is er uitzonderlijk Manifest dat wel door CafĂ© d’Anvers georganiseerd wordt. Als headliner staat de Deense DJ en producer Kölsch op het programma. Hij zorgde vorig jaar al voor een onvergetelijke avond. De zaterdagen dragen de slogan van de club: turning people into animals. CafĂ© d’Anvers werkt hiervoor nauw samen met zusterbedrijf Soul Supply, een animatie- en decoratiebedrijf. Op zaterdagavonden kun je je hart ophalen aan allerlei entertainment en gekostumeerde dames. Dat zijn telkens speciaal voor CafĂ© d’Anvers opgebouwde acts. Diezelfde slogan was trouwens ook op posters in Antwerpen terug te vinden. Daarop kon je bijvoorbeeld Sergio Herman half als zichzelf, half als tijger zien. Hiermee werd de aandacht gevestigd op het 25-jarig bestaan van de club.

 

25 jaar

In 1989 werd CafĂ© d’Anvers geopend, maar toen was het vooral op ‘Gucci en Prada’ – high fashion – gericht. Het was destijds in handen van een modeontwerper, een fotograaf en een architect die inzetten op exclusiviteit. In 1991 is de discotheek overgenomen door de huidige eigenaar: Pim de Rhoodes. CafĂ© d’Anvers is sindsdien voor iedereen toegankelijk geworden, hoewel de muziek aanvankelijk juist meer in de underground sfeer hing. Tegenwoordig is elektronische muziek veel bekender, wat ook maakt dat de club toegan- kelijker geworden is. Hoewel de programmatie weinig afwijkt van 25 jaar geleden. Het publiek van CafĂ© d’Anvers weet waar het moet zijn voor goede muziek.

 

clubcircuit

CafĂ© Local is onlangs failliet gegaan (CafĂ© Local heeft inmiddels nieuwe eigenaren en zal binnenkort heropenen, nvdr.), maar dat wil niet zeggen dat CafĂ© d’Anvers het ook moeilijk heeft. De discotheek is namelijk enig in zijn soort. Ook de bekende club Noxx is geen concurrent, want de focus ligt er op een ander muziekgenre. Antwerpenaren blijven in Antwerpen, dus blijven ze ook naar CafĂ© d’Anvers komen. Ook veel Nederlanders komen speciaal voor de club naar ’t Stad, dus voorlopig gaat het goed. Als Petrol bepaalde acts op vrijdag programmeert is het soms wel wat minder druk in CafĂ© d’Anvers, want die handelen wel meer in dezelfde stijl.

 

Conculega’s ontmoeten Britt en Kamiel ook wel op Tomorrowland. Ze hosten daar een eigen stage gedurende drie dagen en afgelopen jaar zelfs zes dagen. Ze nodigen zelf artiesten en labels uit die bij hen passen om op hun stage te komen draaien. Toen Tomorrowland net bestond moesten juist die clubs en die labels het festival meer bekendheid geven, nu werkt het al andersom. Britt: “het publiek daar is niet helemaal ons publiek. De mensen die voor de acts op de main stage komen, die komen niet naar onze club. Onze muziekstijl is redelijk beperkt daar.” Bekende namen die in of voor CafĂ© d’Anvers hebben gedraaid zijn bijvoorbeeld Maceo Plex, Laurent Garnier, Sven Vath, Luciano, Jamie Jones, Tale of Us, Marco Carola en Ten Walls. Inspiratie doen de managers ook wel op in het buitenland. Britt kijkt zeker rond als ze op reis gaat, bijvoorbeeld in clubs in Berlijn en Miami.

 

kopje suiker

Met de bijzondere ligging in de Antwerpse hoerenbuurt, is het niet evident om een goede band met de buren op te bouwen. Een aantal prostituees komen na hun shift wel eens een pintje drinken. Ook hun cliĂšntele is er van harte welkom, zolang ze maar voor de muziek komen. De ligging van CafĂ© d’Anvers wordt door de buitenlandse dj’s en gasten bijzonder gewaardeerd, dat vind je nergens anders. De bijzondere locatie van de club brengt verder ook geen problemen met zich mee. Van criminaliteit en drugsmisbruik merken de managers weinig.

 

memoires d’Anvers

Het is leuk als er bekende namen als Tom Waes, Tom Barman en Floortje Dessing rondlopen en het er naar hun zin hebben. Maar voor managers Kamiel en Britt was het feestje ter ere van het 25-jarig bestaan op 17 en 18 oktober een absoluut hoogtepunt: “op vrijdag kwamen de oude resident-dj’s van de begintijd tot nu nog eens draaien. Zij namen ook het publiek uit die tijd mee en dat zorgde voor een fantastische sfeer.” Omdat de zaterdag weer veel in petto zou hebben was het slim geweest vroeg naar huis te gaan, maar dat is op een eigen feest van de club te moeilijk gebleken.

 

Vaste huis-dj sinds 23 jaar, dj Smos, draait vaak op zaterdagavond. Hij herinnert zich nog de eerste keer dat hij in CafĂ© d’Anvers kwam: “Ik ging naar de zaal op de eerste verdieping en daar stond tot mijn grote verbazing een heel groot rond bed waar iedereen languit op lag te chillen. Ik wist direct dat dit de club werd voor mij (lacht).Ik herinner me ook de Paradise parties: daarbij waren de decoratie en animatie altijd het einde. Er was eens een groep Nederlandse animatiemeisjes met chocolade ingesmeerd en in pampers gehuld die door de club kropen. Je kon hun gehuil soms boven de muziek uit horen. Ook een motorcrosser die door de zaal scheurde en allerlei stunts uithaalde was niet teveel voor de Paradise feestjes. Tot een gastoptreden van Eddy Wally toe kon je er verwachten. Wilde tijden dus.”



de dwarsdoorsnede
18/11/2014
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubber eendjes. Recensent Yannick moest zich haasten om door het jubileumconcert van koor Cantando te klieven (muziek).

Een beetje nerveus stap ik uit de auto. Het is tien voor acht en het concert zou om acht uur beginnen. Ik moet dus voortmaken als ik er op tijd wil zijn. Na een korte wandeling langs de Groenplaats en de Melkmarkt, kom ik aan op het Conscienceplein. Niemand te zien, behalve enkele jongeren die zich kostelijk lijken te amuseren.

 

Misschien zit iedereen al binnen? Vol goede moed stap ik op de Carolus Borromeuskerk af. Deze barokke kerk is het ideale decor voor een jubileumconcert. Oef! Ik ben nog net niet te laat. Ik koop een kaartje van derde categorie en haast me naar de galerij. Door mijn late aankomst zijn alle zitplaatsen recht voor het podium al ingenomen. Een staanplaatsje aan de zijkant dan maar. Geleund tegen een pilaar kijk ik uit over de historische kerk. Helemaal vol zit ze niet, maar er zijn wel veel mensen op dit concert afgekomen.

 

Cantilene en Cantando, de twee koren die optreden vanavond, nemen samen met het orkest plaats op het podium voor het altaar. Er wordt geopend met een korte speech waarin ik kom te weten dat dit concert wordt gehouden ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van koor Cantando. Dat Cantando samen met een zusterkoor afkomstig uit dezelfde C-korenfamilie, namelijk Cantilene, het concert zal openen met enkele stukken van Mendelssohn. Dat dit gebeurt onder begeleiding van orkest La Passione en soliste Astrid Stockman. Dat daarna Cantando alleen met orkest en soliste het Requiem van Rutter zal brengen. En dat allemaal onder leiding van dirigent Luc Anthonis! Klinkt veelbelovend, zelfs voor een leek als ik.

