Stadscampus in de stellingen

Uw studentenbuurt ligt in puin. En dat is niet zozeer te wijten aan een laattijdig neergekomen Vergeltungswaffen, wel aan universitaire groeischeuten. Bij de eenmaking van de Universiteit Antwerpen werd beslist om de humane wetenschappen te concentreren op de Stadscampus en de buitencampussen over te laten aan de exacte wetenschappen. Deze woorden waren nog niet koud of een armada betonmolens en graafmachines rolde door de universiteitspoorten. Het zou een kleine tien jaar verhuizen worden. De bijhorende vluchtelingenstromen dienden opgevangen te worden in blitse gebouwen. Het K-gebouw beet de spits af op de Stadscampus, gevolgd door de Meerminne begin dit academiejaar. Minder bekend is het gerestaureerde klooster van de Grauwzusters, waar sinds enkele maanden de Onderwijsadministratie en de dienst Ontwikkelingsbeleid en -beheer gevestigd zijn. Kers op de taart is de gloednieuwe bibliotheek die vanaf volgend academiejaar op volle toeren zal draaien.

Mindgames

In 1994 mocht dr. John Forbes ‘A Beautiful Mind’ Nash Jr. de Nobelprijs voor economie in ontvangst nemen voor zijn baanbrekend werk over de speltheorie. De man zou echter geen genie zijn als hij niet wist waar hij voor de waarlijke bekroning van zijn academische carrière terecht kon. Op 26 april komt hij een eredoctoraat afhalen op de faculteit TEW van onze eigenste koekenstad.

Het vergeten bestaan van de verloren kaaien

Antwerpen: niet echt een studentenstad, maar toch wel – en vooral – een stad. We hebben hier geen behoefte aan het afvuren van onze pijlen richting onze harten. Geen lofzang, geen hymnen, geen laudates om het handje richting onze blik te werpen: onze kleine grootstad komt ons vanzelf tegemoet. We zijn nu eenmaal allen vooreerst Sinjoor en dan pas Europeaan of wereldburger. En dit alles dankzij het eeuwenoude succes van de Schelde, die gezapig de handelsvloot stuwt en van onze stad een haven, een waterpoort heeft gemaakt. De Schelde is altijd daar, maar ook weer niet. Er zijn grenzen die getrokken moeten worden. De kaaien: kilometers lange kaden die aan de diepe rechteroever getrokken werden en het land van het water scheiden. Antwerpenaren zeggen kaaien en niet kaden, omwille van de hypercorrecte ‘d’ ertussen.