soep

tussen de soep en de patatten

Studenten zouden vanaf 15 maart af en toe weer les moeten kunnen volgen op de campus. Na vijf maanden achter onze computer te zitten, met niet veel meer steun dan soep van Ben Weyts en goedbedoelde mails van professoren, betekent dat eindelijk hoop. Dat is maar net op tijd, want studenten gaan eronderdoor. Dat werd duidelijk uit de vele klaagbrieven en berichten op sociale media, waarin jongeren aan de alarmbel trekken.

het daddy debacle

het daddy-debacle

Onze liefdeslevens waren onbestaand, ons schoolwerk was overweldigend en onze bankrekeningen werden steeds leger. Liefde in tijden van corona is allesbehalve eenvoudig. Ook studentenjobs zijn geen evidentie, zeker niet in de horeca. Mijn goede vriendin Lila (21) kwam op een ingenieus idee: waarom geen twee vliegen in één klap slaan? We gingen voor haar op zoek naar een sugar daddy

Editoriaal Matthias Van Laer 134

habitus

Tijdens de lesvrije week een slordige maand geleden was ik helemaal uit mijn lood geslagen. Ik voelde me zowaar slechter dan tijdens de eraan voorafgaande examenperiode. De deontologische bevrijding bracht mij geen geniet omdat ze ook mijn intensieve routine een halt toebracht. Al goed word ik alweer bij de hand gehouden door een monotoon tweede semester dat op verschillende manieren een spiegelbeeld zal zijn van het eerste.

eenwoud

eenwoud

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie is het tijd voor de ‘eenwoud’. Eindelijk. 

Editoriaal 133

onze dystopie

“Zijn er bij jou rellen geweest?” Geen vraag die ik tijdens een potje gamen had verwacht, maar bon. Alsof het bijna vanzelfsprekend is dat mijn regio niet werd overgeslagen. “Nee, ik woon in België”, antwoord ik. “Oh.” “Het voelt wel vreemd dat jullie nu pas al die regels krijgen”, zeg ik tegen mijn mede-Nederlanders. “Tja, wat doe je eraan”, krijg ik terug.