 

Onder luid applaus komt de dirigent het podium op. Even later wordt duidelijk waarom. Niemand kan aan de betovering van het koor en het orkest weerstaan. Op de tonen van de muziek gaan strijkstokken ritmisch op en neer, afgewisseld door het stemgeluid van de koren. Als later ook de soliste invalt staat het haar op mijn armen recht. Wat mooi! Na enkele muziekstukken is de pauze aangebroken. Ik blijf op de galerij staan en hou het konkelfoezende publiek beneden in de gaten. Ik ben toch blij dat ik hierboven sta, wat een uitzicht.

 

Na de pauze is het de beurt aan Cantando alleen. “Requiem aeternam”, klinkt het onheilspellend door de kerk. De sfeer die de muziek oproept werkt geweldig samen met de barok van de kerk. Hoewel het een modern requiem is, wordt ik getransporteerd naar een begrafenismis zo’n driehonderd jaar geleden. Lieflijke stukken wisselen zich af met iets donkerdere delen. Een eigenheid van dit requiem: naast de traditionele Latijnse delen hoor ik ook stukken in het Engels. Als dan ook de soliste haar zoetgevooisde stem nog eens laat horen, wordt het me duidelijk: ik zou meer naar koormuziek moeten luisteren.

 

Na al dat moois wandel ik mijmerend terug naar de parkeergarage en stap de auto in. Ik sluit mijn iPod aan en zet toch maar een stevig rocknummer op. Het lijkt erop dat ik nog veel te leren heb op muzikaal vlak.

 

Wie Cantilene, Cantando, La Passione en Astrid Stockman zelf in actie wil zien, kan dat nog op 5 december doen in Deurne. Meer informatie is te vinden op de website van de C-koren. Een voorsmaakje van Cantando kan je krijgen in deze video

 



de besparingen aan Universiteit Antwerpen
18/11/2014
🖋: 

Dat het hoger onderwijs fors moet besparen, zal u niet als nieuws in de oren klinken. De armtierige student krijgt volgend academiejaar al een verhoging van het inschrijvingsgeld voor de kiezen, maar staat daarmee slechts op het topje van de ijsberg. Of beter: er onderaan. Welke gevolgen heeft de besparingsdrift van de Vlaamse Regering op de alledaagse werking van onze alma mater? dwars ging op de koffie bij Martin Decancq, financieel beheerder van UAntwerpen.

break-even

Martin Decancq Onze universiteit moet het in 2015 met 5 miljoen euro minder doen. We krijgen dus geen echte besparing opgelegd, we krijgen gewoon minder middelen dan voorop gesteld. De beslissing van de Vlaamse Regering om het inschrijvingsgeld te verhogen naar 890 euro per student is niet voldoende om deze schok op te vangen.

 

Toen de verschillende Antwerpse instellingen in 2004 samenvloeiden tot Universiteit Antwerpen zoals we die nu kennen, begonnen we met een negatief cijfer in onze boekhouding. Na jaren een streng financieel beleid gevoerd te hebben, zouden we in 2015 2 miljoen euro overschot hebben. Door deze terugval van onze financiering draaien we in 2015 break-even. We hebben de schok dus zelf kunnen opvangen voor 2015. Er zullen dit jaar dus geen ontslagen vallen om rond te komen.

 

weg met de kaasschaaf

Decancq Voorheen gebruikte Universiteit Antwerpen een gemodelleerde kaasschaaf: we trokken iedereen in het bad en iedereen bespaarde evenveel. Daar willen we van afstappen met een opstartende Business Model-oefening. We gaan na waar we het meest zinvol zouden kunnen besparen. Dat wil zeggen: waar kunnen we inkomsten vinden en hoe kan je deze middelen besteden? Dat vergt natuurlijk een diepere studie waaruit kan blijken dat bepaalde initiatieven sterk verlieslatend zijn.

 

Een volgende stap is nagaan wanneer iets een zinvol initiatief is. Na de inhoudelijke oefening bekijken we welke initiatieven kandidaat zijn om op te besparen. Is een initiatief bijvoorbeeld een core business voor de universiteit? Wat zijn de financiële contributie en de academische waarde van het initiatief? Is het initiatief geen core business, dan zal de beslissing om erop te besparen wel sneller genomen worden.

 

kliksysteem

Decancq Er is een vast deel in de werkingstoelagen, de zogenaamde sokkel, dat op degressieve wijze afhankelijk is van de omvang van de instelling en dan is er het variabel deel dat circa 70 procent van het totaal bedraagt. Dit variabele deel is een combinatie van input- en outputfinanciering. Voor dit laatste gedeelte geldt een kliksysteem, dat het variabele deel jaarlijks kan laten stijgen met 2 procent als er aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt. De universiteiten voldoen aan deze voorwaarden. 

 

De nieuwe regering heeft echter beslist om het kliksysteem niet meer toe te passen in 2015. Daarbij zijn er ook kostenstijgingen die onvermijdelijk zijn, zoals licentiekosten voor software, bibliotheekkosten, huurprijzen en energieprijzen die door de klik min of meer gecompenseerd werden. We verwachten hierdoor een extra tekort van 1 miljoen euro. Omdat we in de wandelgangen al horen dat de Vlaamse Regering een extra verlaging van onze toelage van nog eens 1 miljoen euro wil doorvoeren, kan het tekort voor 2016 oplopen tot 2 miljoen euro.

 

Er bestaan drie soorten besparingen: je hebt de indexmanipulatie en je hebt generieke besparingen: 10 procent op de werkingscomponent van de subsidies en die bedragen voor de werkingstoelagen van de universiteit 20 procent van het geheel, wat de totale besparing op 2 procent brengt. Tenslotte zijn er de specifieke besparingsmaatregelen, zoals het afschaffen van het kliksysteem.

 

impact op sociale voorzieningen

Decancq De sociale voorzieningen staan wat los van de klassieke werkingstoelagen en worden niet aan een specifieke, maar aan een generieke besparing onderworpen. Dat is extra pech voor ons. Op het ministerie hebben ze daar in hun besparingsijver niet diep genoeg over nagedacht. Er is blindweg 10 procent op de werkingscomponent van de sociale toelage bespaard. Maar omdat hier de verdeling niet 80 procent lonen, 20 procent werking, maar 50/50 is, zet men de bijl extra hard in de sociale voorzieningen. De werkingspot wordt dus harder geviseerd en moet plots 5 procent besparen in plaats van de voorziene 2 procent.

 

We zullen er evenwichtig en voorzichtig mee omgaan, maar uiteindelijk moet dat natuurlijk betaald worden. Wat wel duidelijk is, is dat we ook hier niet blind de kaasschaaf zullen toepassen. Wat doen we dan met dat gat in de sociale sector? We zouden middelen uit normale werking kunnen gebruiken, maar dan ontstaat er bij de werking wel een serieus probleem. Dat zou betekenen dat je moet besparen op bijvoorbeeld onderwijsondersteuning. Die discussie moet gevoerd worden. Het wordt dan een heel moeilijke afweging: maaltijden met 1 euro laten stijgen of het contract van assistenten of praktijkassistenten niet verlengen.

 

Voor dat soort keuzes stelt de overheid onze instelling. Op het einde van de rit moet de rekening wel kloppen. Hier stopt het niet: bij het aanmoedigingsfonds is er bijvoorbeeld plots een gat ontstaan, terwijl er in 2014 nog niets aan de hand was. Toen kregen we 480 duizend euro van Vlaanderen, dan is er ‘een zotte zomer’ en – poef – in januari 2015 is er plots 160 duizend euro minder. Omgerekend is dat 2,5 personeelslid op de tocht, terwijl we met die middelen toch zinvolle functies invullen, zoals monitoraat op maat, centrum west of opvang voor mensen met een functiebeperking.

 

Absurdistan

Decancq Normaal gezien moeten universiteiten een meerjarenplanning opstellen. Nu zegt deze regering: “Doe dat niet! We zullen wel zien na 2015.” Dat is een probleem: in 2015 kunnen we rond de besparingen dansen omdat er een overschot was, in 2016 is deze buffer weg. Dat is een dubbele, gekke situatie: formeel mogen we van de Vlaamse Regering niet over de toekomst nadenken want het zou kunnen dat de extra besparingen niet doorgaan. 

 

Het is voor de rest onduidelijk wat de toekomst brengt. We hebben op dit moment geen enkele garantie dat het kliksysteem in de toekomst zal terugkeren. Als die niet terugkomt vanaf 2017, dan zitten de instellingen voor het hoger onderwijs echt in de miserie. Dan komen er geen extra middelen voor meer onderwijs, onderzoek, dienstverlening en voor de studenten. Onze grote vraag aan de regering is dus: Wat na 2016? Maar langs die kant blijft het oorverdovend stil.

 

Vlaanderen wordt meer en meer Absurdistan. De vorige regering had groeipaden uitgewerkt voor het hoger onderwijs. Dan zijn er verkiezingen en – boem – een nieuw beleid komt eraan en is er geen sprake meer van groei, maar van krimptoestanden. Dat maakt het voor ons onmogelijk om een zinnig meerjarenplanning op te stellen.

 

 

dwars vroeg enkele leden van het zelfstandig academisch personeel (ZAP) naar hun mening over de aanstaande besparingen (circa 20 personen).

 

De ondervraagde professoren erkenden unaniem dat zij een verhoogde werkdruk ervaren als gevolg van besparingen, en dat zij meer druk zullen ondervinden in het volgend academiejaar. Zij denken dat dit zich onder andere zal uiten in de manier waarop examens afgelegd worden. Meerkeuzevragen zullen open vragen meer en meer gaan verdringen en persoonlijke aandacht voor studenten zal in gevaar raken. Ook geven zij aan dat niet alleen de besparingen an sich, maar ook de focus op outputfinancieringen hieraan ten grondslag liggen.

 

Over het verleggen van de prioriteit op onderzoek door academisch personeel ten koste van onderwijs, zijn de meningen meer verdeeld. Enerzijds zien velen het doel om fondsen te werven via concreet onderzoek als bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs, anderzijds zou het volgens sommigen een goede zaak zijn dat er geld uit zelfvoorziening via contractonderzoeken gehaald kan worden en het onderwijs zijn performantie kan verhogen met onderzoeksfondsen. Wel moet er dan gewaakt worden voor het behoud van fundamentele onderzoeksdomeinen, die eventueel met andere universiteiten onderverdeeld en rendabel voortgezet kunnen worden.

 

Voor zijn eigen baan vreesde het voltijds personeel niet, maar voor die van het ondersteunend personeel met tijdelijke contracten wel. De personeelsleden zullen altijd een kosten- post vormen die bij besparingen niet ontzien kan worden. Met andere woorden: banen zullen er altijd blijven verdwijnen. Toch kan er volgens de professoren ook bespaard worden op andere gebieden via verdere automatisering, snijden in administratie en het verder verhogen van inschrijvingsgelden.



Winants & de Walen
18/11/2014
🖋: 

Le plat pays, qui est le mien. Er zijn maar weinig Belgen die hun liefde voor het vaderland zo vurig en passioneel declameren als Jacques Brel. Hij was hard en cynisch voor ‘zijn land’ in zijn chansons, maar hij zalfde onmiddellijk. Brel was noch Vlaming, noch Waal, noch Brusselaar. Neen, Brel was vooreerst Belg. Trots op elke verborgen uithoek van zijn land. WalloniĂ«, het onbekende vraagstuk voor menig Vlaming. Ziedaar: Namen, hoofdstad van het Waals gewest.

Waar Maas en Samber samenvloeien. Zo. Dat is zowat het enige wat Namen typeert en wat we in de les geschiedenis of aardrijkskunde meekrijgen. We gokken dat het Waals Parlement in deze stad zetelt, we weten niet dat BelgiĂ« zo zijn eigen ÉlysĂ©e – het Élysette, hoe schattig – heeft of dat FĂ©licien Rops hier geboren is, of BenoĂźt Poelvoorde. Die laatste zegt u waarschijnlijk meer dan die Rops-kerel. In 1992 deelde het nihilistische C’est arrivĂ© prĂšs de chez vous een uppercut uit in filmland. Poelvoorde kroop in de huid van een seriemoordenaar die gevolgd werd door een cameraploeg en vervolgens postbodes, oude vrouwtjes, getrouwde koppels en zijn eigen psyche terroriseerde. Maar Rops, die ging nog een stap verder. Rops verafgoodde de vrouw op zijn eigen kunstzinnige manier. Hij schilderde vrouwen die penissen vasthielden, vrouwen die hevig masturbeerden, vrijende koppels die werden begluurd door Satan zelve en kruisigingen van naakte vrouwen. Hij joeg zo de katholieke kerk en de brave inwoners van Namen de stuipen op het lijf. Toch is Rops’ grootste verwezenlijking de titelplaat van Charles Baudelaires Les Ă‰â€‹paves in diens gedichtenbundel Les Fleurs du Mal. Jazeker, de grote Baudelaire bevriend met een anarchistische boerenkinkel uit Namen. Prachtig museum, trouwens.

 

Waar Charleroi menselijk verval belichaamt en Luik wedergeboorte, daar symboliseert Namen plechtstatig decorum en grandeur. Eens de intens zintuiglijke aanvallen van Rops zijn geïncasseerd – erotiek en seksualiteit gieren door je lichaam, decorum laten we even achterwege – ontvang je twee straten verder wederom een klap in je aangezicht. Honderd meter boven de Maas ligt La Citadelle de Namur, een van de grootste burchten van Europa, die Spaans, Frans, Oostenrijks en Nederlands vuur en zwavel heeft beteugeld. Aan de voet van het militair bouwwerk bevindt zich het Waals Parlement, een felrood complex dat zich heeft versluierd onder de buitenste verdedigingsringen. De hemelsluizen gaan open. De torens van La Citadelle worden overspoeld en baden in antraciet grijs, baksteenrood en grasgroen. De beklimming blijft uit. Aan u om die volgende keer te trotseren.

 

divinité

Na seksualiteit en militarisme is het tijd voor goddelijkheid aan de Maas en Samber. De grens tussen beide is flinterdun en hemelsbreed, maar in la Cathédrale Saint-Aubain is de verhevenheid tastbaar. Neoclassicisme, barok en rococo worden op majestueuze wijze met elkaar verwoven om Rops uit je geheugen te verdrijven. Hier enkel gewelven, vieringen en tamboeren die tot de hemel reiken en een ode vormen aan Albanus van Mainz, de patroonheilige. Een fascinerend figuur. Na zijn onthoofding zou Albanus zijn opgestaan, zijn afgehakt lichaamsdeel hebben opgeraapt en doodleuk naar zijn begraafplek zijn gewandeld. Cefaloforie noemt men een dergelijk handigheidje.

 

Het stratennetwerk wordt compacter. Namen is gezellig en lieflijk. De valleistad is geen Brussel of Antwerpen, maar het straalt een kalmte uit die maar weinig steden evenaren, zonder daarbij de hoofdstedelijke arrogantie te verloochenen. Het regent. Hard. Wederom een pronte barokke gevel die de straat flankeert, nu die van l’Église Saint-Loup. Toevlucht zoeken in een religieus oord is een optie. Maar Rops zweeft nog steeds doorheen mijn gedachten en in de kathedraal boren de prangende en indringende ogen van een zekere hoge Heer me iets te neerbuigend een gat in de troebele ziel. Welke optie rest er dan nog? Le Collùge, recht tegenover de trappen van Saint-Loup.

 

on a ri, on a beaucoup parlé

Het is er warm. Maar het is een warmte die je tegenwoordig in weinig dranklokalen terugvindt. Een warmte die extra wordt benadrukt door de belichting in het cafĂ©. Een goudgele gloed die de houten balken van de zaak in de verf zet. Een gloed die je naar binnen lokt terwijl Tom Waits, in zijn even gloedvolle stem, het cliĂ«nteel bezingt op de achtergrond. Allemaal hebben ze het goudblond elixer voor hun neus staan terwijl ze babbelen over – luistervinken mag – Brigitte Bardots onderbroek, premier Michel en bier. Allemaal vertoeven ze in een sfeer van gezelligheid en camaraderie. Allemaal. “Bonjour, monsieur. Avez-vous fait votre choix?” De bierkaart is overweldigend mooi. Bladzijde na bladzijde vol Belgisch edelmetaal. “Une maison, s’il vous plait.” Gilbert BĂ©caud smeert nu zijn stembanden en zet Nathalie in.

 

Twee uur later. Emile babbelt vlijtig over zijn jaren in het leger. Antoine is antiquair die op zijn vijftigste besloten had het verzekeringenleven achter zich te laten om zich te storten op de antiekwereld. Guillaume werkt in de Antwerpse haven maar pendelt lustig op en neer omdat hij zijn stad moeilijk los kan laten. “Les Namurois. Ils sont lents,” vertelt hij. “Mais ils aiment les petites choses dans la vie. Une biùre dans Le Collùge, par exemple,” bulderlacht hij.

 

Ik wil nog niet naar huis. Ik zal hier vertoeven. Ja, dat is mooi.



de dwarsligger
17/11/2014
🖋: 

De homo sapiens studentus, of dwarsligger in de volksmond, is een bijzondere soort. Naast de kenmerkende activiteit van studeren, staan de exemplaren van dit ras vooral bekend als genieters van het (nacht)leven. Hebben zij ook andere geheimen prijs te geven? dwars zoekt het uit in hun natuurlijke habitat: het kot. Deze maand maakte Julia Dobber (24) – tussen lessen en het acteren en schrijven voor The 48 Hour Film Project door – tijd om met ons onder de lakens te kruipen. Julia doet de master Theater- en Filmwetenschap en woont sinds een jaar in Antwerpen.

Borgerhout

Julia’s kot ligt aan de Richardstraat. Het grote pronkstuk in haar paleisje is de platenspeler die ze van haar vader heeft gekregen. Earth, Wind & Fire en Chaka Kahn komen voorbij, een heel dansbare collectie. “Als ik hier in de buurt boodschappen ga doen heb ik overal vrienden. Dan is het: “How are you? Hoe gaan de examens?” Iedereen komt hier samen, uit verschillende culturen, dat is heel fijn. Verder is het ook maar vijf minuten naar de universiteit.”

 

Antwerpse nachten

“Toen ik hier net was, moest ik erg wennen aan het feit dat mensen hier vooral ‘op cafĂ© gaan’ om te zitten praten. Ik ga het liefst dansen en helemaal los; praten kan ik thuis ook. Ondertussen heb ik veel plekken ontdekt. Ik ga graag naar Izzy Maze, om te dansen op foute muziek, of naar de Zomerfabriek. De leukste Antwerpse nacht was een van de eerste dates met mijn huidige lief. Nadat we hadden gezwommen bij het Noordkasteel, gingen we op zoek naar een plek die hij kende aan de Linkeroever. Die plek bleek er niet te zijn en toen hebben we wijn zitten drinken in het bos. Uiteindelijk zijn we op een of ander feest beland bij de haven waar iedereen heel opgedoft was, en ik liep daar nog met mijn strandtas. Toen hebben we daar keihard gedanst tussen die hakjes en jurkjes.”

 

wijs onder de wol

Ook in bed is het leuk. Julia brengt graag het hele weekend in bed door: pratend en vrijend met haar lief. “Door het raam boven mijn bed kun je de sterren zien, dat is heel mooi.” Het beste bedvoedsel is pizza, of soep en brood met van alles. En wijn, maar dat is geen eten natuurlijk. “Afgelopen weekend was ik jarig en toen kwam mijn beste vriendin op bezoek. We hebben die nacht lam in bed filmpjes gekeken van mensen in windturbines en daar een uur lang strijk om gelegen.”

 

Julia’s aanrader in de slaapkamer is om er veel tijd door te brengen, met een goede massage-olie binnen handbereik en vooral ook te praten over seks. “Mensen doen dat niet makkelijk, maar als je toch al bloot naast elkaar ligt, kun je er net zo goed over praten. Dan leer je wat je allebei lekker vindt en kun je jezelf laten zien. Ik snap niet zo goed waarom mensen het wel kunnen doen, maar er niet over durven praten.”



over fietsveiligheid in Antwerpen
16/11/2014
Bron/externe fotograaf

Bert Lezy

🖋: 

Het is een doordeweekse dag en je fietst naar de universiteit. Onderweg schieten de auto’s rakelings langs je heen – een fietspad is er niet. Ondanks de geringe afstand tussen jou en de auto’s blijf je vastberaden doorrijden. Je vervolgt je weg tot je een paar meter verderop een voetganger ziet die wil oversteken. Het lijkt erop dat die jou wel gezien heeft, maar nee! De voetganger stapt zomaar de straat op, en besluit daarna pas om te kijken. Je trapt hard op de rem en weet hem nog nĂ©t te ontwijken. Eigenlijk zou je af willen stappen om hem de les te lezen, maar je hebt haast en rijdt door. Maar door de impact van dit bijna-ongeluk let je even niet goed op en belandt je voorwiel in de gleuf van de trambaan. GeĂŻrriteerd en ongemakkelijk zet je je fiets recht, tegelijkertijd opgelucht dat er geen tram op je afkwam. Zo vervolg je je weg, trillend en rammelend over kasseien. Na vele malen schrikken en uitwijken kom je ongedeerd aan op je bestemming. Je hebt het weer overleefd: +1.

Dit scenario zal menig fietser in de Antwerpse binnenstad bekend voorkomen. Zoals in iedere grote stad zorgt de combinatie van fietsers, auto’s, voetgangers, trams en bussen ook hier voor een hoop commotie. Tijdens zo’n fietstocht door het centrum is het cruciaal dat je je elke seconde goed concentreert op het verkeer om je heen. Meestal gaat dat goed, maar helaas zijn er vele fietsers die hun rit minder succesvol zien aflopen. In 2013 raakten maar liefst 8.225 fietsers in Vlaanderen betrokken bij een ongeluk. 1.044 van hen raakten zwaargewond en 73 fietsers overleefden het niet. Ondanks deze schokkende cijfers nemen veel Antwerpenaren toch de fiets. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is de stijgende populariteit van de Velo-fietsen. Sinds de start van het Velo-project in juni 2011 zijn er vele stations bijgekomen: de teller staat inmiddels op 153, waarvan de jongste 14 zich op Linkeroever bevinden. Bovendien zijn de Velo-fietsen speciaal ontworpen om een fietsrit zo veilig mogelijk te maken: zo heeft iedere fiets extra brede banden, zodat je niet tussen de tramsporen komt te zitten.

 

Maar natuurlijk zijn er vele Antwerpenaren die niet zo’n veilige fiets hebben en vanwege de lange wachttijd geen Velo-abonnement kunnen aanschaffen. Het aantal doden en gewonden blijft hoog. Nieuwe fietspaden worden nauwelijks aangelegd en ook op de meeste hoofdwegen is er geen lijn gemarkeerd die fietsers en autmobilisten van elkaar scheidt. Ook is het grootste deel van het wegdek in zeer slechte staat. Heeft ‘t Stad niet wat meer in haar mars voor deze kwetsbare verkeersdeelnemers?

 

een eerlijke stem

Aangeleerde antwoorden van getrainde politici, die vaak te weinig weten over hun bevoegdheden – behalve wat hun kabinet hen heeft leren nazeggen – schrijven zichzelf en vervelen lezers in bijna alle pers en media. Wie kan over dit onderwerp een oprechte mening hebben? Wie zou het durven Ă©n kunnen om klaar en duidelijk, eerlijk en gemeend, over dit thema te spreken? Iemand die zelf al eens fietst. Een moeder die haar kinderen dagelijks met de fiets op pad stuurt. Iemand die zich op een of andere manier engageert voor het afbotten van dat eeuwig dreigende zwaard van Damocles boven de hoofden – of de helmen – van de zwakkere weggebruikers.

 

Als fietsende moeder van drie al even fietsende kinderen zit Kristien Hulstaert als fractieleider van Groen in de gemeenteraad van Beveren. Daar zet ze zich, onder andere, in voor mobiliteit. Zij spreekt als fractieleider, als moeder en als mens openhartig met dwars over het probleem van mobiliteit.

 

“Wanneer bijna iedereen voor de auto kiest en er veel vrachtverkeer op kleinere wegen rijdt, wordt het voor fietsers héél gevaarlijk als er geen afgescheiden fietsinfrastructuur bestaat. Zij hebben geen koetswerk van honderden kilo’s om zich te beschermen tegen voertuigen die dat wĂ©l hebben. Dagelijks fietsen is rijden met een dagelijks risico zonder recht op een tweede kans. De cijfers omtrent verkeersongevallen zijn bekend. Elk dood kind, elke dode mens, betekent niet alleen het einde van dat ene leven: het vernietigt de levens van een heel gezin, een hele familie en vriendenkring. Toch kijken politici, zij die de macht Ă©n de bevoegdheid – om nog te zwijgen van de morele plicht – hebben om te investeren in veiligere infrastructuur met lede ogen dat cijfermateriaal aan. Collateral damage.”

 

andere belangen

“De nalatigheid bij politici ligt volgens mij aan het feit dat ze vanuit een ander perspectief naar de kwestie kijken,” stelt Hulstaert. “Zij zullen daarom nooit genoeg aanpassingen doen om echt een verschil te maken. Daarvoor moet de visie op mobiliteit van de grond af heropgebouwd worden. Dat komt erop neer dat fietsers in het rechtssysteem bevoordeeld zouden moeten worden. Pas dan zullen veel meer mensen de fiets boven de auto verkiezen en pas dan zullen fietsers echt veilig zijn. Maar voor politici, die met auto Ă©n chauffeur naar het werk gaan, of enkel ’s zondags op het platteland door natuur fietsen, is er geen besef van de harde realiteit op de wegen in de steden.”

 

Aan de hand van een pijnlijk scherpe vergelijking maakt Hulstaert haar punt duidelijk. “We hebben met twee fundamenteel verschillende vormen van verkeer te maken: de auto en de fiets. Dat men dit niet beseft is een denkfout. Bekijk het anders: er bestaat een zwembad met drie zwembanen voor zwemmers en ééntje voor haaien, tamme haaien die nooit uit hun zwembaan komen, behalve dan één keertje om de duizend baantjes. Vervolgens bijt een haai een enkel ongelukkig kind. Geen enkele zwemmer zou er nog maar aan denken in het water te gaan of zijn naasten hun kans te laten wagen in het quasi veilige water. En toch sturen duizenden mensen hun kinderen, hun geliefden en zichzelf dagelijks de baan op, om vaak nog geen 40 centimeter te rijden van voorbijrazende auto’s. Toch is er voor deze problematiek geen sense of urgency. Wat belangrijker is, zijn de problemen met ‘de Walen’ of ‘de pensioenen.’”

 

Daarom is Hulstaert voorstander van gescheiden fietspaden. “Dat betekent dat er tussen de rijbaan voor auto’s een duidelijke afbakening moet zijn, zoals bijvoorbeeld een rij geparkeerde wagens. Dit zal geld kosten, maar niet zoveel als de kost van een beschadigd milieu, door eindeloos verbruik van fossiele brandstoffen in auto’s. Aanpassen is altijd moeilijk. Hoe ingrijpender de verandering, des te moelijker het is. Maar met inzet en doorzettingsvermogen lukt alles. Rokers van niet-rokers scheiden was ook een hele aanpassing, maar dat idee geraakt meer en meer ingeburgerd.”

 

slachtofferrol

Maar wat met de slachtoffers? Isabel Holthof werd onlangs voor de tweede keer dit jaar van haar fiets gereden. Nota bene door een dokter, die onoplettend door de Provinciestraat reed. Ze kwam er vanaf met een hersenschudding, drie weken werkonbekwaam. Ook Jan Daems kwam twee keer in aanraking met de paardloze koets. Nu anderhalf jaar geleden werd hij in de buurt van zijn huis door een auto geschept, waarbij zijn schouder zijn val brak. Met het geld dat hij van de verzekering gekregen heeft is hij blij, met de blijvende last aan zijn schouder niet. Ook hij was niet aan zijn proefstuk toe, want daarvoor werd hij nog onderschept door een bus toen hij de straat overstak met zijn fiets en bijna geplet werd tussen bus en verkeerslicht. Toen kwam hij er met de schrik vanaf, chauffeur idem.

 

rapport met verborgen gebreken

Het lijkt erop dat de Antwerpenaren het voorlopig moeten doen met de beloftes van de politici, die zich als het ware verschuilen achter het spreekwoord ‘veel geblaat, weinig wol’. Een veelzeggend voorbeeld daarvan is een rapport van de stedelijke Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid in Antwerpen, die bij elkaar kwam op 22 oktober. Uit de rapportering van die vergadering blijkt dat ‘t Stad – samen met belangengroepen en ervaringsdeskundigen – zich behoorlijk op de borst klopt. Er wordt gesproken over de aanpak van een groot aantal gevaarlijke kruispunten, er ligt een plan klaar voor een uitgebreide 30-kilometerzone en er wordt gemeld dat er ‘gevaarlijke schakels in het stedelijke fietsnetwerk’ in kaart zijn gebracht. Allemaal mooie woorden, maar concrete uitleg en cijfers worden niet gegeven. Dieptepunt in de campagne is het geloof dat automobilisten trager zullen rijden als ze boven snelheidsmeters selfies zien van teleurgestelde Antwerpenaren met de tekst ‘U rijdt te snel’, in plaats van de gebruikelijke smileys.

 

In het rapport wordt met geen woord gerept over het hoge aantal fietsdoden en ongevallen. Het enige dat wordt gemeld over fietsveiligheid is dat het aantal ongevallen niet daalt – wederom ontbreken concrete cijfers – en dat er zeker ‘moet worden ingezet op infrastructuur, educatie en handhaving’. Maar tekenend is de stelling dat vooral de fietser zelf zijn eigen verantwoordelijkheid draagt en zich moet inleven in de andere weggebruikers. En hoewel hierin natuurlijk een kern van waarheid schuilt, toont het eveneens de trieste waarheid van de manier waarop Antwerpen omgaat met haar meest kwetsbare verkeersdeelnemers.



“Het leven is als een kunstopdracht: hier heb je de tijd, maak er iets van”
16/11/2014
Bron/externe fotograaf

Yvette Wolterinck

🖋: 

Op de Antwerpse boekenbeurs spreekt dwars Kader Abdolah, de Nederlandse auteur met Iraanse roots. Abdolah schreef acht boeken, waaronder bestsellers als Het huis van de moskee en Spijkerschrift. In 2011 schreef hij het Boekenweekgeschenk en zijn werk werd vertaald in meer dan twintig talen. Ondanks zijn enorme succes zei hij in De Standaard: “Ik heb de afspraak met mijn leven gemist.” Een gesprek over heimwee, kunst, de kloof tussen islam en christendom, vrouwen, het leven en zijn nieuwe boek Papegaai vloog over de IJssel.

Abdolah wandelt met rechte rug trots langs de boekenstands. Hij gaat gekleed in een beige flanellen pak met turquoise hemd. Zijn haar is onberispelijk naar achter gekamd en zijn karakteristieke snor zit zo netjes dat het een borduurwerk lijkt. Zodra we in het restaurant zitten, schuift Abdolah drie rijen bestek en wijn- en waterglazen opzij. Hij spreekt alsof hij een orkest dirigeert: vouwt zijn handen open, slaat met knokkels op tafel en spreidt de armen. Als ik het gesprek later herbeluister, wordt de tape regelmatig doorbroken door de klappen op tafel. Abdolah in betoog.

 

van Teheran naar Zalk

“Ik was 34 jaar, succesvol journalist, actief in het studentenverzet en vocht tegen Khomeini. Ik kwam uit Teheran, een stad met 17 miljoen inwoners en 50 miljoen auto’s. Het ging dag en nacht door: de herrie, het geratel, de politie, de ayatollahs en ondergrondse bewegingen en dan – boem – kom je in Zalk. Een Nederlands dorp met 775 inwoners. Het was een schok. Ik was in Iran geen man van de straat; ik had dromen en wilde een beroemde Perzische schrijver worden. Ik was actief en gevaarlijk met politiek bezig. Plots kwam de stilte van Zalk. Daar is de afgelopen duizend jaar niets veranderd. De gebouwen zijn hetzelfde, de straten en kerken, zelfs de koeien zijn nakomelingen van de koeien die er al eeuwen geleden stonden
 Ik kwam aan en dacht: God, hoe kan ik het vĂłlhouden, hoe kan ik hiĂ©r verder? De stilte was mooi, net als de schoonheid van de natuur, maar de stilte van het dorp zou me doden.”

 

“Tijdens mijn reis naar Nederland heb ik duizenden mensen gezien die op de vlucht waren. Ik had plots het besef dat tijden veranderden en ik kon daarin een actieve rol spelen. Ik wilde niet blijven jammeren en zeuren over wat ik was, het gaat erom wat je nĂș bent. Ik besloot me volledig over te geven aan de golf van veranderingen en ik sloeg alle ramen van mijn geest open voor de invloeden die zouden komen. Ik wilde de taal leren van de mensen die ik tegenkwam en begon Jip en Janneke te lezen. Met de taal kreeg ik houvast, als een drenkeling die in de zee terecht komt maar niet kan zwemmen en zich aan een ronddrijvende houten balk vastklamt om niet te verdrinken. Jip en Janneke was voor mij die balk.”

 

Iran

“Door de Amerikaans-Europese politiek, de media, de CIA en door een enorme domheid van de Iraanse regering en de ayatollahs is er een negatief beeld van Iran ontstaan. Maar ik schrijf mijn boeken niet om meningen van mensen over Iran te veranderen. Ik schrijf over wat ik de afgelopen 30 jaar heb meegemaakt. Iran en Nederland zijn twee enorm verschillende landen met totaal verschillende culturen en ze kunnen haast niets van elkaar leren, dat kan ik met 25 jaar ervaring wel zeggen. Er wordt beweerd dat Oost en West ooit dichter bij elkaar komen, dat christendom en islam elkaar naderen. Dat is onmogelijk. Op aarde zullen ze elkaar nooit begrijpen. De Bijbel en de Koran zijn bijzondere boeken die twee soorten bijzondere mensen hebben gecreĂ«erd die elkaar nooit zullen tolereren. De westerse cultuur en de islamitische beschaving staan zo ver uiteen als Mars en Venus. Ze kunnen en willen niet bijeen komen en dat hoeft ook niet. Het is goed zo.”

 

vrouwen

“Een vrouw strikt een man zowel fysiek als geestelijk. Een vrouw is een bijzonder product van het universum. Haar lichaam produceert ‘mens’. Mannen zijn in vergelijking met vrouwen simpele geesten. Simpele fysieke toestanden. Vrouwen zijn in de geschiedenis eeuwenlang door mannen onderdrukt en daardoor eerder bereid verraad te plegen. Verraad zit in de vrouw, dat heb ik zelf ervaren. Ze hebben geleerd zich te verdedigen. Met veel wijsheid, sluwheid en verraad. In de geschiedenis hadden alle grote mannelijke leiders geliefden. Vrouwen stonden als bondgenoot naast de koning, de keizer en de tsaar, maar tegelijkertijd waren die mannen hun vijanden want die vrouwen moeten altijd hun positie verdedigen. De sluwheid zit in elke dame. Ook in mijn eigen vrouw, mijn moeder, grootmoeder en mijn dochter. Zelfs in kleine kinderen kun je het zien. Je weet nooit wat een vrouw ergens mee bedoelt, waar haar echte mening ligt. En zij weet het zelf ook niet, en dat maakt het interessant. Het is bijzonder, daarom worden mannen ook gek voor vrouwen, verliefd. Zelfs de grootste koningen knielen en huilen voor ze. Het is het mooiste en de meest bijzondere materie die het heelal heeft voortgebracht,” lacht Abdollah, “en vrouwen waren mijn eerste lezers: de eerste 10 jaar waren 99 procent van mijn lezers vrouwen. Daarna hebben mannen kennis van mijn werk genomen, nadat ze mijn boeken in hun bed hadden gezien.”

 

moeite

“Naarmate je ouder wordt, rijst de vraag: is dit de moeite allemaal waard geweest? Is het voor mij de moeite waard geweest naar Nederland te gaan, de dood van mijn vader niet mee te maken, het oud worden van mijn moeder niet te zien, vrienden niet bij me te hebben?

 

Het is verschrikkelijk als je dan twijfelt. En als je ‘nee’ zegt, is het afgelopen, dan heb je alles verloren. Maar in mijn geval is het absoluut de moeite waard geweest. Door de worsteling met de Nederlandse taal heb ik een nieuwe vorm van schrijven, een nieuwe literatuur en een nieuwe identiteit aan mezelf gegeven. Maar aan de andere kant
” Abdolah knalt zijn knokkels op tafel en priemt met zijn wijsvinger in de lucht. “We leven maar één keer, het geschenk dat ‘het leven’ heet, mogen we maar één keer meemaken. Nu komt de vraag: Is het de moeite waard geweest, om het hele leven aan BelgiĂ« of Nederland te besteden? Nee, dat is het absoluut niet. Dat moet je niet doen. Nooit. In plaats daarvan moet je er iets moois van maken, in balans komen en dan de wereld verkennen. Als je dat nooit gedaan hebt, krijg je een enorme spijt, een crisis die je nooit kunt oplossen. Dan wordt het een verschrikkelijke ouderdom. Ik heb tegen mezelf gezegd: Het was de moeite waard, goed gedaan Kader Abdolah! Maar het is genoeg geweest hier. Je moet stoppen. Je schrijft nog twee of drie boeken, en dan ga je terug. Als de situatie veilig was, zou ik liefst vandaag weg willen, maar dat kan nog niet. Ik ben 30 jaar geleden gevlucht en in die tijd is alles veranderd. Dan ga ik opnieuw immigreren en in het Perzisch schrijven over al die ervaringen die we hier meegemaakt hebben. Dat wordt mijn laatste werk.”

 

“Ik zie het leven als een mogelijkheid die het universum je geeft, net als een opdracht die je aan een kunstenaar geeft. Hier heb je de tijd, maak er iets van. De tijd dringt en gaat voorbij. Ik zie het absoluut (geeft een harde klap op tafel) als een tikkende tijdbom. Daarom begon ik, toen Papegaai vloog over de IJssel klaar was, meteen met mijn nieuwe boek, want zoveel tijd is er niet. Het leven heeft mij het talent van het schrijven gegeven, talent om te vertellen. In de tijd die je hebt, moet je iets bouwen en antwoorden zoeken. En je moet proeven van het heelal. Je wil leven, en verschillende culturen ervaren. Het is een feest dat het leven ons aangeboden heeft, maar wel met een tikkend horloge dat op je bureau staat. Dat gevoel heb ik wel en dat
” Er valt een stilte. “Dat maakt het dramatischer, en interessanter. Ik vergelijk dit leven met de situatie waarin je bijzonder van een vrouw houdt. Je mag één nacht bij haar zijn, maar als straks de zon schijnt is het afgelopen. Tot dan mag je het beleven. Dat is het leven en het is een kunst hoe je die nacht doorbrengt.” Laconiek voegt hij er aan toe: “Tja, je kĂĄn het verpesten.”

 

Papegaai vloog over de IJssel

“25 jaar lang hebben de politiek en de media de kans gehad over immigratie te praten. En ze hebben 25 jaar lang leugens, oppervlakkigheid en nonsens verkocht. Ze richten zich altijd op kiezers en hoge kijkcijfers. Mensen worden weggezet als enge moslims en exotische vrouwen, verminkte excentrieke types en geĂŻntroduceerd als een islamitisch gevaar. Ze zullen nooit in staat zijn de intensiteit van immigratie en golven van verandering te laten zien. Het is de taak van literatuur om je mee te nemen naar de rivier, naar de stroom der veranderingen. Te tonen dat immigranten klootzakken zijn, maar dat ze proberen te veranderen, ze doen hun best. Integratie komt van beide kanten. Lokale bewoners zijn ook bezig met integratie: ze ontmoeten elkaar, proeven elkaar, met leugens en verdriet, gaan met elkaar naar bed, vechten, haten en houden van elkaar. Ik laat dat zien, dit is wat het is. Elke steen, elke muur, elke eend, elke vrouw, elke moskee in dit boek heb ik zelf meegemaakt. Ik neem mijn lezers mee naar die wereld. Ik leg mijn boek neer, 450 pagina’s over immigratie en niemand kan met eenzelfde boek komen, want ik heb dit meegemaakt. Al die televisie en al die kranten en nonsens over immigratie zijn over 20 jaar voorbij, maar dit boek blijft. Het gaat over 25 jaar immigratie in heel Europa. Ik heb mijn werk gedaan, mijn stempel gedrukt. Met Papegaai vloog over de IJssel heb ik een bijdrage geleverd voor mensen die willen en durven kijken naar wat er in hun land gebeurd is.”

 

student

“In dictatoriale landen hebben studenten een belangrijke taak. Zij voelen zich als het brein van de samenleving en de hoop van families en gezinnen. Zij denken dat het land op hen rekent en bemoeien zich met politiek-culturele zaken. Velen worden gevangen genomen en gedood. In Europese landen gaan studenten studeren en vooral drinken, drinken en drinken. Dat is allemaal goed, maar één belangrijk ding wil ik ze zeggen: de wereld verandert nu intenser dan anders. Het is heel belangrijk, vooral voor studenten, om diepgaand en grondig kennis te maken met een andere cultuur. Elke student vraag, dwing of beveel ik bijna om voor, tijdens of na zijn studie zijn land te verlaten. Ga niet naar een ander land op vakantie, maar ga om met anderen kennis te maken. Die kennismaking is noodzakelijk voor je toekomst, salaris, man-vrouw contacten en voor de kinderen. Als zij een goede echtgenoot en vader/moeder willen zijn, moeten ze meer zijn dan een Belg, ze moeten ook andere culturen in zich hebben. Het is verschrikkelijk, een ramp voor henzelf en voor het land als ze enkel op één plek naar school en naar de universiteit gaan en dan een baan krijgen en trouwen. Dat is niet goed voor hun vaderland, niet voor henzelf en niet voor hun kinderen. Ze moeten weg. Ze moeten vernederd worden, zwak zijn, beperkingen kennen, ze moeten armoede en alles meemaken. Het is zonde als ze dat niet doen. Wat ik studenten kan zeggen: je bent méér, maar als je niet reist, niet kort emigreert, zal je bijna drie-vierde van je eigen persoonlijkheid niet tegenkomen, je eigen karakter niet ontdekken."



consumptie verplicht
11/11/2014
🖋: 

Haal je 'fat pants' uit de kast en dij uit met dwars in deze online vreet- en zuiprubriek voor mensen die het nĂ©t even anders doen. Mensen die houden van empirisch experimenteren, eetbaar exploreren en extravagant exposeren met een beperkt budget doch calorierijke fantasie. Deze keer: spaghetti zonder kotskaas.

Laten we eerlijk zijn: niet veel mensen hebben natte dromen over spaghetti bolognese gehad. Het is een wel te vreten luie maaltijd. Volg onze dwarstips om deze verlepte voeding in een waarschijnlijk gezonde pasta om te toveren.

 

Van huis uit ben ik nooit geweldige Italiaanse cuisine gewend. Miracoli is voor sommigen festival food, maar ik zat er eens in de twee weken mee opgezadeld. De kers op de taart was de Parmezaanse poederkaas die naar kots smaakte. Op kot probeerde ik er mijn eigen draai aan te geven en na een jaar ben ik enigszins tevreden en mijn vrienden ook, beweren ze. Het kan ook zijn dat ze mijn gevoelens sparen: wanneer ik kook voor meerdere mensen is het alsof ik poedelnaakt voor ze sta, en ook maar één afkeurende blik kan me laten grienen als een kleuter.

 

Benodigdheden (4 personen):

- 500 gram pasta, tip: tagliatelle - 1 grote pan om pasta te koken
- 1 dikke courgette  - 1 wok-achtige pan voor de groenten
- 1 gele + 1 rode paprika     - 1 platte pan voor vlees
- 1 blik gepelde tomaten (Lidl) - 1 grote, liefst houten snijplank 
- 1 pakje gezeefde tomaten (Lidl)  - 1 waterkoker
- 500g gehakt (optioneel voor de carnivoren) - rode wijn (Montepulciano van de Lidl is een must-taste
- 1 ui    
- 3 teentjes knoflook  
- genoeg olijfolie  
- (verse) basilicum, oregano en tijm  
- mozzarellaflarden of Parmezaanse schilfers  
- geheim ingrediĂ«nt: Sriracha chilisaus  

Je snijdt alle groenten in kleine blokjes. Je gooit als eerste het uitje (de helft hiervan) en de knoflook in een gloeiend hete pan met olie, als deze prachtig goudgeel gekleurd zijn, mogen de courgette- en paprikablokjes erbij. Na 5 minuutjes doe je de gepelde tomaten erbij. Dit alles kruid je al met peper en zout. Kort erna mogen de gezeefde tomaten erbij. Voeg naar smaak basilicum, oregano en tijm toe. Durvers gaan voor een flinke scheut chilisaus.

 

Roer de smurrie regelmatig door terwijl je de andere helft van de ui in een nieuwe pan werpt. Bak je gehakt bruin met hier en daar een krokant kantje. Vergeet zout en peper niet.

 

Ongeveer tezelfdertijd zet je de pan op met pasta. Laat een waterkoker het werk doen om de tijd te besparen die je ook kunt wijden aan het frutselen tussen de lakens met je geliefde of wegwerpwip. Doe olijfolie en zout in het water, maar dat wist je wel.

 

Probeer een relatief schoon bord te vinden onder de berg afwas, kies je kaas en smul van je zelf geconstrueerd diner. Probeer die fles ook een keer te delen ja. Je denkt dat jij je miserabel voelt met een wijnkater? Houd eens rekening met de mensen om je heen die je wanstaltig hoofd moeten aanschouwen. Laat staan die walm die je mond verlaat: een beerput is er niets tegen. Ken je dan echt geen schaamte?

 

 



in da club

11/11/2014
🖋: 

De student kent een druk bestaan. Nog niet volledig bekomen van afgelopen avond, ontwaakt hij op het onmenselijke middaguur. Terwijl hij zijn ontbijtgranen doorspoelt met een halve liter Cara Pils, leert hij de laatste strofe van het Io vivat uit zijn hoofd. Het volgen van zijn lessen staat vandaag niet op het programma, zijn vertrouwde clubje wel. dwars neemt een kijkje bij de verscheidene studentenverenigingen in Antwerpen en volgt regelateurs, lintjesmensen en zwerkbalspelers. Deze keer proefden we van de schachtenpap bij Klio, de departementsclub van Geschiedenis.

Wie de afgelopen weken een dagje ging shoppen in Antwerpen, zal ongetwijfeld zijn lastiggevallen door een besmeurde schacht. ‘‘Of u een zakje snoep of stickers wil kopen’’, luidt de vraag. ‘‘Vrije bijdrage’’, klinkt het met enige wanhoop, wanneer u de eerste smeekbede afwimpelt. Oktober is de maand waarin de studentenverenigingen hun doop organiseren - zo ook Klio.

 

studentendoop Klio (© Natasja Van Looveren | dwars)

 

klamme handjes en knikkende knieën

Om 12.30 uur verzamelen de doopmeesters op de Stadswaag, voor stamcafé Barbier. Daar spreekt de schachtenmeester de zee van witte jassen een laatste keer toe en maakt duidelijk wat mag en niet mag. De schachten opdragen te marcheren in olifantenpas, doen zwaaien naar de dames achter glas in de Schippersstraat en vernederende liedjes laten zingen? Toegelaten. Ze liters bier schenken en onmenselijke praktijken laten uitvoeren? Niet toegelaten. Op een respectvolle manier afzien: dat is het motto. De doop van Klio neemt een namiddag in beslag. Er gaat geen verkoop aan vooraf, schachten hoeven dus niet een week lang slaaf te spelen in ruil voor biervaten.

 

Niet veel later arriveren de eerste slachtoffers. Nu nog netjes verkleed als hobbit, elf, ork of Nazgûl: The Lord of the Rings is dit jaar het thema. Ze worden onderverdeeld in kleine groepen waar telkens twee luitenants de leiding over nemen. Wie als doopmeester geen specifieke groep krijgt toegewezen, mag aansluiten waar hij of zij wil. Dan gaat de eerste drill van start en is de eigenlijke doop begonnen.

 

studentendoop Klio (© Natasja Van Looveren | dwars)

 

het absolute dieptepunt

Na verscheidene push-ups, sprintjes en koprollen op en over de Stadswaag, worden alle schachten in formatie geroepen. Met de ogen afgewend en het hand op het hart, zet een vijftigtal man het clublied van Klio in. Of ze doen toch een poging tot: de melodie van Het lied van Hertog Jan waarop het clublied is gebaseerd, is ver zoek. Een kakofonie aan zingende schachten en schreeuwende doopmeesters is het logische gevolg.

 

Na een korte stop op het Falconplein, marcheert de groep tot aan de Zuiderdokken. Tot nog toe zijn de schachten alleen fysiek aangepakt, het wordt dus tijd om ook eens een psychologische tik uit te delen. Eerst krijgen ze de opdracht om een groot zeil uit te spreiden en er vervolgens in rijen op plaats te nemen. Het doet denken aan een troep krijgsgevangenen die zijn eigen graf moet graven. Uit de twee karren die al sinds de Stadswaag worden meegezeuld, halen de doopmeesters de goorste etenswaren en enkele met schachtenpap gevulde flessen te voorschijn. Die worden vervolgens gevoederd aan of uitgegoten over de schachten. Het kokhalzen kan beginnen.

 

studentendoop Klio (© Natasja Van Looveren | dwars)

 

Dan volgt een bezoek aan de Grote Markt, waar de vuile en stinkende groep voor het stadhuis halt houdt en een – dit keer synchrone – zang van het clublied van wal steekt. De drill heeft duidelijk zijn werk gedaan. De schachten worden er vervolgens op uitgestuurd met de opdracht snoep te verkopen. De perfecte gelegenheid voor de doopmeesters om zich vol te steken met pita en hamburgers.

 

studentendoop Klio (© Natasja Van Looveren | dwars)

 

gewicht van de schouders

Het is ondertussen 18 uur en we bevinden ons weer op de Zuiderdokken. De doop loopt op zijn einde: de schachten rillen van de kou en ook de doopmeesters hebben hun buik vol van het vuilmaken. Een ceremonie sluit het gebeuren plechtig af. Iedere schacht wordt op nummer naar voor geroepen, moet een laatste keer op de knieĂ«n plaatsnemen en krijgt de keuze tussen ‘drinken’ of ‘verdrinken’. Wie voor het eerste kiest, moet een pils in een teug leegdrinken, wie het tweede selecteert, krijgt de pils over het hoofd leeggegoten. Een welverdiend applaus van de doopmeesters weerklinkt wanneer de queestegangers trots hun lintje in ontvangst nemen.

 

Als ik achteraf in de aula de – ondertussen weer fris gewassen – gezichten terugzie en vraag hoe ze de doop ervaren hebben, krijg ik alleen positieve antwoorden. ‘‘Viel goed mee, deed me denken aan de overgang op de scouts’’, is een veelvuldig herhaalde reactie. In maart volgt de ontgroening. Eenmaal die volbracht is, zijn de schachten volwaardig lid van Klio.

 

studentendoop Klio (© Natasja Van Looveren | dwars)